Home Overzicht Een listige lentebode

Een listige lentebode

0

Koe-koek…Koe-koek… Koe-koek! Wie kent zijn roep niet? De vogel wordt beschouwd als een voorbode van de lente. Maar ook als een wrede boosdoener omdat dit dier een ei legt in het nestje van andere veel kleinere vogels die in plaats van hun eigen kroost een gulzige koekoek-kostganger moeten grootbrengen. Omdat het aantal koekoeken al decennialang in aantal afneemt, is 2017 uitgeroepen tot het jaar van de koekoek.

Tekst Lieneke Koornstra | Foto’s Edial Dekker | Illustratie Winny Ros

Het ligt voor de hand dat de naam van een dier dat zo’n herkenbaar geluid produceert hiervan is afgeleid. In alle Europese talen is hiervan sprake: van onze ‘koekoek’ tot het ‘cuco’ in Spanje & Portugal, ‘koúkos’ in Griekenland, ‘coucou’ in Frankrijk, ‘kukulka’ in Polen, ‘kakukk’ in Hongarije en ‘guguk’ in Turkije. Ook de Latijnse benaming verwijst ernaar: ‘cuculus canorus’.

Individualist
De koekoek is een trekvogel die overwintert in Centraal Afrika, waarschijnlijk vooral in en rond de Congolese Regenwouden. Edial Dekker, lid van de Vogelwerkgroep Amsterdam: ‘Aanvankelijk had men er geen idee van waar de vogel overwinterde en dacht men zelfs dat hij zich transformeerde tot sperwer.’ Rob Baars, lid van dezelfde Vogelwerkgroep: ‘Later werd duidelijk dat ze wegtrokken en om helder te krijgen waarheen, werden ze tientallen jaren bij honderden geringd. Deze inspanningen leverden slechts één terugmelding op: er werd een koekoek aangetroffen in een kookpot in het Afrikaanse Regenwoud.’ In 2011 was de techniek zo ver gevorderd dat vogels konden worden voorzien van GPS-zenders. Het Congo-Bassin waar de kookpot stond bleek inderdaad de overwinteringsplaats.

‘Rond Koningsdag strijken de koekoeken weer bij honderden in West-Europa neer’ vertelt Rob. ‘Opmerkelijk is dat de terugvlucht via een andere weg verloopt dan de heenvlucht. De route naar het zuiden is rechttoe-rechtaan naar Centraal Afrika maar op de terugweg wordt de Sahara via Senegal en Mauritanië overgestoken. Daarbij zoeken de koekoeken stormdepressies op omdat de sprinkhanen daar ook op afkomen: eten gegarandeerd.’ Edial voegt eraan toe: ‘De volwassen koekoeken trekken al vanaf juni weg naar hun overwinteringsgebieden. De jongen volgen in augustus op eigen houtje. Dit niet alleen omdat ze hun echte ouders nooit hebben gezien maar ook omdat ze niet zoals spreeuwen en ganzen in grote zwermen vliegen. Een koekoek is een echte individualist, ook tijdens de migratie.’

Bedrog
Per seizoen legt de vrouwtjeskoekoek zo’n tien à vijftien eieren, allemaal in verschillende nesten. Rob: ‘Dat doet ze bij waardvogels, de oudervogels die het ei uitbroeden en het koekoeksjong vervolgens grootbrengen. Ze flikt dit kunstje in tien seconden op een moment dat de waardvogel het niet ziet, dus niet bij het nest is. Daarvoor houdt ze listig alle beginnende legsels op een terrein in de gaten, wel een stuk of vijftien tegelijk.’ Omdat het koekoekswijfje de eileider uit de cloaca kan verlengen kan ze haar ei ondanks haar eigen grootte in de meest kleine nestjes kwijt. Ze grijpt haar kans als er twee of drie eieren in het nest van de waardvogel liggen. Een daarvan wordt meteen opgegeten of in de bek genomen tijdens haar actie. Deze list past ze in het lenteseizoen om de dag toe. Daarbij maakt ze een geluid dat enigszins lijkt op lachen en hinniken. Als de waardvogel er lucht van krijgt waarop hij wordt getrakteerd dan verwijdert hij het koekoeksei. Vindt de koekoek geen geschikt nest dan kan ze zonder probleem het ei een dag langer in haar lichaam houden.

Edial vertelt dat vrouwtjeskoekoeken gespecialiseerd zijn in bepaalde soorten waardvogels. ‘Er zijn er die hun eieren vrijwel uitsluitend in de nesten van de heggenmus leggen. Andere koekoeken deponeren hun eieren bij een andere soort of familie, dit wordt bepaald door de afstamming via de vrouwelijke lijn. Zo zijn er dus heggenmuskoekoeken maar onder andere ook kleine karekiet-/(bos)rietzangerkoekoeken en tapuitkoekoeken. De koekoekswijfjes pakken het slim aan want dankzij hun specialisatie hebben hun eieren dezelfde kleur als die van de waardvogel. Daardoor merkt dat dier niets van het bedrog.’

Ondanks dat de koekoek haar ei zelf niet uitbroedt behoort ze toch tot de categorie broedvogels. ‘Termen als broedvogel, trekvogel, zomervogel, standvogel en overwinteraars zijn gekoppeld aan wat een vogel in een bepaald gebied doet’, zegt Rob. ‘De koekoek geldt bij ons als een broedvogel omdat het vrouwtje als zij bij ons in het land is haar eieren legt. Wie ze uitbroedt doet er wat dat betreft niet toe.’ Edial merkt op dat overal in de wereld parasitaire vogels leven, waaronder de koevogel en de bisschopsvogel. De koekoek vormt dus geen uitzondering met de uitbesteding van haar eieren.

Keerteen
Heeft het koekoeksjong zich eenmaal een weg uit het ei gepikt dan is het bepaald geen lekker dier voor zijn omgeving. Edial: ‘Het dier kruipt doorgaans als eerste uit het ei en werkt vervolgens de eieren van de waardvogel één voor één uit het nest. Als er al broertjes en zusjes zijn dan doet hij hetzelfde met deze kuikentjes. Op zijn rug is hij voorzien van een soort shovel, een uitermate gevoelige groef. Zodra hij op die plek door de andere nestelingen wordt aangeraakt handelt hij puur instinctief. Daardoor is hij algauw enig kind. Omdat het dier groter is dan de vogels waarvoor het nest is gebouwd, is de behuizing snel te klein voor hem. Om te voorkomen dat hij zelf het nest uit kukelt beschikt hij over een zogenaamde keerteen. Normaal hebben vogels drie tenen voor en één achter, maar de koekoek kan dankzij de keerteen twee tenen naar voren en twee tenen naar achteren zetten zodat hij meer grip heeft op zijn omgeving.’

Betovering
Over het groot worden van een koekoeksjong doen veel verschillende verhalen de ronde. Zo zou de jonge koekoek zijn voedster verslinden. Rob: ‘De juveniel wordt al snel groter dan zijn pleegouders. Zeker als de waardvogel deel uitmaakt van een erg kleine soort, verdwijnt de kop van de voedster vrijwel geheel in de wijd opengesperde bek van de gulzige koekoek-kostganger. Het probleem dat de meeste vogelouders de hoeveelheid voedsel afstemmen op het aantal geopende bekjes in hun nest, weet de jonge koekoek te omzeilen door te bedelen voor drie. Het jong imiteert de bedelroep van de waardvogelkuikens waarmee hij zijn voedselverstrekkers betovert. Ook de grote oranjerode keel stimuleert de waardvogels, ze kunnen zelfs aan de koekoekssnavel hangen om de schrokop te voeden.’ Na ongeveer twintig dagen vliegt de jonge vogel uit. Het is niet ongebruikelijk dat een pas uitgevlogen koekoek bedelend op een paaltje zit. De veel kleinere waardouders landen in dat geval op de rug van de juveniel om hem te voeden.

Zuivre jamben
Alhoewel iedereen de roep van de koekoek herkent hebben de meeste mensen het dier nog nooit in het echt gezien. ‘De vogel is zo’n 33 centimeter groot, is slank gebouwd met spitse vleugels en een lange afgeronde staart’, vertelt Edial. ‘Mannetjes zijn altijd grijsblauw, de witte buik wordt door een zwarte bandering scherp afgescheiden van het blauwgrijze gedeelte, ongeveer zoals bij de sperwer. De snavelbasis en iris zijn felgeel. Vrouwtjes zijn er in twee kleuren. Het merendeel is grijs, maar één op de zeven vrouwtjes is roodbruin. In het grijs lijkt ze erg op het mannetje, alleen is zij op de borst roodbruin. Op de witte buik is de bandering bij alle vrouwtjes lichtgrijs. De snavelbasis en iris zijn lichtbruin. Een juveniel heeft een witte vlek achterop de kop. De snavel is hoorngrijs met uitzondering van de basis.’

Dat de koekoek zeer tot de verbeelding spreekt is een ander verhaal. Zijn geluid is daarvan vooral de oorzaak. Veel componisten hebben koekoeksmotieven in hun muziek verwerkt, waaronder Heinrich van Biber (Vioolsonate in A majeur – 3.Cucu) en George Friedrich Händel (Orgelconcert nr 13 in F majeur – De koekoek en de nachtegaal). Naar aanleiding van de zogenaamde ‘koekoek-eenzang’ zijn er ook verschillende gedichten gemaakt. Willem Bilderdijk schrijft in zijn gedicht De koekoek en de nachtegaal: ‘Bravo ja, dat noem ik zingen / (De ezel zegt) dat’s de rechte toon / ’t Nachtegaaltjen piept wel aardig / Maar de koekoek spant de kroon / Dat zijn klinkklaar zuivre jamben / Dat’s een maat naar MIJN verstand / Daar is zoet bij in te slapen / ‘k Hou niet van die Griekse trant’.

Nuttig
De precieze oorzaak van de afname van het aantal koekoeken is niet bekend. Er kan een verband bestaan met het feit dat er steeds minder insecten rondvliegen, een belangrijke voedselbron voor vogels. Hierdoor nemen ook de waardvogels in aantal af. Alhoewel het parasitaire gedrag van koekoeken door menigeen wordt verafschuwd zijn het toch zeer nuttige dieren. ‘Op het menu staan onder andere harige en felgekleurde rupsen die vaak zeer giftig zijn en voorkomt daarmee een te sterke rupsengroei’, zegt Edial. ‘Het gif in het haar van de rups deert de koekoek niet, ze is ertegen bestand.’ Rob komt terug op de eerder genoemde sprinkhanen waarmee de koekoeken in Afrika hun buikjes vullen. ‘Sprinkhanen kunnen in een mum van tijd hele vlakten kaalvreten. Op zo’n moment is de koekoek beslist een welkome verschijning.’ Dat is het dier ook voor de beide vogelaars: ze kijken uit naar zijn komst, al zullen de waardvogels daar zo hun eigen gedachten over hebben.