Home Dwars nieuws Tussen betrokkenheid en bemoeizucht

Tussen betrokkenheid en bemoeizucht

0

Een lezeres reageerde op de oproep in de vorige Dwars. Zij woont in Middenmeer. Het is er gemoedelijk en rustig, als ‘een dorp in de stad’. In een één op één gesprek stelde ik haar de volgende vragen.

Anne De Smet

Wat is het verschil tussen betrokkenheid en bemoeizucht?
De vraag raakt me. In de praktijk heeft het me de nodige moeilijkheden bezorgd. Ik was wijkverpleegkundige. In mijn professie heb ik mensen soms moeten dwingen om dingen zelf te doen omdat het vanuit gezondheidsoogpunt beter was. Is dat bemoeizucht?

Kun je een voorbeeld geven over dit verwijt?
Een vrouw met diabetes weigerde om zichzelf insuline toe te dienen. Haar motivatie was, dat ik als betaalde kracht dat ‘moest’ doen terwijl ze dat best zelf kon. Het was hartje winter en wekenlang spekglad. Ik herinner me dat ik enkele keren op handen en voeten tot bij haar voordeur ben gekropen. Daarom heb ik haar op een dag gedwongen om zichzelf te leren spuiten. Als ik het zo zeg vind ik het ‘koud’ klinken maar in de professionele sfeer moet je af en toe ‘op je handen zitten’. Ik herinner me nog zo’n situatie waarbij ik moest denken voor de patiënt. Na haar douchebeurt bleef de oudere vrouw op mij wachten om zich aan te kleden. Ik bleef beschikbaar, weliswaar met de handen op de rug. Aankleden ging langzaam en niet moeiteloos maar dat was beter opdat haar stramme schouders niet zouden verstijven.

Wat versta je onder betrokkenheid en bemoeizucht?
Betrokkenheid gaat over relaties. Het betekent dat je niet neutraal tegenover een persoon staat. Je wilt graag iets doen met of betekenen voor die ander. Zonder iets terug te verwachten kun je heel veel plezier beleven aan zo’n relatie. Met mijn patiënten was ik beroepsmatig betrokken. Bemoeizucht heeft een negatieve connotatie. Dan gaat het om ongewenste inmenging in het leven of de situatie van een ander.

Waar ligt de grens tussen beide en slaat betrokkenheid om in bemoeizucht?
Het is een complex veld, een duidelijke grens is er niet. Zowel in de professionele als in de persoonlijke sfeer roept het veel vragen op. Staat iemand er bij stil hoe ver hij kan of soms ook moet gaan? Hoe ervaart men inmenging? Wat kan iemand zelf en wat niet meer? Wie beslist dat? Uiteindelijk beslist ieder over eigen leven.

In de professionele sfeer is het gemakkelijker te legitimeren. Het beroepsprofiel is in dat geval de basis om op terug te vallen. Wanneer ik denk aan de verwarde man op straat of de verslaafde waarvan de wil is verlamd noem ik het bemoeizorg. Als zo iemand dan toch graag wil dat je betrokken bent is het niet moeilijk om dat ook te zijn; tenzij je dat zelf niet wilt. In een persoonlijke relatie kan het moeizamer gaan omdat je te maken hebt met liefde of genegenheid. Wellicht kom je dan ongewild te dichtbij met ‘goede zorgen’. Je wilt dat de ander het goed heeft. Emotie speelt een grotere rol.

Hoe verhouden zich de professionele relatie en de persoonlijke relatie?
Ik wil aanstippen dat er een verschil is tussen professionele en vrijwillige hulp. Vrijwillige hulp wordt gegeven vanuit betrokkenheid en de wil om de ander te helpen, zo goed als men kan. Professioneel wordt hulp gegeven vanuit deskundigheid, waarbij al of niet samen met de hulpvrager overlegd wordt wat nodig en mogelijk is. In elk beroep kun je je persoonlijk betrokken voelen en dat vind ik heel belangrijk. Een verpleegkundige in spe wordt geleerd om distantie te bewaren. Ik denk dat de norm voor de beroepshouding een maximale betrokkenheid met behoud van distantie zou moeten zijn. Verpleging is een ‘professionele huis, tuin en keuken werkrelatie’ die omdat het om een kwetsbare situatie gaat, dichtbij een persoonlijke relatie ligt. Niet iedereen kan dat. Ondanks alle goede bedoelingen kan het lelijk mislopen.

Lijken deskundigheid en betrokkenheid soms onverzoenlijk?
Soms zijn mensen blij met wat je doet. Dat geeft plezier en energie. Maar het kan ook gebeuren dat je elkaar niet aardig vindt en dan is het moeilijk om betrokken te zijn.

Hoe uit zich betrokkenheid buiten je professie?
Ik was mantelzorger van mijn dementerende moeder en genoot van de zorg die zij zich liet welgevallen. Wij vonden dat beiden fijn en hadden het gezellig samen; in tegenstelling tot het zorgen voor mijn verstandelijk gehandicapte zus die altijd protesteert als ze naar de tandarts moet. Maar ze moet mee voor haar welzijn, of ze wil of niet.

Kun je betrokken zijn zonder zorgzaam te zijn?
Ik ben al gauw geneigd om zorgzaam te zijn, van jongs af aan. Een vriendin van mij heeft een moeizaam huwelijk. Als ze vertelt luister ik en voel me betrokken. Ze vroeg advies voor de omgang met haar partner. Daarover hadden we een briefwisseling. Door me in te leven heb ik haar uit betrokkenheid bijgestaan. Ik verwachtte niet dat ze mijn raad op zou volgen. Zij kiest zelf. Ik zorg niet voor haar en wil dat ook niet.

Kan betrokkenheid in de weg staan?
Ik was betrokken bij het leven van mijn ‘stief-schoonmoeder’ die in een rolstoel terecht kwam. Er was niet veel liefde in het spel. We wilden zorg bieden bij de dingen die ze zelf niet meer kon. Ze vertaalde onze zorgzaamheid of bezorgdheid in bemoeizucht en had niemand nodig. Maar als ze ’s nachts uit bed viel en op het alarm drukte, raad eens wie er dan mocht komen helpen? Ondanks de welwillendheid heeft ze ons als machtsblok ervaren. Ze wilde niet t afhankelijk zijn maar als mens zijn we altijd afhankelijk van anderen. Als ik afhankelijk ben heeft de ander er ook baat bij om betrokken te zijn. Mijn moeder liet zich met alle plezier verzorgen en ik was afhankelijk dat zij het zo fijn vond. Ik ‘mocht’ zorgen en ontleende bevestiging aan deze vrijwillige en wederzijdse afhankelijkheid.

Wie heeft de zorg eigenlijk nodig: degene die hulpbehoevend is of ook degene die de hulp geeft?
Dan kom ik uit op dankbaarheid. Als ik erop uit ben is het fijn dat het gebeurt. Maar verwachtingen kunnen ook in de weg staan. ‘Zorgen’ zonder iets terug te verwachten vind ik fijn. Door deze houding sta ik stevig in mijn schoenen.

Wat is onbetrokkenheid?
Niet betrokken blijf je bij een incident op straat wanneer iemand struikelt en je helpt met overeind komen. Na alle strijd is de relatie met mijn stief-schoonmoeder verbroken. Ik worstelde met onmacht en het idee van naastenliefde tot ik inzag dat ik niet alles hoefde te kunnen. Dat betekende zowel bevrijding als radicaal afscheid.

Zijn er parallellen over bemoeienis te vinden?
Mijn man en ik maakten een fietstocht door Nederland. Iemand vroeg ons welk pad we namen. Geen enkel, elke dag stippelen wij iets uit. De tip: dan ‘moeten’ jullie de NAP-route volgen. De ander wist het beter en voelde zich beter. Het moment dat ik mijn auto weg deed. Aan autorijden heb ik een hekel, de trein bevalt beter. Ik kreeg veel reacties en ideeën over me heen. Ik probeer me niet te bemoeien met mijn vriendinnen. Ik ben geïnteresseerd, laat oordelen, meningen, adviezen thuis tenzij men erom vraagt.

Slotbeschouwing
In ons onderzoek naar het verschil tussen betrokkenheid en bemoeizucht ligt een onderliggende vraag ‘wie beslist’. Een onwenselijke eenzijdige beslissing over iemand schakelt wederkerigheid uit en is bemoeizucht. Onverschilligheid staat haaks op betrokkenheid. Eenzijdige betrokkenheid is dan ook een tegenspraak. Betrokkenheid is wederkerig. Hoe wordt de mate van vrijwillige betrokkenheid ervaren? Gaat men bewust om met eigen en andermans emoties? Is er genegenheid? Voor elke relatie is na te gaan waar het zwaartepunt ligt en naar welke kant de balans doorslaat.