Op de hoek van de Middenweg en de Kamerlingh Onneslaan stond lang zonder enig teken van menselijke activiteit een solide baksteenkolos. Achter ramen waren schakelkasten zichtbaar  voor telecommunicatie. Inmiddels is door optopping de metamorfose naar appartementencomplex bovenop werkruimten voltooid.

Robert van Andel | Foto’s Henk Pouw

De KPN heeft het gebouw enkele jaren geleden kunnen ontruimen dankzij technologische ontwikkelingen zoals micro-elektronica, digitalisering, glasvezelnetwerken en mobiele telefonie. Al deze techniek is nu ondergebracht in een naastgelegen ongeïnspireerd bouwseltje met koelspleten. Dat maakt helaas een verrommelde indruk.

Over de herbestemming van het monumentale gebouw zelf heeft Dwars al bericht, maar ook andere lokale media als de websites van oost-online, het Geheugen van Oost en de Vrienden van de Watergraafsmeer hebben er over geschreven. Opnieuw een publieke functie, ook al zou dat maar deels zijn, is het niet geworden. De huidige eigenaar, AHAM, een particuliere stichting met een zakelijke en maatschappelijke doelstelling, realiseerde 33 appartementen, waaronder twee penthouses. Die zijn deels sociale woningen-, deels bestemd voor midden- en vrijesectorhuur. Samen met de werkruimten en ateliers op de begane grond, die nu afgebouwd worden, kan het geheel als een aanwinst voor de buurt gelden.

Portaal Hildo Krop
In 1923, twee jaar na de annexatie van de Watergraafsmeer,  werd de vijfde telefooncentrale van de Gemeentelijke Telefoondienst haaks op de Middenweg geplaatst werd. De stadsuitbreidingsplannen en het succes van telefonie maakten de centrale nodig. Het gebouw sloot als buur aan op  winkelpanden aan de Middenweg. Van de Kamerlingh Onneslaan was destijds nog geen spoor. Achter de bebouwing aan de Middenweg lag nog polderweide tussen Frankendael en Ringdijkbuurt. Rond 1960 werden enkele winkelpanden gesloopt voor de aanleg van de nieuwe verbindingsweg. Met de Kamerlingh Onneslaan lag plots de achterzijde van de centrale aan de openbare weg. Daar is toen een nieuwe ingang met portaal aangebracht. Hildo Krop beeldhouwde dit portaal in 1916 voor het Hoofdkantoor van de Gemeentetelefoon aan de Herengracht 295. De PTT liet dit kantoor in 1955 slopen en vervangen.

De dakopbouw is ontworpen door Ronald Jansen architecten. Het straalt architecturale ambitie uit. Het beslaat het hele dak en imponeert als een erop geplaatste grote doos. Rechthoekige kolommen vormen aan alle zijden over de hele hoogte de wanden van deze doos en zijn zo het dominante visuele kenmerk. Aan de lange zijden bevinden zich tussen de kolommen verdiept geplaatste glazen wanden. Aan beide korte zijden heeft de doos een uitbouw die de erkers op de eerste etage van het oude gebouw volgt. De ruimtes tussen de kolommen zijn hier op de hoeken blind en het ritme van de kolomstructuur verdicht zich aan de erkers waardoor de totaalindruk spannender wordt. Hier is ook glas verdiept aangebracht. De kolommen camoufleren fraai dat het een opbouw van twee etages betreft. In maatvoering en materiaalgebruik, gevlamd graniet, zijn de kolommen gelijk aan de gehandhaafde horizontale banden die oorspronkelijk de daklijsten van het gebouw vormden. De dakopbouw contrasteert in vorm en materiaalgebruik, natuursteen en glas, met de baksteenwanden en de ramen in kozijnen, nu zonder glasroeden, van het oude gebouw. Het contrast vloekt niet doordat bij de plaatsing van de kolommen de relatie tussen het oude en het nieuwe zorgvuldig werd gelegd. Uit het zicht van buitenstaanders kunnen bewoners en bezoekers van het gebouw genieten van twee originele schitterend vormgegeven  trappenhuizen. Deze zijn nu doorgetrokken tot in de opbouw. Historische details als kleurgebruik bij schilderwerk en smeedwerk aan de deuren worden in ere hersteld uit respect voor het gebouw, ook al is het officieel geen monument.

Hergebruik
Optopping van gebouwen is tegenwoordig allerminst zeldzaam. Het geeft ruimtewinst zonder dat nieuwbouw beslag legt op schaarse grond. Als goede gebouwen met kwaliteit hun functie verliezen is hergebruik verre te verkiezen boven sloop omdat het duurzamer is. Bovendien dragen bestaande gebouwen vaak, zoals ook hier het geval is, geschiedenis en cultuurhistorisch aantrekkelijke vormgeving met zich mee. Hergebruik behoudt deze waarden. De naam ‘Telefoondienst’ die het gebouw nu als appartementencomplex weer terug heeft gekregen, is een leuk voorbeeld daarvan. Altijd al blijkt aan de parkzijde van het gebouw de naam ‘Telefoondienst’ in prachtige smeedijzeren Amsterdamse School letters gestaan te hebben, maar dat was meer dan zestig jaar lang verborgen voor vrijwel iedereen.

Pad inlopen
Voor nieuwsgierigen loont het nu om vanaf de Middenweg het bestrate pad aan de Frankendaelzijde van het gebouw in te lopen. Hier ligt aan een verrassende binnenplaats rechts nog aan de Middenweg een laag gebouw, nu een woning, dat oorspronkelijk postkantoor was. Verderop links tussen bomen ligt de voormalige directeurswoning. De oude hoofdingang van ‘Telefoondienst’ is aan de binnenplaats gesitueerd tussen decoratief symmetrisch aangebracht metselwerk in Amsterdamse School stijl. De toenmalige huisarchitect van Publieke Werken, Albert Boeken (1890-1951), lijkt zich hier uitgeleefd te hebben. Boeken keerde zich echter in de jaren daarna af van de Amsterdamse School stijl en werd pleitbezorger voor ‘Het Nieuwe Bouwen’. In de vormgeving van het postkantoor en de directeurswoning, met nadruk op horizontale lijnen en het blokkendoosachtige, komt dit al naar voren. De beide woningen maken geen deel uit van de verbouw.

De zwarte aanslag op Hildo Krop’s portaal is onlangs verwijderd. Grote gestapelde ruw gehakte blokken van muschelkalksteen bepalen het beeld. Slechts een vage aanduiding rest van de staande figuren die aan beide zijden in reliëf gebeeldhouwd zijn. Links en rechts op de geprononceerde bovenhoeken zijn ruggelings in paren de details van dierenkoppen te zien, die de vier windstreken vertegenwoordigen. De zware architraaf/bovenbalk is een zelfdragende constructie, twee tapse zijdelen met een forse sluitsteen. Op de sluitsteen bevindt zich een gaaf Mercuriuskopje met gevleugelde helm boven een herautstaf met twee in elkaar gekronkelde slangen. Het symboliseert, toepasselijk voor telefonie, de boodschapper die met zijn staf overal ongehinderd mag passeren. In smeedijzer zijn ook hier de woorden ‘Telefoondienst’ aangebracht. Het portaal kan niet tot Hildo Krop’s beste werk gerekend worden. De zeemonsters op de uiteinden van de leuning van de Oetewalerbrug over de Ringvaart vlakbij zijn wel een prachtig voorbeeld daarvan.

De revolutie die het gebouw nu ondergaan heeft, is niet de eerste. In de naoorlogse jaren voltrok zich in de technologie van de telefonie een automatiseringsrevolutie. De telefonistes die telefoonlijnen met elkaar verbonden werden toen overbodig. Rijen schakelkasten vervingen hun werk en tegelijk met de telefonistes werd ook de plaatselijke directeur overbodig.