De Indische Buurt heeft er een bijzondere horecagelegenheid bij. In de kom van de Sumatrastraat, in de volksmond het Atjehplein genoemd, staat sinds woensdagmiddag een fonkelnieuw, van een kabelhaspel vervaardigd, wormenhotel. De eerste gasten zijn al gearriveerd.

 Lewis Daniels

Vijftien jaar geleden opende Peter Jan Brouwer in de Pijp het eerste wormenhotel van Amsterdam. Het bleek een groot succes. Inmiddels wordt het hotel door 45 huishoudens onderhouden. ‘Iedereen was meteen enthousiast. Mensen raakten in gesprek met elkaar bij het hotel, ik heb daar zeker 250 buurtbewoners leren kennen.’ Het bracht hem op het idee overal in de stad vestigingen te openen. Voordat het zover was, zocht hij ruim twee jaar naar iemand bij de gemeente die zijn plan zag zitten. ‘Meestal kreeg ik een schouderklop en vonden ze mijn plan leuk, maar kansloos bij andere Amsterdammers. Of ze dachten dat het zou stinken, wat beslist niet zo is.’ Brouwers besloot ‘wormensafari’s’ te houden, zodat gemeenteambtenaren met eigen ogen het enthousiasme van omwonenden konden zien. Daarna ging het snel. Met driehonderd onderkomens zijn de wormenhotels de grootste biologische horecaketen van Amsterdam. Er zijn ook vestigingen in twintig andere Nederlandse steden.

Peter Jan Brouwer

Hans van Onna woont al lang aan het Atjehplein. Tien jaar geleden signaleerde hij dat de plek was verwaarloosd en weinig mogelijkheden bood voor recreatief gebruik. ‘Door de hoogteverschillen tussen straat en stoep was het slecht bereikbaar voor kinderwagens, peuterfietsjes, driewielers en rolstoelen.’ Van Onna en buurtgenoten maakten een plan voor een nieuw ingericht Atjehplein. ‘In de Meevaart op de Balistraat hingen planologische tekeningen en konden mensen meedenken over het plan.’ In 2013 ging het plein op de schop en werd het heropend. ‘Tegenwoordig wordt het plein goed bezocht. Het groen is goed onderhouden en er zijn royale, houten banken als rustplek. Mensen die lange fietstochten maken, pauzeren hier vaak.’ Met de komst van het vorige wormenhotel arriveerden ook een groep nieuwe bewoners.

Mina heeft er door het hotel een leuke hobby bij.

Het eerste, officiële door de gemeente gerealiseerde wormenhotel dateert uit 2016 en staat op de Kraaipandstraat in de Transvaalbuurt. Projectleider Surdar Truyens van de gemeente begeleidt de realisatie van de hotels. ‘Een wormenhotel wordt altijd op aanvraag van buurtbewoners geopend. Minimaal vijf huishoudens moeten meedoen. Zij brengen regelmatig keukenafval, geen gekookte etensresten overigens.’ Behalve dat de wormen compost maken, draagt hun hotel bij aan de bewustwording van afvalscheiding. ‘Bewoners krijgen meer oog voor een circulaire wereld. Ander pluspunt is dat de hotels een sociale functie hebben. Mensen komen erdoor met elkaar in contact.’

Mina (9) is blij en trots samen met haar moeder Leila het hotel te verzorgen. ‘Ik vind het goed dat het er is en veel mensen meedoen. Mensen zonder tuin kunnen zo toch hun keukenafval in de natuur kwijt en ook van het buiten zijn genieten. Te veel afval wordt zomaar weggegooid, terwijl dat nog goed bruikbaar is.’ De leerling van de 8e Montessorischool heeft er door het hotel nog een leuke hobby bij, ze speelt ook theater bij Productiehuis Nowhere op de Madurastraat. ‘Laatst hadden we ook een voorstelling in De Krakeling.’ Mogelijk, als het weer beter is, kunnen de bewoners van het nieuwe hotel een theatervoorstelling van Mina en andere jonge toneelspelers waarderen. Voorlopig zijn ze nog druk bezig met het inrichten van hun nieuwe huisvesting.