Het Lloyd Hotel wordt in 1921 gebouwd door Evert Breman voor de Koninklijke Hollandsche Lloyd. Bedoeld voor de tijdelijke opvang van Oost-Europese landverhuizers naar Zuid-Amerika, kan het negenhonderd mensen herbergen. Na het bankroet van de rederij in 1935 komt het landverhuizershotel in handen van de overheid. Die huisvest er voor de Nazi’s gevluchte Duitse Joden. Tijdens de bezetting zitten er verzetsmensen gevangen en na de bevrijding collaborateurs. Het Lloyd Hotel is tot 1989 een (jeugd)gevangenis, waarna er kunstenaars intrekken. In 2004 vindt een transformatie plaats tot hotel voor ‘culturele bezoekers’. Alle hotelkamers, ingericht door bekende ontwerpers, zijn verschillend. De twee restaurants op de begane grond staan open voor gasten en buurtbewoners. Het hotel bevat ook een geluidsdichte muziekkamer en een bibliotheek.