Deze column verschijnt enkele dagen voor 1 juli. De dag van Keti Koti / Emancipation Day / Dia di Emancipacion di Sclavitud / Dia di Emansipashon. Dit is de laatste dag van de Keti Koti-maand en van het herdenkingsjaar. Een bijzonder herdenkingsjaar dat begon met de speech en excuses van onze koning in het Oosterpark. In dit herdenkingsjaar zijn er al veel bijeenkomsten en dialogen gehouden en zijn er weer enkele stappen gezet richting de toekomst van onze gemeenschappelijke geschiedenis.
Ook in Oost waren er bijzondere momenten wat dat betreft. In het voorjaar werd bekend dat de Kop van Java in het Oostelijk Havengebied de locatie wordt voor het Nationaal Slavernijmuseum. Een modern museum waar het hele verhaal verteld zal gaan worden. En dat omgeven door een nieuw park; een park passend bij het museum maar zeker ook bedoeld voor onze bewoners. Na ruim 30 jaar hebben we als stad dan eindelijk de invulling voor dit nu nog altijd lege stuk stad gevonden.
Ook in het Oosterpark gaan er dingen veranderen. Het afgelopen jaar zijn we als stadsdeel Oost hard aan de slag gegaan met plannen om de openbare ruimte rondom het Slavernijmonument een kwaliteitsimpuls te geven. Dit monument verdient een waardige omgeving, waar men niet alleen op 1 juli, maar ook vaker in het jaar kan samenkomen, herdenken, stilstaan of lesgeven. Vele belanghebbenden hebben meegedacht met deze plannen en ik ben dan ook heel trots op het resultaat. Na de zomer gaan we fysiek aan de slag met de hele zuidkant van het park en de omgeving van het monument, zodat we ruim voor de herdenking van 1 juli 2025 klaar zullen zijn.
Fysieke ruimte, zoals het monument in het Oosterpark of het museum, is belangrijk om te kunnen samenkomen en het gesprek aan te gaan. Maar we hoeven daarmee niet te wachten tot dit allemaal gereed is. Afgelopen maanden organiseerde onze stadsdeelcommissie al meerdere bijeenkomsten met nazaten van tot slaaf gemaakten om samen te spreken over de nawerking van dat verleden. Over de zogenaamde komma van Rutte. Over wat er nodig is om te komen tot heling en herstel. Belangrijke gesprekken waarvan we de komende jaren als samenleving nog veel vaker met elkaar het gesprek over aan moeten gaan. En ook de jeugd vergeten we niet. Op vele basisscholen in Oost wordt er een Keti Koti-lesprogramma gevolgd dat eindigt met een energieke bijeenkomst met honderden kinderen in de hal van het Tropenmuseum.
Het koloniale en slavernijverleden van Nederland en Amsterdam zijn nog iedere dag zichtbaar en voelbaar in de straten van Oost. Dat wij zowel fysiek als emotioneel, en voor jong en oud, in ons stadsdeel steeds meer ruimte geven aan, erkennen en bespreken, maakt mij hoopvol voor een gezamenlijke toekomst van ons verleden.