Op een novemberdag met zomerse temperatuur laat ik mijn hond uit in het strookje natuur tussen snelweg en Betondorp en ruik een aasgeur.
Dick Feenstra
De gore lucht komt van een paddenstoel, die past in een mysterieuze herfst met heksen en kabouters. Hij verspreidt een afschrikwekkende stank, heeft een erotische vorm en op zijn wafelachtige hoed zit een slijmerige groene sporenmassa. Niet voor niets heet hij grote stinkzwam.
Schaamteloos
Uit sporen in de grond ontstaat een witte bol van drie tot zes centimeter. In vroegere tijden, toen mensen nog in en met de natuur leefden, werden die bollen heksen- en duivelseieren genoemd. Zo’n ei wordt nog steeds, van sporen ontdaan, opgediend om seksuele behoeftes te bevorderen maar de werking van een gebakken duivelsei is nooit aangetoond.
De bol heeft het uiterlijk van een slangenei. Met behulp van een eiertand breekt de stinkzwam door de leerachtige schil van die bol en er groeit een paddenstoel die doet denken aan een grote, slanke, stijve piemel die na zijn hoogtepunt een plasgootje krijgt. In het Latijn heet hij dan ook Phallus impudicus: schaamteloos mannelijk lid.
Snelgroeier
De bol kan dagen in rust blijven tot er, meestal ’s nachts, in enkele uren een witte, holle en poreuze steel van zo’n twintig centimeter uit omhoog groeit. De hoed van de zwam is bedekt met een groene, slijmerige laag die zo stinkt dat je hem tegen de wind in nog ruikt. Op de geur komen vooral aasvliegen, mestkevers en strontvliegen af die de groene laag opeten. Aan hun pootjes nemen ze duizenden sporen mee zodat verderop een nieuwe groep stinkzwammen kan gaan groeien.
Deze paddenstoel kan in twee uur tijd, wel twintig centimeter uitgroeien. Na één of twee dagen sterft hij en valt om. Twee weken later hebben insecten en slakken alle resten van de grote stinkzwam opgegeten. Dat gebeurt allemaal op een strookje natuur bij Onderlangs.