Home Lezen en schrijven ‘Een jenevertje, een sjekkie en een boek’

‘Een jenevertje, een sjekkie en een boek’

0

Wanneer ik ’s avonds laat naar huis fiets, kijk ik graag naar binnen bij de verlichte huizen. Op deze laatste avond van november stelt het huis mij niet teleur. Als zo dikwijls zit de oude man met een baard achter het raam. In zijn ene hand heeft hij een boek, in zijn andere hand een sjekkie. Dit keer stop ik, stap af en bel aan. De oude heer doet open, hij oogt geschrokken en geërgerd. Ik vraag of ik hem mag interviewen omdat hij me intrigeert. De blik van Cornelius, zo blijkt hij te heten, verzacht. Hij glimlacht en laat me direct binnen.

Dorro Dunya Veen

De woonkamer staat een beetje blauw en het geluid van Radio 4 is zachtjes te horen. Hij begint spontaan zijn levensverhaal te vertellen.

‘Sinds 13 maart ben ik niet uit mijn huis geweest. Ik hou mezelf bezig door veel te lezen, zoals jij door het raam hebt gezien. Ik ben alleen, maar niet eenzaam. Ik ben er goed in om alleen te zijn; af en toe krijg ik bezoek.

In de jaren 60 ging ik theologie studeren, daarmee ontsnapte ik aan de dienstplicht. Theologie studenten kregen vrijstelling van de dienstplicht, van hen werd verwacht dat ze dominee zouden worden. Ik was dat stiekem nooit van plan. Na mijn studie emigreerde ik naar Maleisië omdat ik daar een baan aangeboden kreeg als docent formele logica. Een docent kan leerlingen enkel iets leren als er continu een dialoog plaatsvindt. De inhoud van de les moet je aanpassen aan de interesses van de leerlingen.’

We zijn nog maar een kwartier aan het praten en Cornelius steekt zijn tweede sjekkie op. Vervolgens neemt hij een paar slokken van zijn thee. Ik realiseer me dat hij mij niets te drinken heeft aangeboden. Ik ervaar het niet als onbeleefd maar als aandoenlijk. Naast mijn kladblok staat een halflege jeneverfles. Daarnaast liggen papiertjes, verfomfaaide schriftjes, boeken en er staat een kaarsenstandaard zonder kaars. De vloer ligt bezaaid met boeken en de kasten zijn ermee gevuld, met name filosofieboeken.

‘Ik ga binnenkort weer bijles filosofie geven aan pubers. De huidige belangstelling van jongeren voor Heidegger vind ik onterecht. Heidegger heeft hele intelligente ideeën opgeschreven maar hij filosofeert niet, hij dreunt slechts op. Heidegger heeft tijdens het schrijven een keer een hoestbui gekregen en schreef daarna de volzin volledig naar behoren af. Terwijl een goede filosoof van de hak op de tak gaat, omdat hij al schrijvend denkt en al denkend schrijft, zoals Nietzsche. Ik had het je eigenlijk moeten vragen, vind je het erg dat ik rook?’

Ik zeg dat ik het niet erg vind, hij is inmiddels aan zijn vijfde sjekkie toe. ‘Wat vindt u belangrijk in het leven?’
‘Een jenevertje, een sjekkie en een boek.’

We glimlachen naar elkaar.
‘Inzicht vind ik heel belangrijk en ook dat je goed in staat bent om jezelf met woorden uit te drukken. Ik spreek daarom acht verschillende talen. Bij de opvoeding van mijn dochter vond ik het belangrijkste dat mijn dochter zelf leerde denken. Mijn toenmalige vrouw was het daar niet mee eens, zij was zwaar katholiek. Mijn dochter zei vaak: Papa, het is zo en zo, en dan zei ik: Nee, de rooms-katholieke kerk zegt dat het zo is! Ik lees veel omdat ik ervan geniet. Lezen leidt tot verheldering, het onttroebelen van jezelf en van het leven. De dichter Pessoa bijvoorbeeld kan negatieve emoties goed verwoorden in een gedicht en dat werkt verhelderend voor de lezer. De belangrijkste functie van literatuur en poëzie is verheldering, het reinigen van de ziel, zoals Aristoteles zei.’

Bij het afscheid zegt Cornelius dat ik altijd terug mag komen als ik nog vragen heb. Hij belooft te zwaaien als ik langs fiets. Ik betwijfel dat, hij is immers altijd aan het lezen. Ik bedank en groet hem beleefd maar ik zeg niet wat ik denk. Ik fiets weg en baal want beleefdheid die oprechtheid overschaduwt, vind ik een teken van liefdeloosheid.