Home De boekenkast van De boekenkast van Marian Dekker

De boekenkast van Marian Dekker

0

Marian Dekker is in haar leven vaak geïnterviewd, maar nog nooit over haar boekenkast. ‘Ik heb ook jarenlang niet of nauwelijks boeken gelezen. Als moeder van drie kinderen en met een drukke baan kwam ik daar onvoldoende aan toe.’

De Boekenkast | Thomas Claassen

Ze was onder meer algemeen directeur van de Dienst Jeugd, Onderwijs en Samenleving bij de gemeente Rotterdam, lid van de Provinciale Staten van Noord-Holland en gedeputeerde van de provincie Utrecht. Op het einde van haar drukke werkzame leven was ze nog burgemeester van de gemeente Zijpe.

Dekker groeide in de jaren vijftig en zestig op in het katholieke dorp Waarland in de kop van Noord-Holland. ‘Het dorp leek afgesloten van de buitenwereld. Meisjes gingen op handbal, jongens op voetbal. We speelden alleen tegen katholieke verenigingen in andere katholieke dorpen. Dat er ook een andere wereld was werd me pas later duidelijk.’

De familie Dekker had het niet al te breed. Haar ouders waren kleine tuinders. Als kind hielp ze mee in het bedrijf. Marian blikt terug: ‘Er was weinig ruimte voor luxe. Boeken vielen ook onder luxe. In Waarland was een dorpsbibliotheek. Die was alleen op zondag open, na de mis. Er lagen tafels met lijsten met boektitels. Je mocht dan een boek aanwijzen. Dat boek had ik vaak op zondagavond al uit.’  De katholieke kerk gaf toestemming welke boeken uitgeleend mochten worden, het zogeheten nihil obstat. Marian mocht alleen meisjesboeken lezen. Door haar broer kwam ze ook in aanraking met jongensboeken zoals Arendsoog en Pim Pandoer.

Ze vertelt vol enthousiasme over de sociaalpolitieke structuur in de kop van Noord-Holland. Over de opbouw van de gemeenteraden in de jaren vijftig en zestig. Over het kleine verzet tegen de pastoor: ‘De pastoor preekte op een dag dat de vrouwen en meisjes met het hoofd bedekt naar de kerk moesten. Dat vonden de moeders onzin. Dat deden we dan ook niet.’

Dat er een andere wereld bestond dan de katholieke ontdekte Marian op de mulo en later de kweekschool (opleiding voor onderwijzers) in Alkmaar. ‘Hoewel het nog steeds katholieke onderwijsinstellingen waren, kreeg ik daar een docent Nederlands die de Nederlandse literatuur uitgebreid behandelde. Er ging een wereld voor me open.’ Ze krijgt steeds meer interesse voor kunstgeschiedenis en geschiedenis.

In haar werkende leven heeft ze weinig tijd voor boeken. Dat verandert tijdens haar pensioen. Ze richt een leesgroep op. De groep leest ongeveer zes boeken per jaar. Ze behandelen boeken over de periode 1850-1940. Waarom deze periode? ‘De wereld verandert in dat tijdsbestek razendsnel, onder meer door de industrialisatie en uitbreiding van het wegen- en sporennetwerk. Mensen krijgen een groter bereik en dat heeft grote gevolgen.’

Een boek dat de leesgroep op dit moment behandelt is Europeanen van Orlando Figes. Aan de hand van persoonlijke verhalen schetst hij de geboorte van de Europese cultuur. Op de door Figes geschetste ontwikkelingen van meer gezamenlijkheid komt volgens Marian altijd een tegenreactie. De beschrijving van deze tegenreactie valt te lezen in het werk van Sebastian Haffner en Ursula Hegi.  Marian staat op, loopt naar haar boekenkast en pakt  Stenen van de rivier van Hegi, het verhaal over een dorp in Duitsland waar langzamerhand het gif van het nationaalsocialisme opkomt.

Het lezen van boeken brengt haar ook op andere schrijvers. Zo behandelt Figes in Europeanen het leven van de negentiende eeuwse Russische schrijver Ivan Toergenjev. Toergenjev is bekend door zijn Vaders en zonen. Later bleek dat Marian het boek zelf nog op de plank had staan. Ze staat wederom op en haalt het boek tevoorschijn. ‘ Kijk’, wijst ze aan met haar wijsvinger. ‘Gekocht op 24-07-1969.’

Marian is selectief geworden in de aankoop en het wegdoen van haar verzameling. ‘Aan sommige boeken raakt je gehecht. Zes jaar geleden ben ik verhuisd. Ik woon nu kleiner.  Daarom heb ik veel boeken weggedaan. Dat is moeilijk. Maar ik moest gewoon wat opruimen.’

Een boek waar Marian bijzonder aan gehecht is, is van de Nederlandse dichter Victor van Vriesland (1892-1974). Hij maakte de bloemlezing Spiegel der Nederlandse poëzie door alle eeuwen. ‘Ik kreeg het boek van een goede bekende. Het is een eerste druk uit 1939. Ik heb het boek al vijftig jaar. Tegen mijn kinderen heb ik gezegd dat ze dit boek nooit weg mogen doen na mijn dood.‘ Marian leest thuis op haar bank, maar ook in de bibliotheek (OBA). ‘Ik vind het prettig om elders te lezen. Maar er zijn zo weinig stille plekken in de stad. Zelfs in de OBA kan het luidruchtig zijn.’

Tegenwoordig koopt ze ook kinderboeken. Een van haar kinderen woont met haar gezin in Californië. ‘Elke zaterdag skype ik met ze. Mijn kleinzoon is vijf en mijn kleindochter drie. Ik lees ze voor, soms wel een half uur of drie kwartier.’ Ze kijkt naar de kinderboeken in haar kast en zegt met een lach: ‘Het gesprek is rond. We zijn weer terug bij de kindertijd.’