Als inwoner van Oost kennen we allemaal molen De Gooyer. Beeldbepalend voor het stadsbeeld en daarom een toeristentrekker bij uitstek. Ongetwijfeld zijn er over de hele wereld foto’s van die mooie grote molen aan de Funenkade te vinden.

Henny Reubsaet

Veel minder bekend is, dat De Hollandsche Molen ook in Oost gevestigd is. Dit is de landelijke vereniging tot behoud van molens in Nederland. Precies een kilometer van De Gooyer vandaan bevindt zich hun kantoor aan de Zeeburgerdijk 139. Naar aanleiding van het 100-jarig bestaan van De Hollandsche Molen spreek ik met hoofd communicatie en marketing Luuk van Term.

Buiten aan de gevel valt me voor het eerst hun naambord op, dat toch een opvallend gele neonkleur heeft. ‘Ja klopt, dat is nieuw. We hebben sinds kort een nieuwe huisstijl’, vertelt Luuk niet zonder trots. ‘Naar aanleiding van ons 100-jarig bestaan zijn we gaan zoeken naar een manier om onszelf wat beter te presenteren. Want één van onze doelstellingen is dat we het draagvlak voor molens willen vergroten in de samenleving. Dat er meer mensen kennismaken met molens, dat ze in mei een Nationale Molendag komen beleven, die we trouwens al 50 jaar organiseren. En dat ze dan hopelijk donateur of lid worden van onze vereniging. Maar als we te weinig eigentijds ogen gaat dat natuurlijk niet lukken. Vandaar dat we ook ons ledenblad een modernere uitstraling hebben meegegeven.’

Inderdaad zien de beide edities van het blad Molens die ik krijg toegeschoven er prachtig uit. De cover van het januarinummer beantwoordt al meteen een van mijn vragen: of er ook vrouwelijke molenaars zijn. Ik lees dat Nederland 120 vrouwelijke molenaars kent en dat er momenteel 142 vrouwen de opleiding tot molenaar volgen. Die opleiding is niet mis en duurt minimaal twee jaar. ‘Maar de opleiding wordt niet verzorgd vanuit onze vereniging’, vertelt Luuk. ‘Het is het Gilde van Molenaars dat de molenaars opleidt. Onze taak is het afnemen van examens. Dit jaar zal de 2500ste molenaar examen bij ons doen.’

Hij vervolgt zijn verhaal door nog meer feiten te noemen.  ‘Nederland telt zo’n 1050 windmolens en 150 watermolens. Maar er zijn nog maar zo’n 40 molenaars die met de molen geld verdienen. Vooral door het malen van graan, en een enkeling met het zagen van hout of het slaan van olie. De meeste molenaars zijn vrijwilligers. Vaak zijn het mensen die pas gepensioneerd zijn die het onderhouden van de molen als een nieuwe hobby oppakken.’

‘Het hoofddoel van de Hollandsche Molen is om de eigenaars van molens te ondersteunen met voldoende kennis en geld voor onderhoud en restauratie. Het molenveld, zoals wij het noemen, is gelukkig goed georganiseerd in Nederland. De meeste molens hebben in de jaren zestig de monumentenstatus verkregen, als Nederlands erfgoed. Molens kunnen eigendom zijn van een stichting, een bedrijf, een gemeente, een particulier of een vereniging als Natuurmonumenten bijvoorbeeld. De Gooyer is eigendom van Stadsherstel Amsterdam.’

‘De Hollandsche Molen heeft in het verleden zelf ook tientallen molens in bezit gehad. Dat was om ze te redden van verval. Maar zoals ik al zei, het gaat ons erom zoveel mogelijk molens te behouden in Nederland; niet om zelf molens te bezitten. Op dit moment hebben we nog zeven molens zelf in bezit.’ Wat bij mij de vraag oproept waar de vereniging eigenlijk haar geld vandaan haalt.

‘De Hollandsche Molen krijgt geld van de overheid, van fondsen zoals de VriendenLoterij maar ook van particulieren. We organiseren bijvoorbeeld ook crowdfundacties, ook om ontwikkelingen rond molens in de publiciteit te krijgen.

Een andere actie om de molen als Nederlands cultuurbezit onder de aandacht van het publiek te brengen is de VriendenLoterij Molenprijs. Moleneigenaren kunnen jaarlijks een project indienen om hun molen te herstellen of te verfraaien en moeten daarvoor stemmen verwerven. In verband met het 100-jarig bestaan krijgt de winnaar dit jaar niet de gebruikelijke 75.000 euro voor zijn project, maar zelfs 100.000 euro! De nieuwe stemronde van de Molenprijs start op 6 september dit jaar.’

Met mijn laatste vraag pols ik bij Luuk of de inwoners van Oost nog iets hebben aan het feit dat het kantoor van De Hollandsche Molen aan de Zeeburgerdijk gevestigd is. Tot mijn blijdschap antwoordt hij positief. ‘Jazeker!’

Schrijf maar op dat iedereen elke dinsdag en donderdag welkom is bij ons. We hebben namelijk ook een documentatiecentrum hier waar vrijwilligers alle publicaties over molens, artikelen, foto’s, prenten en noem maar op hebben geordend, specifiek rondom bepaalde molentypes. Er zijn ook briefwisselingen te vinden tussen molenaars onderling over contracten. Het geheel biedt inzicht in de geschiedenis van molens en molenaars in Nederland. Het beroep ging vaak over van vader op zoon, er bestaan echte molenaarsfamilies. We streven ernaar ons archief te digitaliseren, maar online is nu nog niet alles te vinden. Het is ook leuk om bij ons te komen rondneuzen of allerlei wetenswaardigheden over molens te komen opzoeken.

‘En o ja, misschien kun je ook vermelden dat De Hollandsche Molen een sterke connectie heeft met Amsterdam-Oost omdat onze voorzitter, Nico Papineau Salm, vroeger stadsdeelvoorzitter van Zeeburg is geweest. Met als leuk feitje dat hij in het kader van ons 100-jarig bestaan van juni 2020 tot april 2023 honderd molens in heel Nederland heeft bezocht. Op de fiets of met het openbaar vervoer, als uitdrager van een milieuvriendelijke levensstijl. Want de molen is bij uitstek hét symbool voor duurzaamheid natuurlijk!’

Check www.molens.nl | www.molendatabase.nl | www.molendatabase.org