Hoe zit het met nieuwe bedrijvigheid in onze buurt? Met enige regelmaat belicht IJopener Magazine de activiteiten van startende ondernemers. Wat doen ze en wat houdt ze inhoudelijk bezig? We gaan op bezoek bij advocaat Jennifer Alspeer, sinds kort als zelfstandig advocaat actief in het Oostelijk Havengebied. Ze wil graag een juridisch aanspreekpunt zijn voor winkeliers en horeca-ondernemers in Oost.
Joost van der Vaart | Foto Marcel de Cnock | IJopener
In haar kantoor aan de Panamalaan hangt de toga van Jennifer Alspeer gebruiksklaar aan een archiefkast. Het kledingstuk, bestaande uit een zwarte mantel en een losse witte bef, is een zeer tastbaar attribuut van haar beroep als advocaat. Als ze een zitting heeft moet die toga aan. Dan verandert ze van vlotte jonge vrouw in een formele rechtskundige die haar cliënten bijstaat en er alles aan zal doen om een zaak voor hen te winnen.
Jennifer Alspeer (33) woont en werkt in het Oostelijk Havengebied. Ruim anderhalf jaar geleden is ze onder de naam Speer Advocatuur voor zichzelf begonnen. Deels uit ondernemingslust, deels omdat ze op een andere manier advocatuur wil bedrijven. Ze is al tien jaar afgestudeerd en werkte sindsdien als advocaat in dienstverband en als jurist bij de Rijksoverheid. Maar de formele verhoudingen, kenmerkend voor de juristerij, ondervond ze in toenemende mate als een keurslijf. Liever wilde ze met een eigen kantoor laten zien dat advocatuur best laagdrempelig kan zijn en dicht bij de mensen staat. ‘Ik spring gewoon op de fiets als ik m’n cliënten ga bezoeken. Ze hebben mijn mobiele nummer en kunnen me altijd direct bellen’, vertelt ze.
Geschillen overheid en huurrecht
Haar specialisatie is bestuursrecht en huurrecht. Dat klinkt saai en weinig concreet, maar er ligt een wereld achter die haast iedereen kent. Jennifer Alspeer treedt bijvoorbeeld op als advocaat voor een winkelier in de Javastraat, als deze te horen krijgt dat de huur weer eens verhoogd wordt. ‘Niet alle kleine zelfstandigen daar kunnen dat zomaar opbrengen, zeker niet de mensen van de oudere generatie. Voor hen zoek ik uit of zo’n verhoging rechtmatig is en hoe je er eventueel tegen in beroep kunt gaan. En als het nodig is, komt zo’n zaak dan voor de rechter.’
Ander voorbeeld: een horeca-ondernemer wil zijn restaurant uitbreiden en zegt een vergunning daarvoor te hebben. De omwonenden vrezen herrie en overlast. De gemeente heeft hier oog voor, maar de ondernemer – die intussen advocaat Alspeer heeft ingeschakeld – lijkt in zijn recht te staan. ‘Hoe zit het met de vergunning, is die in orde? Wat heb ik verder voor mogelijkheden om, als de zaak voor de rechter komt, gelijk te krijgen? Of moet ik op mediation (bemiddeling – red.) met de buurtbewoners aandringen met het oog op de onderlinge verhoudingen in de toekomst?’
Jennifer Alspeer wordt vaak ingeschakeld omdat ogenschijnlijk simpele zaken bij nader inzien juridisch behoorlijk ingewikkeld kunnen zijn. ‘Neem een luifel of terrasverwarming. Zoiets kun je niet zomaar laten aanleggen. Daarover bestaat wet- en regelgeving. Sommige zaken zijn ronduit overgereguleerd. Kom er dan maar eens uit als leek. Je ziet heel snel iets over het hoofd.’
In het bestuursrecht en huurrecht wordt van oudsher veel geprocedeerd. Voor advocaat Alspeer betekent dat zeker twee tot drie zittingen per maand. Waarbij het woord zitting staat voor verschijnen bij de rechter. Feitelijke rechtszittingen probeert Jennifer Alspeer doorgaans te voorkomen, maar dat lukt lang niet altijd. En dat hoeft ook niet: juist een gang naar de rechter kan helderheid verschaffen. ‘Bovendien is het heel interessant om te doen.’ Haar moeilijkste zaken zijn die waarvan een ongunstige afloop haast bij voorbaat vaststaat en partijen besluiten om door te gaan met procederen.
Inhoudelijk uitpluizen
Wat vindt ze zo aantrekkelijk aan haar vak? Jennifer Alspeer is daar uitgesproken over: ‘Inhoudelijk uitpluizen van ingewikkelde kwesties heeft me altijd aangetrokken. Wat me ook bevalt is het strijdbare dat iedere advocaat toch in zich moet hebben. En je ontmoet steeds weer nieuwe mensen. Heerlijk vind ik dat.’ Een goeie advocaat moet volgens haar sociaal zijn, moet van taal houden en moet als zelfstandige een neus voor ondernemen hebben. ‘En dan moet je natuurlijk ook nog erg precies zijn.’ Op haar wensenlijstje staat dat ze een juridisch aanspreekpunt wil zijn voor winkeliers en horeca in Oost. En dat ze haar ervaringen als raadsvrouw van ondernemers in de buurt graag wil delen met de lokale politiek. ‘Afrondend zou ik willen zeggen: overheid, heb begrip voor de ondernemers in Oost.’