Dit jaar bestaat Buurtcoöperatie de Eester vijf jaar. Dat wordt gevierd met verschillende activiteiten, waarover oost-online je gaat berichten. Vooruitlopend hierop een terugblik op vijf jaar waarin veel is gebeurd. Een gesprek met initiatiefnemer en ‘hoeder’ Meta de Vries.
Anne-Mariken Raukema
Het eerste wat opvalt bij binnenkomst in de Eester, is de warme, aangename sfeer. Nergens is het muf, zoals sommige buurthuizen die in verouderde panden zitten dat wel kunnen hebben. Vrolijke kleuren hebben de overhand en het is er schoon. Want belegen, dat was wel het laatste wat Meta de Vries zes jaar geleden voor ogen had. Ze woont inmiddels 28 jaar in de buurt, heeft een leven in de welzijnssector achter zich en maakte vele reorganisaties mee.
Geen buurthuis
Waar buurthuizen vaak bestierd worden door welzijnsinstellingen, is de Eester vanaf het begin gericht geweest op de buurtbewoners met eigen ideeën en initiatieven. Jaren geleden werd al duidelijk dan mensen langer thuis zouden blijven wonen en het thema ‘ouder worden’ prominenter werd. De meeste buurtbewoners die de Eester gebruiken zijn actieve vijftigers en zestigers. Sinds 2016 is het gehuisvest aan de C. van Eesterenlaan 266. De Vries: ‘Ik realiseerde me dat dingen niet goed gingen in de maatschappij: op veel zaken in je eigen woonomgeving heb je eigenlijk geen invloed want zaken rondom wonen, zorg en welzijn worden geregeld vanuit kantoren die zich ergens ver weg bevinden Het is een belangrijke drijfveer om te kijken wat je in je eigen omgeving voor elkaar kan krijgen. Wat we hier samen realiseren, daar ben ik trots op.’
De wereld van welzijn
Ze illustreert dat professionele welzijnsorganisaties destijds geen voet aan de grond kregen in het Oostelijk Havengebied, omdat ze de taal van de bewoners niet spraken. ‘Men wil bijvoorbeeld niet worden aangesproken als vrijwilliger en eigen regie is heel belangrijk .’
‘Nee, we zijn geen buurthuis’, zegt Meta de Vries stellig. ‘We zijn een coöperatie voor de buurt met een ruimte voor bewoners, maar we gaan verder dan de muren van dit gebouw. Samen met andere initiatieven en organisaties zijn we er voor het hele Oostelijke Havengebied. We nemen met bewoners verantwoordelijkheid voor de buurt en dat is niet vrijblijvend.‘
Buurtcoöperatie de Eester groeit, dat heeft ook consequenties voor de organisatie. Het brengt professionalisering van onder andere financiële administratie en ICT met zich mee. Dat ziet De Vries wel als een uitdaging voor de toekomst: hoe houd je een goede balans tussen vrijwillige inzet en professionele ontwikkeling? En hoe borg je de continuïteit zonder dat dit ten koste gaat van de inzet van bewoners? Omdat de Buurtcoöperatie niet alleen afhankelijk wil zijn van subsidies, halen ze ook zelf geld binnen door verhuur van ruimtes aan bijvoorbeeld VvE’s en zzp’ers of groepen vrouwen die gezamenlijk een naailes opzetten.
Duurzaamheid en klimaat
Met trots bladert ze door de brochure OHG 2025, de toekomstagenda voor het Oostelijk Havengebied, over hoe de buurt er over vijf jaar uit ziet. ‘De buurtbewoners die met klimaat en duurzaamheid bezig zijn, is weer een andere groep mensen dan die zich bezig houden met bijvoorbeeld ouder worden in buurt of de kinderactiviteiten.’
Met zo’n 18.000 inwoners is het Oostelijk Havengebied een woonwijk van gemiddelde grootte, de huizenprijzen zijn relatief hoog en er wonen gemiddeld meer hoger opgeleiden. Zij voelen zich verantwoordelijk voor hun woonomgeving en thema’s als vergroening, hergebruik en energie. De initiatieven van de Eester (‘zo’n 1.500 mensen groot’, aldus De Vries) wordt door het stadsdeel ondersteund met een subsidie waarvan vier tot vijf mensen een aantal uren per week wordt betaald. Zij zorgen voor de organisatorische continuïteit, maar alle activiteiten draaien op de inzet van actieve bewoners, bij elkaar inmiddels zo’n honderd bewoners uit het hele Oostelijk Havengebied. En hun aantal groeit elk jaar.
De Buurtbel
Een van de kurken waar de Eester op drijft is de Buurtbel. Die koppelt bewoners uit het Oostelijk Havengebied aan elkaar voor concrete burenhulp. En zorgt daarmee voor echte verbinding en saamhorigheid in de buurt. Dat is een veelkleurig palet en varieert van samen wandelen of boodschappen doen, iemand die met je mee gaat naar het ziekenhuis of kleine reparaties aan huis. Wanneer de hulpvraag te groot wordt voor de buren zoeken de mensen van de BuurtBel naar professionele hulp in de wijk. Via de wijktafel is er onder andere contact met huisartsen, die op hun beurt verwijzen naar de BuurtBel. Bijvoorbeeld als ze merken dat patiënten weinig of niet buiten komen. De Vries: ‘De burenhulp is niet in plaats van de professionele hulpverlening, beide bestaan naast elkaar en ondersteunen en versterken elkaar, hoewel de grens soms lastig is. De signaleringsfunctie is heel belangrijk. Wij zien in toenemende mate hogeropgeleide West-Europese expats binnenkomen met vragen voor taalhulp en het zoeken naar verbinding met de buurt.’
Eenzaamheid
Waar het woord ‘eenzaam’ en alle samenstellingen en afleidingen daarmee in het vakjargon en daarbuiten – ook de politiek en ambtenarij – te pas en te onpas wordt gebruikt, wordt het in de Eester niet genoemd. ‘Het wordt al snel geproblematiseerd’, aldus De Vries. Wij praten liever over betekenis geven en zingeving. ‘Eenzaamheid heeft vaak te maken met ouder worden, het is slechts een onderdeel van de problematiek. En er kleeft een groot stigma aan. Mensen willen ook niet worden aangesproken op eenzaamheid. Het wordt ook vaak gekoppeld aan armoede, bijstand en allochtoon zijn, maar dat speelt hier veel minder.
Lokale thema’s
De Eester heeft binnen vijf jaar een positie verworven, waardoor ook bij actuele onderwerpen de buurtcoöperatie wordt aangesproken. Bijvoorbeeld rondom de zwemsteiger bij Borneo-eiland, waar afgelopen zomer nogal wat om te doen was. Sommige bewoners meenden dat hun kinderen er vrijuit moesten kunnen zwemmen en bootbewoners ondervonden daar last van. Sindsdien worden gesprekken gevoerd – de voorzitter van de Eester woont zelf op Borneo-eiland – met voor- en tegenstanders. De kans is groot dat er voor de zomer een vorm gevonden wordt waarmee alle partijen kunnen leven. In samenwerking met het stadsdeel Oost.
Toekomst
Na vijf jaar is het ook goed te kijken naar de komende tijd. Als het aan Meta de Vries ligt zijn er vier zaken die aandacht verdienen. Uitvoering van de Toekomstagenda 2025 met als speerpunt energietransitie en vergroening; verder vergroten van de bekendheid en het ondernemend vermogen (binding met zzp’ers en het genereren van eigen inkomsten); inspelen op het toenemende aantal ouderen (maaltijdvoorziening/catering, buurtvervoer, woonvoorziening) en verdere ontwikkeling en professionalisering met behoud van de basis en de kracht van de inzet van buurtbewoners.
‘Op lange termijn is de voormalige basisschool Het Gouden Ei in beeld als pand, we onderzoeken de mogelijkheid van zelfstandig wonen voor jong en oud gecombineerd met gezamenlijke voorzieningen. Het idee toont de werkwijze van de Eester goed aan: van onderop en expertise uit de buurt – in de vorm van vastgoedprofessionals, woonspecialisten en buurtontwikkelaars – bij elkaar brengen om het tot een goed einde te brengen. Tenslotte is er de vraag hoe je in Amsterdam de diversiteit bewaart. Krijgen jongeren nog wel een kans op de woningmarkt? Kunnen mensen hier wel blijven wonen? Maar dat is niet alleen een probleem voor het Oostelijk Havengebied, dat geldt voor heel Amsterdam.