In Oost wonen en werken veel kunstenaars met verschillende disciplines. oost-online bezoekt steeds een van hen en stelt wat vragen. Deel 5 van een tweewekelijkse serie. Dido Mirck is een onalledaagse dansdocent en dat komt vooral door de dansers waar ze mee werkt, mensen met de ziekte van Parkinson, reuma en/of MS.
Anne-Mariken Raukema
Het zonnige appartement van Dido Mirck in de Oosterparkbuurt kijkt uit op de voormalige kweekschool voor vroedvrouwen. Na de vooropleiding (havo met dans) in Amsterdam, volgde ze het propedeusejaar van de opleiding Moderne Theater Dans en daarna een jaar de dansopleiding in Tilburg. Ze voltooide deze studie voor uitvoerend jazz- en moderne dans echter niet. Ze switchte naar de studie gebarentolk in Utrecht. Mirck geeft wekelijks in het Mirror Centre bij het Muiderpoortstation dansles aan mensen met de ziekte van Parkinson, maar ook met reuma en MS. Ze ontvangt me thuis, haar dochter Mircke van anderhalf is wat grieperig.
Je werkt in Oost. Waarom hier en hoe lang al?
’Ik woon hier nu zo’n vier jaar en geef even lang les aan dansers met de ziekte van Parkinson. Lesgeven zit in me. In de Staatsliedenbuurt heb ik een groep dansers met MS en ik geef ook les aan groepen in Haarlem, Leiden en Oegstgeest. Ik werk op het terrein waar kunst zorg raakt. Aanvankelijk danste ik vóór ouderen, onder andere bij Danstheater VOS, vooral in verpleeg- en verzorgingshuizen. Dat is gaandeweg dansen mét ouderen geworden. Mijn moeder heeft Parkinson en de partner van de choreografe met wie ik werkte kreeg juist in de periode dat ik intensief met haar werkte de diagnose Parkinson. Ik zag dat hij heel erg baat had bij dans, destijds bij Dance for Health. Heb een cursus gevolgd en ben gaan lesgeven. Partners en mantelzorgers zijn daarbij zeer welkom om mee te dansen
Wat is het grootste voordeel van Oost?
‘Als ik het vergelijk met Oud-West is het hier ruimer. De straten lijken of zijn breder, het is ook wat rustiger. Het is een fijne buurt om te wonen. Het is wel aan het veryuppen, maar niet zo erg als de Pijp. De gemêleerdheid is prettig. Bij de nieuwe, hippe Scandinavische tent drink je voor € 4,00 een goede koffie. Daar tegenover zit al heel lang de snackbar waar een koffie € 1,75 kost.’
Wat kan er beter?
‘Het is echt heel moeilijk om goede plekken te vinden voor dansles aan mijn groepen. Die moeten namelijk heel dichtbij het openbaar vervoer liggen – voor de meesten is vijf minuten lopen al te veel gevraagd. De ruimte moet gelijkvloers zijn, rolstoelvriendelijk en de helling of trap naar de entree niet te steil. Met name voor Parkinsonpatiënten moeten de bewegingen zonder onderbrekingen zijn. Ze moeten dus niet een tijd voor de deur moeten wachten voordat die opengaat. En de ruimte moet betaalbaar zijn. Ook dat is lastig.’
Ben je tevreden met je werkruimte?
‘Tja, het kan beter. Mijn twee groepen, in totaal zo’n 25 mensen, zijn tevreden met de ruimte in het Mirror Centre. Er zijn bij de ingang geen geschikte leuningen, de oprit is erg steil. Maar toen ik – zoals afgelopen zomer in verband met een zomerrooster- aan mijn dansers vroeg of ze een ander tijdstip of een andere locatie wilden, kozen ze unaniem voor het eerste. De locatie is vertrouwd. Zij nemen de nadelen voor lief, bovendien is het er wel heel gezellig en is de koffie er heel erg goed.’
Is er sprake van een cultureel klimaat?
‘Ongetwijfeld, overal in de stad heb je een cultureel klimaat. Er gebeurt veel in Oost, er zijn filmhuizen, theaters, festivals. Op wat er in Noord of Zuid gebeurt heb ik weinig zicht. In Oud-West is er ook een fijn cultureel klimaat, in Nieuw-West, waar ik eerder woonde, heb je veel minder verbintenis met de stad.’
Waar ben je momenteel mee bezig?
‘Met twee dingen eigenlijk: de stichting Dance for Health waarbij ik vijf jaar geleden begonnen ben, is failliet. Ben nu met vier andere dansdocenten bezig met het oprichten van DansPark, bedoeld voor mensen met Parkinson, MS of reuma. De website is bijna klaar, aan een folder wordt gewerkt. Daarnaast houdt de houseparty van 18 oktober in het kader van Amsterdam Dance Event me flink bezig. Dit is het vijfde achtereenvolgende jaar dat we deze samenwerking met ADE hebben. Een dj draait housemuziek, terwijl mijn leerlingen gewend zijn aan onder andere klassiek, maar ze vinden het wel erg leuk. Het is op onze vaste plek achter het Muiderpoortstation, tijdens mijn gewone lestijden. Alleen wappert er op 18 oktober een ADE-vlag buiten om aandacht te trekken’
Heb je contact met andere kunstenaars?
‘Eigenlijk vooral met mensen nabij het dansvak. Te beginnen met Peter Franken, mijn vriend. Hij is film- en documentairemaker, die veel dansfilms maakt, ook van mijn groepen.
Maar ook collega’s die dansles geven, zoals de initiatiefnemers van ReDiscoverMe, die inclusieve danslessen verzorgen en DanceConnects, zij richten zich op veertig-, vijftig- en zestigplussers.’
Wie bewonder je?
‘Zonder twijfel zijn dat de dansers in mijn groepen en hun partners. Je ziet bijna altijd dat ze enorm veel plezier beleven aan de lessen en echt even vergeten dat ze ziek zijn. De meesten houden het dansen niet voor niets al vijf jaar vol. De moed en bravoure vind ik heel fijn om te zien. Soms lukt het niet om het te doorbreken, maar vaak wel. Ze zitten de hele week al in een medische molen; daarom is het zo belangrijk dat we in een gebouw zitten met een andere uitstraling dan bijvoorbeeld een dokterspraktijk of fysiotherapie.‘
Waar ben je in je vak het meest trots op?
‘Dat deze mensen echt een dik uur uit de sores zijn en het echt als een uitje zien. De lessen duren een uur en ik sluit altijd af met een toegift van tien minuten meditatie. Parkinsonpatiënten gaan eigenlijk alleen maar achteruit, maar ze blijven komen.’
Wat is je grootste wens?
‘Het liefst zou ik elke dag van de week in Amsterdam lesgeven. Hoe groot de groep Parkinsonpatiënten in Amsterdam is? Geen idee, maar het moeten er echt veel meer zijn. Ik bedien nu een klein groepje ‘happy few’. Ik vind het leuk om iedereen te bedienen en speel graag in op individuele behoeftes.’
Tenslotte: wat wens je Oost toe? En Amsterdam?
‘Meer groen. Ik geniet van mijn volkstuin bij Driemond, maar de stad verdient meer parken, plantsoenen en bomen. En een rustiger verkeersbeeld in de straten, minder scooters en ander gemotoriseerden. Voor Oost hoop dat het niet net zo druk als het centrum wordt. Voor Amsterdam wens ik een ander soort toeristen. Mensen die niet alleen komen voor gesuikerde donuts en wafels in de buurt van de Dam, maar die de bijzondere parels in andere delen van de stad ook willen ontdekken.’
Mooi interview met veel diepgang. Kan zo in de landelijke pers.
Heel mooi verwoord allemaal in dit interview, Dit verhaal zou in meer bladen en kranten moeten staan! om meer bekendheid en mensen te bereiken.