Hester Brands heeft sinds mei 2022 haar oude droom verwezenlijkt met HELLY. Een tweedehands kledingszaak aan de Linneausstraat met verschillende merken, stijlen en ook vintage, van goede kwaliteit om unieke combinaties te maken.

Ellen Ros | Foto Frank Schoevaart

Het loopt tegen sluitingstijd. Twee van de klanten hebben alle rekken afgezocht en staan met hun vondsten in de hand toch nog in dubio. Het mag worden weggehangen, ze kunnen er nog een nachtje over slapen. Hester: ‘Ik push klanten liever niet om een besluit te nemen. Het is verstandig goed na te denken over je kledingaankoop en nog even thuis in de kast te kijken. Als ik het kledingstuk gepast zie worden, geef ik graag mijn mening als dat nodig is en merk ik dat ik doorgaans oprecht enthousiast kan zijn wanneer iemand een perfecte match vindt. Daar krijg ik altijd kippenvel van!’

Antropologisch
Veel vaste klanten maken wekelijks een rondje op zoek naar nieuwe items. ‘Van hen weet ik ondertussen steeds beter wat ze mooi of interessant vinden. Op die manier kan ik inschatten wat een toevoeging kan zijn aan hun kledingkast. En ik kan in gesprek gaan met klanten over hun persoonlijke stijl en voorkeuren.’

‘Een perfecte match, daar krijg ik kippenvel van!’

Hester (koosnaampje ‘Helly’) heeft een modeopleiding gevolgd. Eerst aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht (HKU) en daarna aan ArtEZ in Arnhem. In beide opleidingen koos ze niet voor de ‘maakkant’ van de mode maar meer de theoretische kant, de conceptkant. ‘Kleding interesseert me als antropologisch verschijnsel, hoe je gender uitdrukt of hoe je laat zien dat je bij een groep hoort.

Er wordt veel te veel kleding gemaakt. De mode industrie is een monster. Het overspoelt de wereld met slecht en te goedkoop gemaakte producten waar de arbeiders uit lage-lonen-landen de tol voor betalen. Daar gruw ik van. Al heel snel wist ik dat ik geen nieuwe mode wilde maken maar een tweedehands kledingwinkel wilde. Ik geniet erg van het maken van mooie en onverwachtse combinaties van kleren.’

Kritisch
‘Twee jaar geleden tipte een collega mij dat de eigenaresse van ZORA, zoals de winkel eerst heette, een opvolger zocht. Het was net corona-tijd en ik heb daar dus nog een paar maanden mee gewacht. Toen ik ging praten, klikte het direct. We werken nog steeds samen.

De klantengroep is veranderd en uitgebreid sinds ik de winkel overnam. Van een wat ouder publiek zijn het nu meer 30-ers, grofweg schat ik mijn pubiek van tussen de 25 en 65 jaar. Mijn prijzen zijn wat hoger dan vroeger, ik heb meer merkkleding en ik neem nauwelijks ZARA of H&M in. Ik moet de klanten soms uitleggen waarom ik kritisch ben op wat ik voor de winkel uitkies en ‘nee’ moet zeggen. Ik neem de kleding ‘in consignatie’: als het wordt verkocht krijgt de ‘inbrenger’ een deel van de verkoopprijs. Lukt dat uiteindelijk niet, dan kan de kleding worden opgehaald of geef ik het aan een goed doel.’

Inspirerend
‘Langzamerhand heb ik een eigen draai gegeven aan mijn winkel, het voelt ondertussen een beetje als mijn eigen kledingkast. Uit de ingebrachte kleding stellen wij een inspirerende collectie samen, zodat mensen uiteindelijk minder behoefte hebben om nieuwe spullen te kopen.

Mooie kleding heeft waarde en dus zijn prijs, maar ik bied in verschillende prijsklassen kleding aan: iedereen in Oost moet hier iets van zijn of haar gading kunnen vinden!’