In Amsterdam werden er vorig jaar 8.642 kinderen geboren. Allemaal kregen ze een of meer voornamen. Bij de meisjes was Sara het meest populair. In Oost was Mila de meest gekozen meisjesnaam. De populairste jongensnaam van de stad was Adam. In Oost was dat Alexander.
In Oost waren vorig jaar Alexander, Otis, Noa, Hugo en Sam de meest gekozen jongensnamen. Bij de jonggeboren meisjes waren de voornamen achtereenvolgens Mila, Olivia, Zoë, Yara en Sophie populaire. Een voornaam is iets persoonlijks, hij geeft je een identiteit en maakt je herkenbaar en aanspreekbaar.
Vroeger was het gemakkelijk om een babynaam te kiezen, gewoon omdat je niet zo veel keus had. De voornamen gingen over van (groot)vader op zoon en van (groot)moeder op dochter. Dat is nu meestal wel anders.
Tot 1815 mocht je volgens de wet zelfs alleen voornamen kiezen die voorkomen op de heiligenkalenders of namen van bekende personen uit de oude geschiedenis. Na die tijd werd de wet versoepeld en mochten ouders hun kind ook een bijbelse naam, een niet-heilige Germaanse naam of een streekgebonden naam geven.
Anno nu is de Nederlandse wet soepel met de voornaamgeving. In principe mag je je kind noemen zoals je wilt, op twee uitzonderingen na: namen die ‘ongepast’ zijn en achternamen die niet gebruikelijk zijn als voornaam.
