Tijdens het WeMakeThe.City festival dat van 17 tot 23 juni plaatsvond, werd op verschillende locaties over de toekomst van de stad gesproken, nagedacht en van gedachten gewisseld. Een week lang stond de stad in het teken van urgente stedelijke vraagstukken en oplossingen. In het Architectuurcentrum Amsterdam (Arcam) werd in dat kader het Resilio project gepresenteerd. Dit hoog geprofileerde project, gesubsidieerd door de EU en onder auspiciën van wethouder Ivens, heeft tot doel de stad weerbaarder maken tegen de gevolgen van de klimaatverandering.
Eelco Hiemstra
Daken zijn hot, letterlijk en figuurlijk. Steeds meer mensen realiseren zich dat we daar meer mee moeten en kunnen doen. Ook de Amsterdamse politiek maakt zich daar hard voor. Onlangs werd er in de gemeenteraad een motie aangenomen die ertoe moet leiden dat woningcorporaties verplicht worden hun daken te vergroenen of er zonnepanelen op te plaatsen.
RESILIO staat voor Resilience nEtwork of Smart Innovative cLImate-adaptive rOoftops. In dit pilot-project wordt op vier zogenaamde regenwaterknelpunten in de stad een netwerk van slimme daken aangelegd op huurwoningen van corporaties. In Oost moeten deze daken op Kattenburg en in de Oosterparkbuurt helpen de wateroverlast tijdens stortbuien te verminderen en zal worden onderzocht hoe deze bijdragen aan de leefbaarheid van de stad en helpen de afname in biodiversiteit tegen te gaan.
Consortium van partijen
De projectmanager van Resilio, Aage Niels Holstein, toont zich een tevreden mens tijdens de bijeenkomst in Arcam. Hij heeft meer grote interdisciplinaire projecten geleid voor de gemeente en is uitermate enthousiast over de samenstelling van het consortium van de bij dit project betrokken partijen. Naast de gemeente en Waternet bestaat deze uit de corporaties die eigenaar zijn van de woningen, onderzoekers van de Vrije Universiteit en de Hogeschool van Amsterdam en echte ‘dakspecialisten’: Consolidated, Rooftop Revolutions en MetroPolder Company. Van de meeste van deze partijen waren er 18 juni in Arcam vertegenwoordigers aanwezig om de toehoorders tekst en uitleg te geven.
Informatie over daken tot op straatniveau
Een belangrijke partner in Resilio is Consolidated. Dit Amsterdamse bedrijf verzorgt al decennia onderhoud van daken voor gebouweigenaren en beheerders. In hun Dakota Dakmanagement-systeem verzamelen zij alle informatie over de Amsterdamse daken tot op straatniveau. Zij kennen de samenstelling van de daken, de staat van onderhoud en weten door afhandeling van meldingen van lekkages waar problemen zijn met de hemelwaterafvoer. Deze informatie gebruiken ze om eigenaren, zoals woningcorporaties, te adviseren over planmatig onderhoud en vervanging van daken.
Omdat veel in het leven uiteindelijk toch om geld draait, is dat laatste van grote waarde geweest voor Resilio. Door de informatie uit Dakota op straatniveau over de informatie over wateroverlast door regenval van Waternet te leggen, konden de vier meest geschikte regenwaterknelpunten gekozen worden. Gebieden waar er sprake was van overlast en waar geschikte daken voorhanden waren waarvan de bedekking ook nog eens op niet al te lange termijn aan vervanging toe was. Naast Kattenburg en de Oosterparkbuurt waren dat de Bellamybuurt in West en Geuzenveld in Nieuw-West.
Rooftop Revolutions
Overal waar het gaat over het beter benutten van de daken in onze stad vind je Jan Henk Tigelaar, directeur van Rooftop Revolutions. Zijn bedrijf is binnen Resilio de aanjager en hebben als geen ander goed zicht op wie, waar ter wereld dan ook, waar mee bezig is en kunnen partijen informeren, met elkaar in contact brengen en adviseren over bijvoorbeeld de financiering en subsidiemogelijkheden.
Daklandschap waarin schapen grazen
Tigelaar droomt van een volledig groen Amsterdams daklandschap waarin schapen grazen. Zo ver is het nog niet maar als het aan hem ligt kan dat niet snel genoeg gebeuren.
Meer dan waterberging alleen
Het tegengaan van wateroverlast door hevige stortbuien in de stad is volgens Tigelaar noodzaak. Daarnaast kunnen groene daken, zelfs de meest simpele, ook bijdragen aan de oplossing voor andere, nauwelijks minder urgente problemen.
Door de verdichting van de stad, de verstening en het daardoor ontstaan van een hitte-eilandeffect, is het temperatuurverschil tussen stad en het omringende platteland op warme dagen soms tegen de 8 graden. Op een bitumendak kan de temperatuur ’s zomers oplopen tot zo’n 80 graden, een groen dak wordt nauwelijks warmer dan de buitenluchttemperatuur.
Dit hitte-eilandeffect heeft zeer nadelige gevolgen voor de leefbaarheid van de stad. De mortaliteit gaat omhoog, de arbeidsparticipatie omlaag, de stad komt als geheel in een zeer ongezonde situatie terecht.
Een derde argument voor het vergroenen van daken is biodiversiteit. In mei van dit jaar publiceerden de Verenigde Naties een rapport over de afnemende biodiversiteit en de conclusies van dat onderzoek zijn alarmerend. Een miljoen soorten levensvormen staan op de rand van uitsterven en met name de insectenpopulatie staat onder druk. Insecten zijn een belangrijke bouwsteen voor alle leven op aarde en Tigelaar spreekt in dit geval over een mogelijke ‘6th wave of mass instinction’. Massaal inzetten op groene daken kan helpen dit tegen te gaan.
Polderdaken
Maar wat is nu eigenlijk een groen dak? Wat is een blauw-groen dak? En een slim dak, hoe werkt dat? Hoe kunnen ze bijdragen om de stad weerbaarder te maken voor de gevolgen van de klimaatverandering? Als er iemand is die antwoord op die vragen kan geven is het wel Friso Klapwijk.
Klapwijk is directeur van MetroPolder Company, een spin off van De Dakdokters die zich bezighoudt met het ontwerp en aanleg van zogenaamde Polderdaken. Hij is verbaasd hoe wij in onze stedelijke woonomgeving omgaan met regenwater. Als het regent is dat een zegen voor de natuur en voor de boer, maar hier in de stad zijn we er veel minder blij mee. Wij doen het regenwater, liefst zo snel mogelijk, in een buis en voeren het af. Dat wil Klapwijk veranderen.
Regenwater als grondstof
Ook in de stad moeten we het regenwater als een grondstof gaan zien. Daarvoor wil hij de daken onderdeel maken van het watersysteem van de stad. Wat er aan water wordt geborgen op de daken hoeft niet meer (direct) afgevoerd worden door het bestaande systeem van riolering en grachten.
De oplossing daarvoor zijn eigenlijk platte watertanks op het dak. Dit idee ontmoette echter veel scepsis want er zijn momenten, bijvoorbeeld in de winter, dat je beslist geen laag water op je dak wil hebben staan. Om dat te kunnen regelen worden sensoren en regeltechniek toegepast. Dat concept, een geregeld blauw-groen dak, werd Polderdak gedoopt.
Traditioneel groen dak versus polderdak
Een traditioneel groen dak bestaat uit twee lagen. Op het bestaande dak wordt een water- en wortelwerende laag aangebracht waarop het substraat, een aardlaag, wordt gestort waarin de begroeiing wordt aangeplant. Door deze aardlaag op het dak wordt regenwater voor een bepaalde tijd, maar niet regelbaar, opgevangen.
Een Polderdak bestaat uit twee lagen meer. Op de water- en wortelwerende laag wordt eerst een soort modulair legosysteem van plastic kratjes aangebracht waarin het regenwater wordt opgevangen. Hier overheen wordt een filtervlies aangebracht zodat het water in het reservoir schoon blijft. Hier bovenop wordt een laag substraat aangebracht die aanmerkelijk dunner is dan die van een traditioneel groen dak. Het vochtgehalte van deze laag is zelfregulerend. Door een vrij eenvoudig technisch principe dat capillaire irrigatie heet, wordt het water als door een soort tampon omhoog gezogen in de bovenliggende aardlaag.
Sommige belangen op het dak zijn tegenstrijdig. Voor de planten op het dak wil je voldoende water op het dak opgeslagen hebben maar om stortbuien op te kunnen vangen moet je daar nog wel voldoende bergingscapaciteit voor over hebben. Om het waterniveau op het dak te regelen wordt een klep toegepast om, indien noodzakelijk, water af te kunnen voeren.
Optimalisatie van de klep
De Vrije Universiteit doet binnen Resilio onderzoek naar de besturing en de optimalisatie van het gebruik van deze klep. Met de juiste besturing van de klep kunnen de verschillende functies van het blauw-groene dak geoptimaliseerd worden. Door gebruik te maken van weersvoorspellingen over zowel lange als korte termijn voor de regeling van de klep, kan er van te voren al worden beslist wat deze moet doen. Zo kan er bijvoorbeeld voorafgaand aan een stortbui voldoende water geloosd worden en bergingscapaciteit op het dak gecreëerd worden om het riool tijdens de bui weer te ontzien.
Door de daken in een regenwaterknelpunt in een netwerk aan elkaar te knopen en gezamenlijk te monitoren en te regelen, ontstaat inzicht in de waterbergende capaciteit die er op dat moment binnen dat netwerk nog is om overstromingen in de omgeving tegen te kunnen gaan.
Hitte
Het onderzoek naar het effect op de hitte door het gebruik van blauw-groene daken, wordt gedaan door de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Zij meten de toename van het comfort van de bewoners op het dak, in het geval dit publiek toegankelijk is, en doen ook metingen onder het dak naar de isolerende werking.
Daarnaast voert de HvA modelberekeningen uit naar het effect van blauw-groene daken op de hitte in de stad. Dit is vanwege de kleine schaal echter voorlopig nog slecht praktisch aan te tonen. Als de hele stad blauw-groene daken zou hebben verwacht men wel veel effect. De stad zou in de zomer zo’n twee graden koeler worden.
Smartroof 2.0
De basis van alle innovatie, eigenlijk de voorloper van Resilio, ligt op het Marineterrein. Hier is in 2017 op een bestaand gebouw het zogenaamde Smartroof 2.0 aangelegd. Hier worden verschillende testopstellingen nauwkeurig gemonitord met behulp van 57 sensoren. De sensoren op dit dak meten de verdamping om zo wetenschappelijk te kunnen onderbouwen wat de daadwerkelijke verkoelende capaciteit van blauw-groene daken in steden is.
Hoewel het er oorspronkelijk niet voor bedoeld is, biedt Smartroof 2.0 ook tot op zekere hoogte de mogelijkheid om te kunnen toetsen wat groene daken kunnen bijdragen aan de biodiversiteit. Biologen vonden op dit toch nog betrekkelijk nieuwe stukje groen een grote hoeveelheid aan spinnensoorten aan, zelfs een soort waarvan ze dachten dat die niet meer voorkomt.
Dat het blauwgroene dak ook van grote invloed is op de temperatuur onder het dak werd onlangs ook op een nog wat minder wetenschappelijke manier aangetoond. Toen de airconditioning van het gebouw op het Marineterrein defect was, werd dit pas in een zeer laat stadium door de gebruikers van het pand ontdekt.
Participatie
Wat gaan bewoners van Kattenburg of de Oosterparkbuurt merken van Resilio? Wat betekent het voor de huurders in de gebouwen waarop slimme daken worden aangelegd? ‘Niet veel’, was de mening van de betrokken woningcorporaties. Huurders hebben doorgaans geen toegang tot de daken, ondervinden geen nadelige gevolgen van de vergroening daarvan en hebben om die redenen daarom ook geen stem in die plannen.
Desondanks hechten onderzoekers van de HvA groot belang aan participatie van de bewoners. Wil je kunnen doorpakken met deze maatregelen dan is volgens hen bewustzijn en draagvlak nodig. Bewoners zijn een bron van informatie en kan er eventueel aangesloten worden bij bestaande initiatieven op buurtniveau.
Om in kaart te brengen wat er in de verschillende buurten leeft op dit gebied en een indruk te krijgen van de effecten van de verschillen in demografie tussen deze buurten gaat de HvA vanaf september/oktober bewoners interviewen en straatenquêtes houden.
Blauw-groen en geel
Resilio is een pilotproject waarin 10.000 m2 aan slimme daken verdeeld over vier verschillende locaties in de stad worden aangelegd. Dat lijkt veel maar is nog geen tiende procent van de 12 km2 aan onbenutte platte daken in de stad. Toch is het belang van het project groot en wordt het in de rest van de wereld met belangstelling gevolgd.
Het is niet het enige project van de gemeente om daken beter te benutten. Ook in het kader van het programma ‘Klimaatneutraal’ is de gemeente in gesprek met de woningcorporaties over het gebruik van hun daken. Daarbij wordt stevig ingezet op het plaatsen van zonnepanelen, de zogenaamde gele daken.
Hoewel de combinatie tussen blauw-groene en gele daken voor beide functies theoretisch voordelen biedt, is men daar nog niet erg concreet mee bezig. Dat een zonnepaneel meer oplevert op een koel blauw-groen dak en de biodiversiteit gebaat kan zijn bij de aanwezigheid van zonnepanelen is duidelijk. Voor de concrete effecten daarvan en de optimale balans tussen geel en blauw-groen is meer onderzoek noodzakelijk die (voorlopig) buiten de scope van beide projecten valt.