Oud Nieuws | 17 februari 1960 – De bouw van een ondergrondse in Amsterdam is technisch mogelijk, maar zal aanzienlijke financiële offers vragen. Deze mededeling in de memorie van antwoord op de gemeentebegroting 1960 heeft de Amsterdammers niet erg optimistisch gestemd overeen spoedige verwezenlijking van een hoofdstedelijke metro.
Niettemin is het gemeentebestuur ervan overtuigd, dat een ondergronds tramnet op den duur noodzakelijk zal zijn om de verkeersproblemen in de toekomst het hoofd te kunnen blijven bieden.
Amsterdam is wat de metro betreft jaloers op Rotterdam. Niet dat men daar het probleem met meer voortvarendheid zou aanpakken, want dat gelooft men niet. Rotterdam biedt echter stedebouwkundige voordelen. waardoor kon worden volstaan met een ondergronds net, dat een derde of wellicht slechts een vierde van dein Amsterdam noodzakelijke lengte bedraagt.
Technisch zijn de moeilijkheden in Amsterdam ook groter dan in de Maasstad. Men behoeft slechts aan de binnenstad vol eeuwenoude en over het algemeen slechts lichtgefundeerde huizen te denken. De bouw van de metro mag de schoonheid van die binnenstad niet aantasten. Voorts moet de ondergrondse tramlijn onder een gordel van minstens vijf grachten door. Trouwens de gehele metro zal onder water komen te liggen. Het grondwaterpeil ligt in Amsterdam ongeveer een meter beneden het wegdek en reeds is becijferd dat het metronet op tien metei’ diepte zal moeten komen.
Wat de kosten betreft is het tunnelbureau met ƒ 30 miljoen per kilometer optimistischer dan de wat veeleisender commissie „verkeer en vervoer”, die ƒ 40 miljoen per kilometer heeft geschat. Komt men tot een compromis dan zou de Amsterdamse metro toch nog altijd circa ƒ 35 per strekkende millimeter gaan kosten.
Een metro in Amsterdam lijkt een utopie. Toch zal men de mogelijkheden van een ondergrondse ernstig moeten bestuderen.
Bron Twentsch Dagblad Tubantia
Foto Nationaal Archief