De helft van de tijd woon ik in Amsterdam-Oost en de andere helft in Dublin. Het is natuurlijk niet zo duurzaam om geregeld heen en weer te vliegen, maar met mijn leven verdeeld tussen beide landen kan dat bijna niet anders. Ik heb geen auto, en eet al meer dan twintig jaar geen vlees, maar of dat echt als compensatie geldt, weet ik niet. Voor mijn bezigheden als schrijver is het in ieder geval gunstig om af en toe van fysieke plek te wisselen. Het levert steevast nieuwe inspiratie op, die ik het afgelopen jaar gretig vastpakte om Ode aan Oost en Let’s talk Dutch te maken.
Lucy Deutekom
Mijn Nederlandse lessen aan volwassenen inspireerden mij tot het schrijven van een Engelstalig boek over Nederlandse uitdrukkingen. Uitspraken als ‘het water staat me tot aan de lippen’, ‘geld over de balk smijten’ en ‘eieren voor je geld kiezen’ vertellen iets over wat typisch Nederlands is. Het zijn eeuwenoude uitdrukkingen die onze traditionele manier van doen blootleggen. ‘Met de deur in huis vallen’ zegt iets over wat kennelijk ons eigen is; direct to the point komen en er geen doekjes om winden.
Uit de interviews die ik hield onder mijn studenten en andere nieuwkomers stond de directheid hoog op het lijstje van verrassingen. Engelsen en Ieren moeten hier het meest aan wennen, en zien dit in het begin als bot en onbeleefd. (Dat is mijn interpretatie want ze waren niet zo direct om dit te zeggen.) Hun verbazing is echter niet zo gek als je je bedenkt dat ze een keurige rij vormen bij de bushalte, en een ‘thank you’ altijd nog weer met een ‘you’re welcome’ of ‘no problem’ beantwoorden.
Na de eerste gewenning in Nederland vinden velen relatief snel hun draai, en prijzen daarbij onze tolerante en open houding. Sommigen vinden onze directheid verfrissend, eindelijk hoeven ze niet meer te raden naar wat iemand nu écht bedoelt of probeert te zeggen. Open en eerlijk kan een verademing zijn. Desondanks zeggen enkelen het soms moeilijk te vinden Nederlandse vrienden te maken. En wat ook niet altijd even soepel gaat, is het leren van de taal. Dagelijks zie ik mijn studenten zweten en zwoegen en maar mondjesmaat de grammaticaregels toepassen.
Nederlands is een vreselijk lastige taal, met meer uitzonderingen dan regels, dus dit is volkomen begrijpelijk en ik heb respect voor elke verwoede poging. Van alle nationaliteiten denk ik dat Engelstaligen het meeste moeite hebben met Nederlands spreken, voor een deel ligt dit aan de ‘g’ klank, maar ook aan het feit dat bijna iedereen Engels spreekt.
De ‘puntjes op de i zetten’ bestaat niet letterlijk in het Engels, maar wel weer in het Italiaans.
Met half gevorderden en gevorderden vind ik het leuk gezegdes en uitdrukkingen te behandelen, ik geef bijvoorbeeld een quiz waarbij ze de betekenis moeten raden. De meest creatieve oplossingen worden bedacht, en het is grappig om de soortgelijke varianten in andere talen te horen. De ‘puntjes op de i zetten’ bestaat niet letterlijk in het Engels, maar wel weer in het Italiaans. Het levert grappige gesprekken op en dit gaf me het idee een boekje erover te schrijven.
In Ierland is het gebruikelijk om bij iemand thuis eerst een drankje of eten af te wijzen en pas bij de tweede of derde keer vragen in te stemmen. Bij ons hoeft dat niet zo omslachtig, en dit leverde voor een Ierse vrouw de ongemakkelijke situatie op dat ze bij haar Nederlandse schoonouders niets te drinken kreeg, nadat ze had geantwoord niets te willen. Ook het strak plannen van sociale afspraken werd door mijn studenten herhaaldelijk genoemd, het bekende ‘even mijn agenda pakken’ voor een kop koffie.
Hier is de communicatie informeler en jovialer, net als de kleding die we dragen naar kantoor.
En wist je dat we in buitenlandse ogen een erg platte hiërarchie op de werkvloer hebben? Blijkbaar spreekt men in veel andere landen met meer ontzag en afstand tegen een leidinggevende of professor. Hier is de communicatie informeler en jovialer, net als de kleding die we dragen naar kantoor of school. In veel Europese landen dragen kinderen een uniform op privéscholen, in het Verenigd Koninkrijk en Ierland zelfs op een meerderheid van de openbare scholen.
Op mijn beurt moest ik als Amsterdamse inburgeren in Ierland. Niet zo heel moeilijk, want de Ieren zijn ontzettend warme en vriendelijke mensen. Hoe meer mensen ik in Dublin ontmoette en te weten kwam over de geschiedenis van het land, spannende IRA-verhalen en de tragiek van de hongersnood, hoe meer respect en liefde ik kreeg voor het land. De Ieren kunnen als geen ander tegenspoed draaglijk maken met een anekdote of grapje dat vooral zelfspot is. Die humor is heerlijk relativerend, en ik denk dat ze door het natte klimaat en die sombere geschiedenis het relativeren tot een kunst hebben verheven. Een les die ik ter harte neem. In december ga ik er weer heen, en ben voorlopig nog niet uitgeschreven.
Stuur een mailtje naar [email protected] als je mijn tweemaandelijkse auteursbrief wilt ontvangen of neem een kijkje op de website van Let’s talk Dutch