Met een mooi ledenaantal van 340 en de thuishal in de Wethouder Verheijhal vormt volleybalvereniging een kern van sportiviteit en verbinding in de buurt. De club is een hechte gemeenschap, waar sport en saamhorigheid hand in hand gaan. Al sinds 1951 biedt Albatros ruimte aan spelers van alle leeftijden en niveaus, van jeugdteams tot senioren.
‘De leden zijn dé vereniging’, benadrukken voorzitter René van den Berg en vicevoorzitter Jan Ehrhardt. ‘Met elkaar en voor elkaar zorgen zij voor een club waar gezelligheid en plezier binnen en buiten het volleybalveld centraal staan. De kleinschaligheid creëert een sfeer van ons-kent-ons, een club waar je bij wilt horen.’
Vanaf de opening van de nieuwe sporthal in 2008 groeide Albatros van zeven seniorenteams en een handvol jeugdleden naar de huidige structuur met negen damesteams, zeven herenteams en meer dan vijfentwintig jeugdteams. Deze groei kwam niet vanzelf. ‘We maakten een goed plan en trainingsprogramma’, vertelt voorzitter René. ‘Had je gymschoenen bij je en wilde je een keer meedoen, dan kon dat. Zo groeide de vereniging organisch en werden we elk jaar weer groter’, vertelt Jan.
Twee keer per jaar trekt Albatros volle zalen met de ‘Super Fridays’, waar jeugdteams, dames 1 en heren 1 in één avond spelen naast elkaar in de hal. Dit evenement benadrukt de rol van de vereniging als ontmoetingsplek. Expats vormen inmiddels een derde van de seniorleden, met teams waar Engels de voertaal is. René: ‘Ons heren 1-team bestaat uit spelers van vier continenten en negen landen, met zelfs Oekraïners en Russen die samen het veld delen.’
De drijvende kracht achter Albatros ligt bij de vrijwilligers. Ruim veertig trainers, scheidsrechters en teamcoördinatoren zetten zich in. Jeugdtrainer Rik Burger ontving zelfs de Amsterdamse Heldenspeld voor zijn onvermoeibare inzet, met name tijdens de coronaperiode, toen hij jeugdteams buiten liet trainen. René prijst de betrokkenheid: ‘Dat Albatros nog een echte vereniging blijft, met zoveel vrijwilligers, is een bijzonder gegeven in deze tijd.’
Albatros stuit soms op logistieke obstakels. Door beperkte zaalcapaciteit kan de club niet verder groeien. Daarnaast zorgt een strikte sluitingstijd van 23.00 uur soms voor uitloopproblemen, wat extra druk legt op wedstrijden. Ook hangen er al jaren ballen vast in de dakconstructie van de hal, ondanks herhaalde verzoeken aan de gemeente om er wat aan te doen. Toch kijkt de club vooral naar wat wél kan. Beachvolleybal op sportpark Voorland en de goedbezochte thuiswedstrijden illustreren de organisatorische kracht van Albatros. Daarnaast traint de club vier avonden ook in de hal van het Montessori College aan de andere kant van de Polderweg.
Zowel op het veld als in de cultuur binnen de vereniging voelt iedereen zich welkom. ‘Onze club vormt een thuis voor jong en oud’, zegt Jan, wijzend op teamgenoten die zelfs de leeftijd van 74 zijn gepasseerd. Albatros bewijst dat een sterke vereniging meer is dan sport alleen. ‘Onze club verbindt, inspireert en biedt een plek waar iedereen zich thuis voelt.” In de woorden van René: ‘Een club om trots op te zijn.’