De nieuwe reeks Verborgen verleden vertelt over gebouwen en objecten in Oost en hun roemrijke verleden. Als eerste het illustere Sint Elisabeth Gesticht, gelegen aan de Mauritskade hoek ’s-Gravesandestraat, waar nu Hotel Arena is.
Méland Langeveld
Het gebouw, ontworpen door architect Adrianus Bleijs, is in 1889 als verpleeghuis in gebruik genomen. Het is bestemd voor invalide en ongeneeslijk zieke oud-wezen van het rooms-katholieke Meisjesweeshuis gevestigd in het Maagdenhuis aan het Spui, en voor andere ongeneeslijk zieke vrouwen. Regenten van het Maagdenhuis beheren en besturen het verpleeghuis. De Zusters van Liefde uit Tilburg, die ook in het Maagdenhuis werken, zijn de verpleegsters.
Confiscatie
Bijna tien jaar later gaat het Elisabeth Gesticht over in een zelfstandige stichting met eigen financiering, zelfstandig beheer en een eigen doelstelling. Het verpleeghuis krijgt verschillende klassen. De bewoonsters van de eerste en tweede klasse hebben eigen kamers en genieten veel vrijheid. Zij betalen daar dan ook voor. De bewoonsters van de derde klasse wonen er gratis. En daarvoor moeten zij op zaal slapen en overdag diverse huishoudelijke klusjes verrichten. Enkele jaren later komen hier ook moeilijk opvoedbare meisjes te wonen. En in diezelfde tijd richt men een van de zalen in als ziekenzaal voor meisjes van het Maagdenhuis.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog wonen er op de zolder enkele Belgische vluchtelingen. In de Tweede Wereldoorlog is een deel van het gebouw ingericht als verloskundige-afdeling van het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, nadat de Duitse bezetter die ruimte in beslag heeft genomen. In 1944 confisqueren de Duitsers het verpleeghuis en moeten de bewoners uitwijken naar andere locaties.
Kapel wordt recreatiezaal
In juli 1945 keren de oorspronkelijke bewoners weer terug naar het Elisabeth Gesticht. Het verpleeghuis is nu ook opengesteld voor rooms-katholieke vrouwen en meisjes, die door chronische ziekte, geestelijke afwijkingen, invaliditeit of ouderdom niet meer zelfstandig in de maatschappij kunnen functioneren. Echter in de jaren vijftig verkeert het verpleeghuis in grote financiële problemen. De inkomsten uit de bijdragen van de betalende bewoners zijn erg laag. De prijzen zijn sinds 1920 niet meer aangepast. Een in dienst genomen administrateur voert belangrijke veranderingen door in de organisatie van de zorg om de zaak weer financieel vlot te trekken. Het Elisabeth Gesticht krijgt in 1960 een andere naam: ‘Huize Elisabeth’. Het woord Gesticht heeft een te negatieve associatie gekregen. In 1969 neemt de Stichting Verpleeghuizen Amsterdam het pand over en pacht het per jaar. Ze knapt het pand op, en laat de kapel tot recreatiezaal verbouwen.
Renovatie
In 1982 valt het doek voor het verpleeghuis. Bang voor het kraken van het pand plaatst de gemeente veertig krakers in de zijvleugel van het pand. De ‘sleep-in’ van de Rozengracht krijgt de rest van het pand toegewezen. Maar halverwege de jaren tachtig beëindigt de gemeente de subsidie. Om aan meer inkomsten te komen, opent de sleep-in een café-restaurant, een zaal met podium, een oefenruimte voor muzikanten, en in het weekend is het een drukbezochte discotheek.
De oorspronkelijke pensionkamers, waar de bewoonsters van de eerste en tweede klasse woonden en waar later de krakers zaten, zijn gerenoveerd. Woningcoöperatie Ymere verhuurt het tegenwoordig als HAT-woningen. Auteur Franca Treur woont er een tijd en schrijft de roman De Woongroep, die zich in het gebouw en in Oost afspeelt