Oud Nieuws | 14 maart 1883 – Zondagavond verliet de varkensslachter P. Schrage zijn huis, op den hoek van de Dapperstraat en Von Zesenstraat, na alles goed gesloten en twee honden, groote Newfoundlanders, ter bewaking achtergelaten te hebben. Toen hij te ruim half twaalf naar huis terugkeerde, liep hem op eenigen afstand een der twee honden in angstige houding tegemoet. Aan zijn woning gekomen, vond hij de buitendeur opgengebroken en een hakbank in den winkel zoo geplaatst, dat deze als struikelblok dienst kon doen.
Bij het licht der lamp, die in de achterkamer echter niet door hem, ontstoken was, trad hij het aan den winkel grenzend vertrek met alkoof door en bespeurde tot zijn groote ontsteltenis, dat een in de achterkamer staand kastje opengebroken was en hem ongeveer f 800 aan geld en twaalf zilveren lepeltjes ontvreemd waren. Allerlei papieren uit het kastje lagen over den grond, en daaronder, gelukkig, ook een Oostenrijksch effect van 1000 florijnen, waarvan men of de waarde niet kende, of de inwisseling niet aandurfde. Uit het opengevouwen toch bleek dat men het in handen gehad had. Een gouden horloge en een gouden medaillon waren mede achtergelaten.
Dat de bewoner zulk een betrekkelijk aanzienlijke som in huis had, vindt hierin zijn verklaring, dat hij voornemens was den volgenden morgen op de markt varkens te kopen. Zooals later bleek, is te half acht uren ongeveer door de buren, die geen onraad vermoedden, gezien, dat iemand in de achterkamer de lamp ontstak en de gordijnen vallen liet. De koorden hiervan zijn later doorgesneden gevonden, waarschijnlijk met hetzelfde uit den winkel medegenomen slagersmes, dat tot het openbreken van het kastje gediend heeft.
Daar diefstal heeft kunnen plaats vinden in weerwil van twee honden, welke men alleen ten onrechte “zuigelingen” noemen kan, meent men dat een bekende de schuldige is. De zaak is natuurlijk in handen van de politie gesteld.
Met dank aan Rogier Schravendeel
Bron Nieuws van den Dag