Door het koude voorjaarsweer ontwaakten de geveltuinen in Oost laat uit hun winterslaap. Cultureel centrum én duurzaamheidsorganisatie Jungle Amsterdam legde onlangs met hulp van de gemeente twintig nieuwe geveltuinen aan. Groencoördinator Charlotte gaf een spoedcursus (gevel)tuinieren en had beplanting voor elk soort geveltuin.
Lewis Daniels
Straattuintjes zijn populair. Ze dragen bij aan schonere lucht, geven voedsel aan vogels en insecten en zijn leuk voor buurtbewoners en voorbijgangers. De gemeente geeft subsidie om de aanleg van geveltuintjes aan te moedigen. Ingewikkeld is het aanvragen van een vergunning niet, wel langdurig. De wachttijd kan oplopen tot een jaar. Als de eigenaar van het pand en de bewoner(s) op de begane grond toestemming hebben gegeven en de aanvraag is goedgekeurd, legt de gemeente een bak met een maximale diepte van 45 centimeter aan. Daarna kan het tuinieren beginnen.
‘De bodemkwaliteit in Amsterdam is matig’, vertelt Charlotte. ‘Bij de aanleg van een geveltuin is het verstandig een laag aarde van 30-45 centimeter aan te brengen.’ Veel mensen vinden het leuk groente of fruit te telen in hun tuin. ‘Dat kan prima, maar het eten ervan raad ik af omdat in de grond te veel schadelijke stoffen zitten.’
Een goede harmonie tussen huis en geveltuin is belangrijk. Niet elke plant kan in elke geveltuin. ‘Voor klimplanten is altijd toestemming van de huiseigenaar nodig. Of deze planten kunnen worden geplant hangt af van de gevel en hoe de plant groeit.’ Het aantal uren licht bepaalt het soort geveltuin, een zonnige heeft minstens vijf uur per dag volle zon. Tuinen met half en volledige schaduw hebben maximaal vijf of minder dan drie uur per dag volle zon.
Anders dan vaak gedacht zijn lang niet alle planten biologisch. ‘Vaak gebruikt de kweker minstens zeven chemische bestrijdingsmiddelen en is zeker één daarvan dodelijk voor bijen. Het gif in de planten blijft nog vijf jaar in de bodem zitten.’ In de landbouw is de schade voor insecten nog veel groter. ‘Door alle bestrijdingsmiddelen zijn driekwart van de insecten op het platteland verdwenen. Omdat insecten in de stad veel minder verdelingsmiddelen tegenkomen, doen ze het hier beter.’ Planten zonder voor insecten gevaarlijk gif zijn verkrijgbaar bij biologische kwekerijen.
Jonge planten hebben geen voeding nodig. Oudere planten worden in het voor- en najaar gevoed met compost. Dit is ook de beste tijd om te snoeien. In de winter kan de geveltuin het best rusten. ‘De compost moet alleen als bovenlaag worden gelegd, anders is de voeding niet gelijkmatig en verbranden de wortels.’ Te veel water geven maakt de wortels lui. Minder water in combinatie met de juiste voeding is beter. Kunstmest verstoort het evenwicht in de grond. Bladeren, houtsnippers en versnipperd snoeimateriaal zijn wel geschikt. ‘Planten en bomen hebben zelf de voeding die ze nodig hebben. Het wegblazen van bladeren bijvoorbeeld is eigenlijk voedsel weggooien. De grond moet later weer worden bemest, wat belastend is voor het milieu.’
‘Sommige geveltuinhouders beschermen hun planten met hekwerkjes van bijvoorbeeld wilgentakjes of afvalhout. Zelf houd ik het meest van natuurlijke bescherming, dus van de planten zelf. Het goed onderhouden van de geveltuin helpt ook. Mensen gooien dan minder snel hun peuk of ander afval tussen de planten.’
Charlotte vindt gevarieerde geveltuinen het leukst, maar benadrukt dat mensen hun geveltuin naar eigen inzicht moeten inrichten. ‘Belangrijkst is dat je geniet van je geveltuin en daarin bezig kunt zijn.’ Een onderhoudsarme tuin valt daarom voor haar af. ‘Daarvoor is tuinieren veel te leuk.’