41 Afgelopen winter las ik voor het eerst iets van Daisy Johnson. Uitgeverij Koppernik (waarvan het logo inmiddels een stevig keurmerk voor kwaliteit is wat mij betreft) bracht de verhalenbundel Veenland uit, het was Week van het Korte Verhaal – een en een is twee. Haar verhalen waren duister en al snel durfde ik niet meer voor het slapen gaan te lezen. Ik las ze louter bij zo licht mogelijk daglicht, nog best een uitdaging, zo begin februari.
En toen verscheen aan het eind van deze zomer Onder het water – Johnsons debuutroman, waarmee ze de shortlist van de Booker Prize haalde – niet slecht voor een toen achtentwintigjarige. Misleid door het zachtroze omslag en de appelwangen op de auteursfoto begon ik eraan.
Ik lees graag voor het slapen en sinds een tijdje lees ik ook ’s nachts als ik wakker lig. Ik las in een boek over slapen dat je – als je ’s nachts niet kunt slapen – beter een boek kunt lezen bij een zacht lichtje dan in het donker te liggen piekeren. Er is moed voor nodig om om kwart over drie daadwerkelijk het licht aan te knippen en een boek te pakken. Als het me lukte, werkte het goed. Tot ik Onder het water ging lezen…
Hoe Johnson het flikt, ik weet het niet, maar ik kreeg het doodsbenauwd tijdens het lezen. Onder het water is echt een moeras zonder waarschuwingsbordje. Je wandelt, je geniet van de omgeving, voelt de warme zon op je huid, je hoort nog eens een vogeltje en voor je het weet heb je natte voeten.
Ik kan het verhaal (een modern-klassiek moeder-dochterrelaas) navertellen, maar daar heb ik eigenlijk geen zin in. Het is een geweldig verhaal, daar niet van, het zit ijzersterk in elkaar en de vertelkunst spat ervan af. Wat me vooral trof was de stijl – bonkig, organisch, gruizig. En de sfeer. Die is onzeker, unheimisch, duister. En zoals ik al schreef: ik weet niet hoe ze het flikt, maar ik vond het steeds enger worden, ook al is het geen eng verhaal. Het wordt spannend, zonder cliffhangers, gewelddadig zonder bloedvergieten.
En dus werkte mijn hele ‘niet-piekeren-maar-even-lezen-bij-een-zacht-lampje’-aanpak voor geen meter. Met klamme handen en bonkend hart moest ik na elke pagina moed verzamelen om om te slaan (het buikbandje met die enge vis had ik toen allang tussen de kussens van de bank verstopt).
Dus maar weer bij daglicht lezen. Overdag lezen is voor mij een dubbele traktatie, doorgaans gun ik mezelf de rust niet. Voor dit boek schoof ik alles aan de kant. Wat een talent, wat een schrijver, wat een boek. Geweldig.
_____
Onder het Water is geschreven door Daisy Johnson
vertaald door Callas Nijskens
verschenen bij uitgeverij Kopernik
Edith Vroon is boekverkoper bij Linnaeus Boekhandel, Middenweg 29