Een witte automobiel was tot stilstand gekomen 20 meter na het zebrapad bij de Oosterkerk. De bestuurdersdeur was opengevlogen en een vervaarlijk uitziende man was uitgestapt. Hij had nog net geen schuim op de lippen.
‘Hallo vriend, zal ik jou eens even iets uitleggen?’, schreeuwde hij naar een zich op de Eilandenboulevard voortbewegende persoon die lauwe sjoege gaf en onverstoorbaar zijn weg vervolgde.
Even tevoren had deze persoon getracht de zebra te betreden en was hij bijna van de sokken gereden door de aanstormende witte auto waarop hij met een obsceen gebaar had gereageerd.
Uit de rij auto’s achter boze zwarte man klonk een nerveus claxonconcert. Hij stapte in, smeet de deur dicht en reed op hoge snelheid weg. Was hij toch nog een keer bij een zebrapad gestopt. Te laat weliswaar, maar misschien was het nog niet te laat voor hem om iets te leren, hoewel dat te betwijfelen valt.