Schitterend zo’n sneeuwjacht. Het waait ongenadig en er ontstaat en wondere witte winterse wereld. Witte vlokken waaien woest rond de daken en jagen door de straten. De auto’s, de fietsen, de daken, de kozijnen, de hekken de bomen en de planten, alles wordt bedekt hier op de Kadijken en in de rest van Oost.
Een witte wereld. Maar ook koud, guur en onherbergzaam. Dik ingepakte hondeneigenaren ploegen moeizaam door de storm, terwijl hun huisdier opgewonden blaft tegen het natuurgeweld. Kinderen rennen tegen de wind in, glijden, vallen en staan krijsend van plezier of pijn weer op.
Ongelukkigen die moeten werken worden geteisterd door dit natuurgeweld op weg naar hun plaats van bestemming.
Welgemoed bewonder ik dit winterwonderland. Maak ik dat ook nog een keertje mee. Veilig vanachter mijn raam, met de kachel op tien en een warme chocolademelk met rum en slagroom. Af en toe hoor ik de sirene loeien van de politie, de brandweer of een ambulance. Voor ongelukkigen die slachtoffer van de voortrazende sneeuwstorm zijn.
En ik denk even aan mijn dakloze oud-collega R. die enkele maanden gelden werd ontruimd op de Hoogte Kadijk en aan zijn lotgenoten. Ik zie hem af en toe met zijn fiets vol plastic zakken door de buurt schuiven en die bij de soepbus om de hoek met zijn mede-onbehuisden een bakkie van dat voedzame vocht nuttigen.
Hoe zou het daarmee gaan?