Op zijn veertiende verdiende hij al geld met een souvenirwinkeltje voor toeristen die in de jaren 70 Marokko begonnen te ontdekken. Nieuwsgierig geworden naar het leven buiten Marokko ging hij als zestienjarige ‘hippie’ met lang haar op avontuur naar het noorden. Zijn moeder probeerde hem nog tegen te houden, ‘maar ik zocht de vrijheid en dacht dat ik volwassen was’, vertelt Ahmed in het hoofdkwartier van de Assadaaka Community in de Wethouder Verheij-sporthal.
In Buurtmensen interviewt Fokko Kuik mensen die zich inzetten voor hun buurt in Oost. Anja van Mil maakte de foto’s.
In Barcelona en Parijs vond hij niet wat hij zocht, maar eenmaal aangekomen in Amsterdam werd hij meteen verliefd op het vrije leven hier. Toen hij na een tijdje toch ook nog nieuwsgierig werd naar wat er nog verder in het noorden trok hij via Duitsland en Denemarken naar Zweden. ‘Op een koude decembernacht – de sneeuw stond tot aan mijn knieën en een slaapplaats had ik niet – mocht ik me opwarmen in een café’. Eenmaal geacclimatiseerd begon hij begeleid met zijn gitaar Berberse liedjes te zingen. ‘Zijn dat joodse liedjes’, vroeg iemand die de taal meende te herkennen. ‘Ja, voor één avond kwam ik uit Israël’ zegt Ahmed lachend. ‘Die nacht kreeg ik onderdak bij een van de mensen daar en men verzamelde wat geld in zodat ik verder kon trekken’. Hij vertrok naar Kopenhagen en werkte daar een tijdje in een supermarkt. Maar toen het lente werd lokte Amsterdam weer.
Na een jaar of vier in Amsterdam bedacht hij dat het toch verstandig was om terug te gaan naar Marokko. Zijn koffers stonden al klaar, maar een vriend haalde hem over om een beetje tegen zijn zin in een avond op stap te gaan. Tragisch genoeg mondde dat uit in een ernstig auto-ongeluk bij Lelystad, waar hij nu (ruim veertig jaar later!) nog steeds de gevolgen van ondervindt.
Inmiddels is Ahmed qua mobiliteit al zo’n vijf jaar volledig afhankelijk van een elektrische rolstoel. ‘Het lot heeft me hier gehouden’, zegt Ahmed. ‘Na een revalidatie van 1,5 jaar moest ik beginnen aan mijn tweede integratie in Nederland, nu als gehandicapte migrant’. Het leidde opnieuw tot veel twijfel en slapeloze nachten: teruggaan of blijven?
Hij bleef en na al dat getob ervaarde hij op een dag een soort roeping: ik moet naar buiten, ik moet ouderen en kwetsbaren helpen, ik moet de taal leren en naar school! Na de avondmavo ging hij naar de universiteit en belandde in het welzijnswerk waarin hij met verschillende groepen migranten te maken kreeg. ‘De overheid houdt met die categorale manier van steun verlenen aan verschillende etnische groepen de verschillen juist in stand’ besefte Ahmed. ‘Je moet mensen die mensen uit hun eigen bubbel halen en hen helpen zelfstandig te worden’ was zijn overtuiging.
Dat besef dat het anders moest, leidde in 1990 tot de oprichting van de Vereniging en later de Stichting Assadaaka Community. ’Assadakaa is een Arabisch woord voor vriendschap, eenheid en solidariteit’, legt Ahmed uit. ‘Wij richten ons op alle culturen die in Amsterdam te vinden zijn en houden ons bezig met de bestrijding van armoede en eenzaamheid, we bieden gratis taalcursussen aan en organiseren geregeld samenkomsten, zoals de Vrijheids- en Vredesmaaltijd van 5 mei. Verder organiseren we een repair-café en staan er naaimachines voor mensen om hun eigen kleding te kunnen maken.
Zo nodig zijn we ook actief betrokken bij demonstraties voor rechtvaardigheid. Met het stadsdeel en de gemeente werken we goed samen en via onze voelsprieten in de buurt hebben we regelmatig een signaleringsfunctie naar de overheid.’
Er zijn inmiddels zo’n 200 vrijwilligers van allerlei slag verbonden aan Assadaaka; 50 daarvan zijn wekelijks actief; de andere 150 meer op oproepbasis. Ook Ahmed zelf – hij is net gepensioneerd – is nog steeds vrijwilliger bij zijn eigen stichting. ‘We hebben maar een halve betaalde kracht en dat is eigenlijk veel te weinig’ vindt hij. Gelukkig werken we veel samen met welzijnsorganisaties en sociale ondernemingen in Oost, die bijvoorbeeld brood, groentes en andere boodschappen beschikbaar stellen.
Ook met organisaties als Human Aid Now en het Rode Kruis wordt samengewerkt. Voor zo’n 30 ouderen, die eigenlijk van niemand meer hulp willen accepteren, worden dagelijks maaltijden en noodzakelijke boodschappen verzorgd door vertrouwenspersonen.
De stichting heeft in de afgelopen 35 jaar al op veel locaties in Amsterdam-Oost gezeten, soms in kraakpanden, soms in kerken, een tijdje in het voormalige dierenasiel. De focus ligt wel op Oost maar ook vanuit de rest van Amsterdam en ver daarbuiten weten mensen Assadaaka te vinden.
Ahmed is al meermalen gevraagd om de werkwijze van zijn stichting ook in andere steden in Nederland uit te rollen, maar dat ziet hij uit praktische overwegingen niet zitten. ‘Ze mogen wel alles van ons afkijken en leren hoe wij het doen! Assadaaka fungeert al jaren als leerplek. Er zijn connecties met meerdere onderwijsinstellingen (van ROC’s tot Universiteiten) en elk jaar zijn er wel 25 stageplaatsen, waarmee de wijze van werken verder wordt verspreid. Regelmatig komen oud-stageairs te werken bij welzijnsorganisaties waar Assadaaka mee samenwerkt.
Ook nu hij de pensioenleeftijd heeft bereikt wil Ahmed van stoppen niets weten. ‘Het werken voor de Assadaaka Community is mijn medicijn’ zegt hij vol overtuiging. Hij is dan ook vrijwel 7 dagen in de week te vinden in het hoofdkwartier, waar ik nog een kleine rondleiding krijg. Daar hoor ik van de groep van 300 oudere Chinezen, waarmee recent contacten zijn gelegd en krijg ik de voorraden voedsel te zien die kunnen worden uitgedeeld aan hen die dat nodig hebben. ‘Alles gratis’, benadrukt Ahmed nog eens.
De stichting is financieel volledig afhankelijk van giften en subsidies. De stichting heeft een ANBI-status dus wie wat bij wil dragen kan daar belastingaftrek voor krijgen. Verder zijn ook vrijwilligers altijd welkom. Wil je meer weten over de vele diverse activiteiten en hoe je bij kunt dragen aan Assadaaka kijk dan op www.assadaaka.nl of stuur een berichtje aan [email protected]