Het beeld van de vrouw die een duif loslaat kan er weer een jaar tegen. Begin oktober heeft ze haar jaarlijkse poetsbeurt gekregen. Een ochtend op stap met de Kunstwacht door Amsterdam-Oost.
Jaap Stam | Foto Frank Schoevaart
‘Ze is in prima conditie’, zegt Jurn Bezemer terwijl hij de knielende naakte vrouw die een duif laat wegvliegen inzeept. Bezemer werkt bij de Kunstwacht die meer dan achthonderd kunstwerken in de openbare ruimte in Amsterdam onderhoudt. Deze dag zijn vijf kunstwerken in Amsterdam-Oost aan de beurt.
Het beeld op de kopse kant van het uitgestrekte gazon aan de Radioweg is van brons en staat op een sokkel van Zweeds graniet. Het correspondeert naadloos met de omgeving, waarbij de hoge populieren een erehaag vormen. Jammer dat het zicht wordt ontsierd door een bekladde schaftkeet van Pantar.
Een harde straal is uit den boze
‘Ik voel dat ze schoner wordt, ze wordt steeds gladder’, zegt Bezemer, terwijl hij de vrouw boent. Het sopje van allesreiniger met een scheutje ontvetter doet snel zijn werk. Even later sproeit Bezemer het mengsel van sop, alg, mos en vogelpoep voorzichtig van het beeld. Afnevelen heet dat in jargon, een harde straal is uit den boze, dan kan het beeld beschadigd raken. Drogen en in de was zetten hoeft dit keer niet, misschien volgend jaar.
‘Vrede’ heet het beeld en het is in 1962 gemaakt door de Duitser Hans Reicher. Die was voor de nazi’s gevlucht en had zijn atelier in de Kinkerbuurt. Het beeld is een van de laatste uitingen van Reicher, hij overleed in 1963. In de eerste jaren, vooral met Luilak, kreeg de vrouw geregeld een geverfde bh aangemeten, die weer snel verdween.
Het volgende object dat op een poetsbeurt wacht zijn de negen emaillen platen gezeefdrukt met dierfiguren, organische vormen en letters. Ze hangen op een keermuur in de Oetewalerstraat, een zijstraat van de Linnaeusstraat. Klimop groeit over sommige platen. ‘Even de pony bijknippen’, zegt Bezemer en hij pakt een heggenschaar uit de bestelbus.
De platen zijn ontworpen door Ingrid Pasmans en hangen er sinds 1996. Na de wasbeurt glimmen ze als nieuw. ‘Kleine ingreep, groot effect’, zegt Bezemer. Twee platen hebben een beschadiging ter grootte van een ouderwetse rijksdaalder. Dat wordt de volgende keer hersteld, Bezemer neemt dan op kleur gemaakte plamuur mee.
Zijn blauwe bestelbus is een mobiele werkplaats, alle schoonmaakmaterialen en gereedschappen zijn voorhanden, evenals elektriciteit. Eenvoudige reparaties kan Bezemer ter plekke uitvoeren. Voor grotere ingrepen gaat het kunstwerk naar de werkplaats van de Kunstwacht. Het Lieverdje op het Spui werd in maart van dit jaar met sokkel en al omvergereden door een vrachtauto, waarbij een hand afbrak. Het is in Delft gerepareerd en twee maanden later teruggeplaatst. Twaalf jaar eerder brak het Lieverdje zijn enkels, ook toen was het geramd door een vrachtwagen.
Eenvoudige reparaties worden ter plekke uitgevoerd
Aan boord van de bus is ook een 500-litertank met regenwater van het dak van het kantoor van de Kunstwacht. Onder het kantoor ligt een tank van twintigduizend liter waarin het hemelwater wordt opgevangen en gefilterd. Bezemer: ‘Dat is beter voor het milieu en het bevat bijna geen kalk, dus is het uitermate geschikt om schoon te maken.’
Bezemer werkt bijna het hele jaar in Amsterdam. Hij vindt zijn werk geweldig. Het ene moment staat hij op een brug en raast het verkeer langs hem heen, een uur later schuift hij zijn ladder uit in een park. Bezemer: ‘Als ik van groen weer wit heb gemaakt en daarna tien meter naar achter loop om het resultaat te bekijken, dan… paf. Prachtig.’
De in Delft gevestigde Kunstwacht inventariseert, onderhoudt en restaureert 4500 kunstwerken in de buitenlucht in meer dan honderd gemeenten. Bij de meeste gaat de Kunstwacht een keer per jaar langs, bij sommige meermaals. Elke vrijdag loopt Bezemer het Holocaust Namenmonument aan de Weesperstraat na en poetst hij de lampen en spiegels op. Werkt hij de niet goed leesbare letters en cijfers bij en verwijdert hij zwerfvuil en andere rommel. Vorige week moest hij een menselijke drol opruimen.
Het Namenmonument is voor Bezemer ‘de kers op de taart’. ‘Het is een indrukwekkende plek, die oneindige muren met al die namen. Ik ben er trots op dat ik dat mag onderhouden. Elke week, niet verslappen, het optimale eruit halen.’
Het Nationaal monument op de Dam wordt een paar keer per jaar door de Kunstwacht onderhanden genomen. In aanloop naar Dodenherdenking is Bezemer met twee collega’s drie dagen bezig met de schoonmaak. De 22 meter hoge pyloon is bekleed met travertijn en wordt schoon gestoomd. Travertijn is een kalksteen uit Toscane, poreus materiaal en dat vereist een behoedzame aanpak. De vloer wordt grondig gereinigd en van kauwgom ontdaan.
De Kunstwacht is 24/7 bereikbaar en kan meteen uitrukken. Kortgeleden waren meerdere kunstwerken en monumenten in Amsterdam beklad door pro-Palestina-actievoerders en is de Kunstwacht het hele weekend bezig geweest met het verwijderen van graffiti.
Ook De Schreeuw in het Oosterpark wordt gereinigd. Het 4,5 meter hoge monument is ontworpen door Jeroen Henneman ter nagedachtenis aan de moord op Theo van Gogh, deze november twintig jaar geleden. Met een verlengde flexibele borstel met zachte haren die meebuigen met welvingen wrijft Bezemer de drab uit de bomen van het roestvaststalen kunstwerk. Voor de lijmresten van plakband waarmee briefjes op De Schreeuw zijn geplakt, biedt de stickerverwijderaar uitkomst.
Een wandelaar houdt halt en volgt aandachtig de schoonmaakwerkzaamheden. Bezemer: ‘Voorbijgangers zien soms pas dat er een kunstwerk staat doordat ik aan het werk ben.’ Hij kan daar een kras staaltje van vertellen. Ooit kwam een vrouw uit haar huis schuin tegenover een zes meter hoge plastiek (‘Verschuivingen’) in de Churchilllaan waarmee hij bezig was. ‘Plaatst u een nieuw beeld?’ vroeg de vrouw. ‘Nee’, zei Bezemer, ‘ik maak het schoon en het staat er al twintig jaar.’ De vrouw woonde er tien jaar langer.
Aan het eind van de ochtend rijdt Bezemer nog even langs ‘Vrede’. ‘Ze staat weer mooi te wezen’, constateert hij tevreden.