Zeeburgereiland is in een rap tempo aan het veranderen van een vergeten achterhoek ver van de stad, naar een spieksplinter nieuwe woonwijk vol met moderne flats. Maar hoe was het om hier op te groeien voor de nieuwbouw? En hoe hebben oorspronkelijke bewoners de plek zien veranderen? Ik spreek Robin, geboren en getogen op een woonboot aan het eiland.
Joost Verra
‘Koop een boot, werk je dood.’ Het is een uitspraak die de woonboot-eigenaren van Zeeburgereiland maar al te goed kennen, doelend op het eindeloze onderhoud dat benodigd is om boven water te blijven. Robin (30), verteld dat leven op het water niet zonder zijn eigen uitdagingen komt. Toch woont hij hier al sinds zijn geboorte met veel plezier.
Toen zijn vader een nieuwe plek zocht om te wonen, kwam hij via een tip van een vriend terecht bij het eiland. Een plek waar je, ver weg van de drukte van de stad, nog helemaal je eigen gang kon gaan. Zijn oude plekje in het centrum achter latend, bouwde hij hier een nieuw leven op. Met uiteindelijk een zoon: Robin.
‘In de binnenstad wonen lijkt mij niks’
‘Je leeft met de elementen mee, en dat vind ik fijn. Je ervaart het net allemaal even wat extremer dan als je in een betonnen gebouw woont. De natuur op het eiland, de vogels waarvan je hun hele levenscyclus mee maakt. Er leven hier een paar zwanen die mij altijd herkennen omdat ik ze vroeger brood gaf.’
In de binnenstad wonen lijkt hem dan ook helemaal niks. ‘Wonen op een boot schept ook een idee van ruimte en een soort vrijheid. Ik zwom in het groene water, schaatste als het kon. Bijna elke dag speelde ik buiten, reed zonder rijbewijs rond op een brommertje en beklom die oude silo’s in de sluisbuurt.’
Gemeenschap
Die vrijheid zie je ook terug in het type mensen die er wonen. Het zijn veel andersdenkenden, vrije geesten. Het eiland had een grote aantrekkingskracht op creatieve types en mensen die zich niet wilden conformeren aan de rest van de maatschappij. Daarnaast was, en is de gemeenschap nog steeds ook hecht, zegt Robin. ‘Iedereen kent elkaar. Met elke feestdag is er wel een buurtfeest en als je hulp nodig hebt staat er altijd wel een buurman voor je klaar.’
‘Dan moest ik in de regen houthakken’
Maar even makkelijk of leuk was het niet altijd. Zo had de boot van Robins vader geen centrale verwarming of riolering. Omdat hun kleine oliekacheltje snel kapot ging, maakten ze in de winter vaak gebruik van een houtkachel. ‘Dan moest ik van m’n pa weer in de regen hout gaan hakken’, grijnst Robin. ‘En als het vroor, barstte de waterleiding, waardoor we bijvoorbeeld niet konden douchen.’
Doordat de woonboot op relatief ondiep water dreef, kwam deze als de wind verkeerd stond nog wel eens droog te liggen. ‘Dan lag de boot schuin op de bodem en zag je alleen maar modder. Later hebben ze de bodem hier verdiept zodat dat niet meer gebeurt. Aan de andere kant kon het water soms ook zo hoog staan, dat je een trapje nodig had om in de boot te komen en de touwen bijna over de palen heen schoten.’
Open riool
Dat water zelf was overigens ook niet per se van de allerbeste kwaliteit. Of beter gezegd, het was letterlijk een open riool. Door het ontbreken van moderne riolering kwam de afvoer simpelweg in het open water uit. ‘Wij waren de laatste plek in de stad met een open riool. Je kon soms een drol zien drijven.’ Toch weerhield dat ze er niet van om gewoon in het water te zwemmen. Voor Robin was het volstrekt normaal. ‘Als je onder water ging en weer boven kwam, moest je maar goed je mond dicht houden tot je er helemaal uit was.’ Inmiddels zijn alle boten voorzien van de benodigde afvoerbuizen.
‘Je hoort ook wel bijna alles op zo’n boot. Ik kan bij wijze van spreken soms het gesprek van mijn buurman bijna volgen.’ Als er vrienden van Robin bleven overnachten, konden zij ook niet slapen van alle geluiden die daarbij kwamen kijken. De wind en het piepen en kraken van de boot was voor hen vreemd. ‘Ik word daar juist van in slaap gesust.’
Nieuwbouw
Op het vasteland, tegenover zijn woonboot, zitten er kunstenaars, verzamelaars en mensen die off the grid willen leven. Ook zijn er verschillende kleine bedrijfjes. Toch zullen zij in de loop van dit jaar plaats moeten gaan maken voor nieuwbouwplannen van de gemeente. Pal voor de woonboten gaat namelijk de nieuwe Baaibuurt-West gebouwd worden. De bewoners op het water kunnen in ieder geval wel blijven.
Had Robin liever dat het eiland bleef zoals het was? ‘Stiekem wel’, geeft hij toe. Ook vindt hij het jammer dat de bedrijfjes en mensen op het vasteland weg moeten. ‘Maar ik snap dat er heel veel woningnood is en dat er mensen moeten kunnen wonen.’ Toch is hij voorzichtig optimistisch over de buurt die voor zijn deur komt te liggen. ‘In deze hoek komt waarschijnlijk een park, waardoor wij niet direct tegen nieuwe woningen aan liggen. Daarnaast zal het huidige nieuwe groen een stuk meer volgroeid zijn.’

De snelle groei van het eiland heeft zo zijn voordelen en zijn nadelen, merkt hij op. ‘Het is een stuk beter bereikbaar geworden. Toen ik opgroeide was er niet eens een busverbinding, laat staan een tram. Bewoners kunnen nu hun dagelijkse boodschappen of een pizza hier op het eiland halen, dat kon vroeger ook niet. Er was hier eigenlijk niks behalve een tankstation en een grote waterzuiveringsinstallatie.’
“We zijn wel wat gewend”
Maar die nieuwe voorzieningen brengen ook nadelen met zich mee. ‘En er zijn natuurlijk een stuk meer mensen op het eiland, de wegen zijn veel drukker geworden.’ Daarbij zegt Robin wel dat wat overlast niet nieuw is. ‘We hebben de bouw van IJburg en van de woningen in de Sluisbuurt natuurlijk al meegemaakt, dus qua geluid zijn we wel wat gewend. Toch is het nog steeds wel vaak een rustig plekje.’
Het zal dus allemaal wat netter een aangeharkt worden in de toekomst. Met de komst van het midden- en hoogsegment wordt het type mens dat hier rond gaat lopen ook anders. ‘Er is nu veel verbinding met elkaar, met die nieuwe ontwikkelingen zie ik dat niet helemaal terug.’ Toch denkt Robin wel dat die verbinding die er nu is, zal blijven.
Hoelang hij hier nog woont weet hij niet. Wel weet hij dat Zeeburgereiland zijn thuis is. En hoe moet je deze plek omschrijven? Even blijft het stil. Toch kan hij gedecideerd een aantal woorden noemen: Uniek, charmant en ruig.