AFC Ajax viert vandaag haar 125-jarig jubileum. Een rijke historie met hoogtepunten, iconische spelers en stadionverhuizingen. Voor de Watergraafsmeer en de rest van Oost speelde Ajax een bijzondere rol. Hier ontstonden grootse dromen, hier beleefde de club gloriedagen. Van het Houten Stadion tot Stadion De Meer: Ajax ademde jarenlang Oost.
Arie Martijn Schenk
Van Noord naar de Watergraafsmeer
In 1907 moest Ajax noodgedwongen op zoek naar een nieuwe speelplek. De club had een veld in Amsterdam-Noord, maar woningbouwplannen zetten de toekomst daar op losse schroeven. De keuze viel op twee velden aan de Middenweg, ter hoogte van het huidige Christiaan Huygensplein, midden in de Watergraafsmeerse polder.

De voorzieningen waren in de beginjaren beperkt: geen tribunes, geen waterleiding en de spelers kleedden zich om in café Brokelmann, het huidige Grand Café Frankendael. Pas in 1911 verscheen een eerste overdekte tribune langs de lange zijde, terwijl aan de Middenweg een staantribune verrees. De groeiende populariteit van Ajax zorgde ervoor dat het stadion in 1916 verder werd uitgebreid. Voorzitter en zakenman Wim Eggerman financierde de bouw van extra tribunes.
Het ‘Houten Stadion’, zoals het genoemd werd, was een plek waar men graag kwam. De promenade voor de hoofdtribune bood ruimte voor festiviteiten en optochten. Maar hoe geliefd ook, het stadion bleek al snel te klein. Tijdens de laatste wedstrijd in het stadion, tegen Feyenoord in 1934, stonden toeschouwers zo dicht op het veld dat corners nemen onmogelijk was. Een verhuisplan lag klaar.
Stadion De Meer: Ajax’ gouden jaren in Oost

Op 10 december 1934 opende Stadion De Meer haar poorten. Gelegen aan de Middenweg 401, tegenover Betondorp, bood het Ajax een moderne thuishaven. Architect Daan Roodenburgh ontwierp het stadion, dat volledig uit baksteen bestond. De Haagse School beïnvloedde het massieve uiterlijk, terwijl het open interieur principes van het Nieuwe Bouwen volgde.

De Meer werd de bakermat van Ajax’ successen. In dit stadion groeide Ajax uit tot een nationale grootmacht. De club beleefde er talloze kampioenschappen en Europese triomfen. Hier schitterden Ajacieden als Sjaak Swart en Ruud Krol, beiden afkomstig uit Oost. Johan Cruijff, geboren en getogen in Betondorp, zette hier zijn eerste stappen als profvoetballer.
Ajax speelde liefst 953 wedstrijden in De Meer. 742 keer stapte de ploeg als winnaar van het veld. In totaal speelde Ajax 89 jaar in Oost, van 1907 tot 1996. Toch was de capaciteit, die op het hoogtepunt 29.500 toeschouwers bedroeg, vaak een beperking. Europese wedstrijden en klassiekers tegen Feyenoord weken uit naar het Olympisch Stadion.
Afscheid van De Meer in Oost en een nieuwe toekomst in Zuidoost
Op 28 april 1996 speelde Ajax haar laatste wedstrijd in De Meer, een 5-1 overwinning op Willem II. Met een groots afscheidsfeest sloot de club een tijdperk af. Het stadion werd gesloopt en op de plek verrees Park de Meer, een woonwijk met een blijvende knipoog naar Ajax’ verleden. Straatnamen zoals Wembleylaan en Praterlaan verwijzen naar historische Europese wedstrijden, terwijl bruggen vernoemd zijn naar iconische Ajacieden.
Ajax speelt nu al bijna twintig jaar in de Johan Cruijff Arena in Zuidoost. Maar de roots van de club liggen in Oost. Hier werd geschiedenis geschreven, hier groeide Ajax uit tot een voetbalinstituut. Het 125-jarig jubileum herinnert ons eraan: zonder het Houten Stadion en De Meer was Ajax nooit Ajax geweest.