Home Kunst KunstPortret: Is Yolanda Huntelaar kunstenaar?

KunstPortret: Is Yolanda Huntelaar kunstenaar?

0

In Oost wonen en werken veel kunstenaars van talloze disciplines. Anne-Mariken Raukema zoekt elke twee weken een kunstenaar op. Yolanda Huntelaar van Werkplaats Amsterdam bijt het spits af.

Anne-Mariken Raukema

Yolanda Huntelaar volgde de Rietveld Academie, maar noemt zichzelf geen kunstenaar. ‘Dat schept maar verwachtingen.’ Ze werkt als autonoom grafisch ontwerper. Dat is een ander vak dan dat van grafisch vormgever in opdracht van uitgeverijen, redacteuren en schrijvers, wat ze ook is. Een ontwerper initieert zelf en bedenkt iets vanaf het begin, waar een vormgever werkt met andermans materialen. Regelmatig neemt ze een klus aan als vormgever, maar als ze dan niet tevreden is met het bijgeleverde beeldmateriaal gaat ze op zoek naar betere beelden. Zo verplaatst ze zichzelf van grafisch vormgever in de rol van grafisch ontwerper. Huntelaar woont op het Zeeburgereiland en werkt in de Balistraat.

Je woont en werkt in Oost. Waarom hier en hoe lang al?

‘Ik ben een echte Oost-fan. Toen er sprake was van een zekere rivaliteit tussen Oost en West, schaarde ik me in ‘kamp Oost’. Sinds twee jaar woon ik op het Zeeburgereiland, daarvoor twintig jaar hier in de Balistraat. Sinds 2007 heb ik hier mijn werkplaats, gehuurd van De Alliantie. Die stak zijn nek al uit toen de Indische Buurt nog verre van hip was.’

.

Wat is het grootste voordeel van Oost?

‘Het is een minidorp. Je kent elkaar, alles is er en je bent via de Javastraat zo de stad uit. In 1996 was het hier een no-go zone, maar daar kon ik door heen kijken. Dichtbij het centrum, waar opdrachtgevers zaten en zitten, men kan voor de deur parkeren en op het Muiderpoortstation stoppen treinen. Wat wil je nog meer?’

Wat kan er beter?

‘Dat is lastig. De Indische Buurt is fijn om te wonen en werken, maar jammer dat dat ook hier zo duur is geworden. Op Zeeburgereiland hebben we met de nare kanten van gemeentelijke politiek en bestuur te maken. Er hangt veel fijnstof en door de wijk loopt een gevaarlijkestoffenroute, omdat die vrachtwagens niet door de Zeeburgertunnel mogen. Naar bewonersbelangen wordt niet geluisterd. Dat maakt me soms mismoedig.

Ben je tevreden met je werkruimte?

‘Heel erg! De ruimte is relatief groot, er zit een tuintje achter. Het is een heerlijke straat, rustig, maar niet bedaard. Veel bekenden. Ik neem ongeveer alle pakjes aan voor de buren. Aanvankelijk zaten we hier met z’n tweeën en zat er subsidie op. Maar beide verdwenen en de huur gaat richting marktconform.’

.

Is er sprake van een cultureel klimaat?

‘Zeker. Veel schrijvers, journalisten, cultureel ondernemers en kunstenaars in de buurt. Ik denk gemiddeld meer dan in andere delen van de stad, maar kan dat niet hard maken. De mensen met wie ik samenwerk zitten zowel hier in de straat als in het centrum.’

Waar ben je momenteel mee bezig

.

‘Oef, met veel dingen tegelijk, zoals altijd, minstens tien. Per dag switch ik vaak, maar kan me ook een hele dag op één zaak focussen. Met Musictrails USA van Marc Stakenburg had ik van die dagen dat ik alleen maar online kaarten en ander beeldmateriaal aan het zoeken was. Dan kan ik echt in de tijd verdrinken en wordt het wel eens heel laat. Wat onderwerpen betreft ben ik een allesvreter; ik was bij dit boek wel geïnteresseerd in muziek, maar wist vooraf vrij weinig over de geschiedenis van de black Americans.

Het tweede Drs. P. jaar- en bewaarboek is in de maak, dat komt in dit najaar uit. Kortgeleden – op 24 augustus – was zijn honderdste geboortedag. Ben bezig met Leesbaar Friesland, een literaire topografische kaart van de provincie in citaten. Voor stichting De Opkikker maak ik een dagboekje voor langdurig zieke kinderen. Er komt een volkseditie met afvinkhokjes van Mark van Wonderens Chin.Ind.Spec.Rest. bij uitgeverij Rubinstein. En onze nieuwste uitgave Treurtips, een reisgids met kaarten voor scootmobiel-, wandel- en fietsroutes voor de mooiste lelijke plekken van Nederland: Den Helder, Zoetermeer. Op blue monday (20 januari 2020) wordt het gepresenteerd.’

.

Heb je contact met andere kunstenaars?

‘Ja, inmiddels reken ik heel wat schrijvers, muzikanten, schilders en animatie- en filmmakers tot mijn vriendenkring. Ook opdrachtgevers kunnen vrienden worden. Werk en privé lopen in elkaar over, dat gaat gewoon zo.’

Wie bewonder je?

‘Heel wat mensen, of in elk geval facetten van hen. Mensen die eigenwijs genoeg zijn om iets voor elkaar te krijgen. Piet Schreuders (van de Poezenkrant, amr) heeft veel voor me open gebroken. Na de Rietveld dacht ik te moeten werken volgens modernistische normen die ik zelf ook niet helemaal konArtikel van  volgen. Na kennismaking met Schreuders’ werk wist ik dat deze autonome, licht nostalgische en rechercherende insteek van het vak mij veel beter paste.’

Waar ben je in je vak het meest trots op?

‘Dat opdrachtgevers me weten te vinden door de redactionele manier waarop ik werk. Het is me dus gelukt om dat belang duidelijk te maken. Ze weten dat ik me verdiep in iemands onderwerp. Dat heeft alles te maken met nieuwsgierigheid en belangstelling. Of dat nou Drs P. is of Gauguin, dat maakt niet uit. En de topografische kaart natuurlijk. Dat idee had ik al op de Rietveld, maar daar had ik een schrijver voor nodig en die vond ik in de persoon van Erik Nieuwenhuis. Ben blij dat dat eindelijk van de grond is gekomen. Eerst Leesbaar Amsterdam, daarna Bergen (NH), de provincie Groningen en nu Friesland. Eigenlijk wil ik heel Nederland in kaart brengen.’

Wat is je grootste wens?

Heel Nederland als literaire topografische kaart natuurlijk. Eigenlijk zou ik vooral producties willen maken die voor mij bestaansrecht hebben. Dat initiëren, vanaf nul opbouwen, de beste mensen eromheen verzamelen en dat laten uitmonden in een boek, film, doos of kaart. Of een podcast.

Tenslotte: wat wens je Oost toe? (opent in een nieuwe tab) En Amsterdam?

‘Ik hoop dat de macht van het geld niet doorslaat. Geld verdienen is niet erg, ik ben ook zelfstandig ondernemer. Speculeren met woningen, wat ook hier in de buurt gebeurt, is toch wat anders. Vrijesectorappartementen zijn de duiventillen van de stad. Je krijgt vaak niet eens de kans de bewoners te leren kennen, weg zijn ze weer. Mensen in sociale huurwoningen en directe eigenaren van koophuizen zijn de blijvers. Niet altijd alles moet maar gewoon kunnen. Aan de andere kant ben ik ook niet voor teveel pamperen. Je moet ook zelf dingen voor elkaar kunnen krijgen. Het gaat om een balans tussen autonomie, persoonlijkheid en individualisme op basis van een sociale structuur. Dat evenwicht moet er zijn.’

Check www.werkplaatsamsterdam.nl