Home Dwars nieuws Amsterdam als regio, als stad, als binnenstad

Amsterdam als regio, als stad, als binnenstad

0

Verhalen zijn de belangrijkste bouwstenen van de visionaire planologie volgens Zef Hemel. In zijn net verschenen boek Er was eens een stad vertelt hij zijn eigen verhalen, die vooral gaan over het vak planologie en over Amsterdam. Met Zef Hemel spreek ik al wandelend door het Oosterpark, over zijn boek en ook over de komende gemeenteraadsverkiezingen.

Arie van Tol | Foto Frank Schoevaart

Enkele maanden geleden hield Zef Hemel een praatje bij de foto-expositie Buurt in actie die door het Geheugen van Oost werd georganiseerd. Zijn verhaal verleidde me tot de vraag of hij te gast wilde zijn bij een volgende talkshow en of hij geïnterviewd wilde worden voor de Dwars. Een grif ‘ja’ was zijn antwoord.

‘Politici, bestuurders en ambtenaren moeten niet achter hun bureau blijven zitten’

In november verscheen Er was eens een stad en nam hij afscheid als hoogleraar bij de UvA. Tien jaar lang bekleedde hij de zogeheten Wibautleerstoel voor grootstedelijke vraagstukken. In die hoedanigheid werd hem regelmatig door bestuurders gevraagd om zijn visie op de stad Amsterdam te geven. In oktober 2019 schreef hij in opdracht van de burgemeester Een nieuwe historische binnenstad, visie op de binnenstad van Amsterdam 2040, na talloze gesprekken met zeer diverse Amsterdammers.

Havens Oost

Wat de kern is van visionaire planologie, vraag ik Zef. ‘Het belang van toekomstverhalen zou ik zeggen. Verhalen van burgers vooral, maar ook van ondernemers, politici en van de planologen zelf. De cijfers, de tekentafels en de maquettes worden overschat, de ervaring van burgers onderschat. Plannen zijn slechts juridische hulpmiddelen, bedoeld om zaken vast te leggen, maar een verhaal voor de toekomst van een stad is nooit af: er komen altijd weer nieuwe verhalen bij, de dialoog zal en moet gaande blijven.’

Mijn reactie is die van de geïnteresseerde leek: ‘Maar die verhalen spelen toch geen enkele rol bij grote ontwikkelingen in het verleden? Ik noem als voorbeeld de Oostelijke Eilanden. De ongebruikte kanalen en spoorlijnen van Havens Oost domineerden nog tot in de jaren ’70. Hoe is dat getransformeerd naar het huidige woongebied?’ Het blijkt een verrassend mooi voorbeeld van visionaire planologie. Zef: ‘Het oorspronkelijke masterplan werkte niet. Het behelsde overwegend kantorenbouw, het was bedacht door vijf grote zakenbanken Pas toen er creatieve ideeën naar boven kwamen, zoals het koesteren van pakhuizen en het voornemen om in elk deelgebied een opvallende functie -‘ankers in het IJ’- te realiseren, kwam er geloof in de ontwikkeling van de Oostelijke Eilanden.’

IJburg komt ter sprake. Daarvan zegt Zef dat Haveneiland een moeizame totstandkoming kende vanwege drie dominante corporaties en dat Steigereiland, ondanks dat het een lastig te ontwikkelen gebied was, met veel zelfbouw en woonboten een beter proces kende.

Grondprijs

Natuurlijk komt de woonproblematiek aan de orde, het is bij ons tweede rondje Oosterpark. ‘Dat beleggers aan banden gelegd gaan worden met een woonplicht is natuurlijk een goeie zaak. Maar er moet meer gebeuren. De gemeente kan projecten specifiek bestemmen voor studentenwoningen, dat zou bijvoorbeeld kunnen op het (voormalige) Marineterrein. Maar ook zelfbouw zou veel meer gestimuleerd kunnen worden. En ik denk dat de gemeente de gronduitgifte niet louter als een inkomstenbron moet zien, maar ook als een instrument om de stad rechtvaardiger te maken. Een lagere grondprijs als een vorm van subsidie op sommige plekken. Maar een kanttekening is op zijn plaats: een echte deskundige op dit terrein ben ik niet.’

Zef is het niet eens met de critici die verwachten dat de Sluisbuurt een nieuwe Bijlmer zal worden. ‘De verkaveling oogt fraai en de woontorens van meer dan 100 meter hoog zijn een goed antwoord op de woonbehoefte van veelal jonge mensen in een stad die gewild is en waar de ruimte schaars is. Een compacte stad aan het IJ, daar pleit ik al veel langer voor. Dat betekent dus wel dat in de Sluisbuurt alle mogelijke voorzieningen er in zo ruim mogelijke mate moeten komen, en niet als sluitpost.’

Toerisme

De tekst met de titel Een nieuwe historische binnenstad was het slotstuk van een proces dat Zef uitgebreid beschrijft in zijn boek. De opdracht van burgemeester Femke Halsema was te onderzoeken hoe de overlast van het toerisme in de binnenstad te lijf te gaan. Een deel van het antwoord op dat probleem zou zijn de toeristenstroom gedeeltelijk te verleggen richting de Zuidas. Zef licht toe: ‘De toeristenstroom gaat nu van Damrak naar Museumplein. Van Museumplein naar de Zuidas zou een nieuwe toeristenroute kunnen ontstaan. Het verhaal van de Gouden Eeuw wisselt de stad in voor een ander verhaal. De binnenstad zou daarmee enigszins ontlast worden en de ontmoetingsfunctie voor de inwoners terug kunnen krijgen indien de Knowledge Mile wordt doorgetrokken naar het Marineterrein.’

De reacties op deze visie zijn niet onverdeeld positief. De aarzelingen bij door hem gelanceerde ideeën zijn Zef bekend. Zo werd en wordt het metropoolverhaal van hem – de stad Amsterdam zou idealiter moeten uitgroeien tot een stad van 2 miljoen mensen; de regio zou veel meer integraal deel moeten uitmaken van de stad – door sommigen met scepsis bekeken. ‘Verhalen mogen best schuren, die zijn juist bedoeld om mensen aan het denken te zetten. En sommige ontwikkelingen komen er gewoon, of ze nu gewenst zijn of niet. En wat toerisme op de Zuidas betreft, het is een initiatief van een particulier, niet van de gemeente, maar evengoed gebeurt het: er komt een museum voor hedendaagse kunst in de oude rechtbank.’

Toeristen naar de Zuidas is overigens niet het enige punt dat Zef maakt als het gaat om een nieuwe historische binnenstad. ‘Het is belangrijk de vervreemding als het probleem te zien, de pretparkfunctie zet de verbindende functie enorm onder druk. Het pretpark, de wetteloze jungle, welk verhaal ook: minder nadruk op economie, meer aandacht voor  groot onderhoud. Meer rust in de openbare ruimte, goed beheer van water en bodem en meer publieke functies zijn evenzeer wenselijk.’

Participatie

‘Nee, inspraak is geen participatie. Zeker niet als het ergens aan het eind van het proces plaatsvindt. Door het zo te organiseren verschijnt telkens hetzelfde type burger achter de inspreekmicrofoon, of hij is altijd ergens tegen of hij is tegen, omdat zijn belang wordt geschaad, not in my backyard. Ik vind dat de gemeente niet in staat is werkelijk naar burgers te luisteren; het bestuur heeft zich verschanst in de Stopera. Burgers willen serieus worden genomen. Het wantrouwen is groter dan ooit. Er zijn wel goeie initiatieven, ja, in de K-buurt (Bijlmer) bijvoorbeeld. Daar heeft men de rollen gewoon omgedraaid.’ We hebben drie rondes gelopen en komen uit bij waar we begonnen: bij de verhalen van de burgers. ‘Politici, bestuurders en ambtenaren moeten niet achter hun bureau blijven zitten en zich tevreden stellen met wat hen zoal bereikt. Nee, ze moeten de buurten in, de deuren langs, luisteren naar de verhalen van gewone mensen.’

Zef Hemel is op donderdag 24 februari te gast in de talkshow. Zijn boek Er was eens een stad is te koop in de betere boekhandel. Op zefhemel.nl is meer van en over hem te lezen.