‘Wij hebben altijd met veel plezier in De Plantage gewoond, een sfeervolle buurt met winkels, horeca, Artis en Kriterion om de hoek en het Centrum op loopafstand. Maar voor ons gezin werd het bovenhuis te krap.’ Architect Marco van Zal woont met zijn gezin nu zo’n vijf jaar in het Oostelijk Havengebied als de tweede bewoners in een huis van eind negentiger jaren.

Ties van Dijk | Foto’s Otto van der Plaats

Na een oriëntatie in de omgeving vond het gezin Van Zal een toepasselijk hoekhuis op Sporenburg. De huizen zijn destijds ontworpen door Van Sambeek & Van Veen Architecten binnen de kaders van het stedenbouwkundig plan van stedenbouwkundige Ton Schaap. De buurt is eind vorige eeuw opgezet om vooral bewoners uit de stad de mogelijkheid te bieden een betaalbaar en ruimer huis te kunnen kopen zonder naar Almere, Lelystad of Purmerend te hoeven verkassen.

‘Het pand was in originele staat, anders gezegd, er was nooit iets aan gedaan. Dat maakte het makkelijk om rigoureuze plannen te maken. Slopen wat een ander ooit vakkundig had laten verbouwen was dus niet aan de orde’, zegt Marco met gevoel voor understatement.

Experimentele indeling heeft keerzijde

De huizen op Sporenburg hebben een indeling die niet gangbaar is. De begane grond verdieping met een ruime hoogte van drie meter bestaat uit hetzij een inpandige garage en berging of een berging en badkamer. Op de eerste verdieping zijn de keuken en de slaapkamers en op de bovenste verdiepingen bevindt zich de woonkamer. Een indeling die misschien begrijpelijk is in een tijd dat de auto nog de heilige koe was.

‘De eerste keer dat ik met mijn vrouw het huis bezichtigden, wilde ze er absoluut niet gaan wonen vanwege de voor ons gezin onpraktische indeling. Thuis heb ik meteen een schetsindeling gemaakt waarbij ik de verdiepingen heb omgegooid. Op de begane grond de woonkamer, open woonkeuken en veel berging vanwege de enorme hoogte. Op de eerste en tweede verdieping badkamer, slaapkamers en het dakterras. Dat schetsje gaf de doorslag.’

Betaalbare huizen, goedkope materialen

‘Tijdens het maken van het ontwerp, de sloop en de verbouwing ben ik er achter gekomen dat het niet verwonderlijk is dat de huizen destijds bij de oplevering heel betaalbaar waren, de keus van het materiaal was niet optimaal. Dat zie je onder meer aan de kozijnen van goedkoop hout en de ‘gelaste’ stijlen en horizontale regels. Het beknibbelen op hele lengtes afdekprofielen leidt vanwege de onnodige hoeveelheid naden tot waterschade in de gepleisterde buitenmuren.’

Tamelijk uniek

‘Na een grondige verbouwing van een half jaar zijn we er ingetrokken. Het huis blijkt in de praktijk helemaal te voldoen aan wat we voor ogen hadden, niet zo vreemd, het is tenslotte mijn vak. De buurt daarentegen kan de nodige verbeteringen gebruiken. Qua groenvoorziening is het niet van deze tijd. In onze straat staat geen enkele boom. Ik ben al twee jaar in de weer met de gemeente om daar verandering in te krijgen. Wel gek in een tijd dat de overheid promoot om met gemeentesubsidies betegelde tuinen te vergroenen.’

Dat het overgrote deel van de woningen de garage en berging op de begane grond heeft, brengt zeker in het najaar en de winter een unheimisch sfeertje met zich mee. Er gebeurt dan namelijk niets op de begane grond en het is er donker.

De mix van wonen, werken en winkelen is hier niet van de grond gekomen. Nou waren we ook wel verwend in De Plantage, maar wat meer reuring in de buurt moet toch mogelijk zijn. Daarentegen zitten hier ’s zomers de meeste bewoners overdag buiten voor een kop koffie en ’s avonds met een borrel. En er wordt hier dan met bootjes en surfplanken gezeuld, want je hebt hier rondom zwemwater, uniek voor een wereldstad als Amsterdam. Verder zit je met de auto zo op de ring en fiets ik in vijf minuten naar ons architectenbureau op Cruquius. Al met al tamelijk uniek.’