Home Kunst Elize Lutz: ‘Mezelf serieus nemen en vormgeven van tedere agressie.’

Elize Lutz: ‘Mezelf serieus nemen en vormgeven van tedere agressie.’

0

In Oost wonen en werken veel kunstenaars met verschillende disciplines. oost-online bezoekt regelmatig een van hen en stelt wat vragen. Deel 11 van een tweewekelijkse serie Kunstportret. Elize Lutz ging stapsgewijs de stad uit en woont nu op IJburg.

Bijna veertig jaar had Elize Lutz een exclusieve sieradenzaak op de Grimburgwal. Daar verkocht ze unica en kleine series van Nederlandse ontwerpers, kocht alleen in wat ze mooi vond.  Vrij plotseling besloot ze daar te stoppen en naar de Rietveld Academie te gaan. In 2012 studeerde ze af, wat betekende dat ze gelijk met haar kinderen eindexamen deed. Als een van de weinigen verkocht ze op de eindtentoonstelling haar werk.

Je woont in Oost. Waarom hier en hoe lang al?

‘Vanaf 1992 wonen we in Oost, We zijn begonnen op de Ringdijk, daarna naar het Timorplein verhuisd, toen naar Java-eiland en nu alweer twee jaar op IJburg. Oost is prettig wonen, maar we zijn wel geleidelijk aan de stad aan het uitgaan. We hebben nooit een pensioen opgebouwd. Toen de kinderen de deur uitgingen hebben mijn man en ik samen een grote reis naar India gemaakt. Bij terugkomst hebben we het huis aan de Ringdijk verkocht en dat werd ons pensioenpotje. Maar ook werd duidelijk dat je na verkoop nauwelijks meer binnen de ring kunt wonen.’

Wat is het grootste voordeel van Oost?

‘Oost ontwikkelt zich op een natuurlijke manier. Neem de Eerste Van Swindenstraat en de Javastraat, wat een verschil. In de eerste lijkt de tijd stil te staan, maar zodra je onder het spoor door bent, zie je dat de Javastraat zich veel meer heeft ontwikkeld. Een glansrol voor de straatmanager! De straat is deels veryupt, maar ook de bestaande zaakjes houden stand, een mooie mix. Bij bijvoorbeeld Tigris en Eufraat komt een gemengd publiek binnen: statushouders, jonge Nederlanders met verschillende achtergronden. Of het café naast Java Bookshop, een echt oude mannencafé. En weer daarnaast een heel hippe tent. Dat kan daar allemaal en het lijkt heel goed te gaan. Maar het mixt niet, en dat is ook niet te verwachten. Maar iedereen blijft wel in de Javastraat komen. Of neem de jonge, eigenzinnige Volendammer in kapsalon Ashes to Snow. Die zit daar ook al weer een jaar of vijf. Ik heb er geëxposeerd, maar niets verkocht, wel een en ander geruild. Ook goed. Weet je, ik hoef niet per se te verkopen, dat geeft rust.’

Wat kan er beter?

‘De Amsterdamse huizenmarkt en dus ook die in Oost. De gemeente zou Airbnb aan banden moeten leggen, maar dat gebeurt niet. Integendeel, ze geeft een verkeerd signaal af. Met woningen mag je geen geld verdienen, je moet er in kunnen wonen. Wat ook anders kan is de betutteling. Gemeente en gesubsidieerde instellingen hebben een bepaald stramien waar langs integratie moet gaan. ‘Wij weten wel wat jullie mensen nodig hebben.’ Dat stralen ze uit. Maar ik vind dat we veel geduldiger moeten zijn. De bibliotheek aan het Javaplein vind ik een goed voorbeeld hoe het goed gaat, dat is een afspiegeling van de buurt.’

Ben je tevreden met je werkruimte?

‘Zeker! Ik huur de voormalige schoolhoofdkamer van de oude lagere school in Duivendrecht, niet groot, maar wel prettig en betaalbaar. Hoewel we steeds met halfjaarcontracten werken, komt de gemeente Ouder-Amstel meteen als het lekt of een plafond naar beneden komt. Maar ik ben dan ook geen norm voor de kunstenaar. Eerder huurde ik van Jack van Lieshout, ook wel ‘de baron’ genoemd, die in heel Amsterdam kelders opknapt en transformeert in betaalbare ateliers. Zoals nu aan de Populierenweg. Indrukwekkend hoe hij daar de kelders verbouwt en de ramen op straatniveau wil verlichten en zo ook de veiligheid van de straat vergroot. En hij overvraagt kunstenaars niet.’

Is er sprake van een cultureel klimaat?

‘Ja. Maar je moet het wel weten te vinden. Interessante initiatieven zijn niet zelden goed verborgen. Zoals Bradwolff Projects in de kapel achter het voormalig Burgerziekenhuis aan de Linnaeusstraat. Een hoogstaande culturele plek. Initiatiefnemer Christine van de Bergh, nu van Bradwolff Projects, legt de lat hoog en dat zie je. Ook Frans Salman, de man achter de Open Ateliers, is een heel goed organisator. Hij maakte er uiteindelijk wel een soort eigen verdien-model van, maar hij kreeg heel veel voor elkaar in Oost en andere delen van de stad. Laten we ook PS Project Space niet vergeten, een expositieplek voor internationale opkomende kunstenaars. In een oude school aan de Madurastraat werken en wonen verschillende kunstenaars.

Waar ben je momenteel mee bezig

‘Dat ik meer durf om mijn emoties in mijn werk te laten zien. Ik had een broer, hij had rood haar, die in de jaren tachtig zwaar verslaafd was, hij is overleden. Ik heb een paar portretten van hem gemaakt. Ik werk ook graag met tape, een goedkoop materiaal. Dat heb ik heb jarenlang in diverse kwaliteiten verzameld en maak daar collages van. Daarmee laat ik kwetsbaarheid zien.

Het gaat in mijn werk vrijwel altijd over weerstand door het werken op materialen als hout, en vloeipapier, dat duwen op hout, het scheuren van tape, het verlijmen en betekenen van vloei, het duizendmaal perforeren van papier. Daar zit mijn emotie in. Het is vormgeven van tedere agressie. Ik wil dingen maken die emotioneel voor mij zijn, en emoties oproepen bij de toeschouwer. Als ik aan het werk ben, ben ik heel gelukkig. Maar als ik het moet laten zien, ben ik een stuk ongelukkiger. Een keer per jaar exposeer ik. Vorig jaar in Wester-Amstel, een prachtige buitenplaats aan de Amstel. Dominiek Steinmeijer, ontwerper van sieraden en glas sculpturen, vulde de binnenruimte, mijn werk hing aan de wanden.’

Heb je contact met andere kunstenaars?

‘Af en toe, maar niet regelmatig. De meesten ken ik vanuit de winkel, dat zijn sieradenontwerpers. Ook met studiegenoten van de Rietveld heb ik contact en hier in d’Oude School met mijn medehuurders . Ik hoor niet bij een groep, zit niet in een netwerk van kunstenaars en vertegenwoordig geen stroming of wat dan ook.’

Wie bewonder je?

‘De overleden Amerikaanse kunstenares Eva Hesse, jaren ’60. Maar ook Ruth van Beek, een jonge kunstenaar die intrigerende collages maakt . Vijftig jaar geleden was ik al onder de indruk van Armando’s sobere lijntekeningen. En Cy Twombly is een favoriet van me.’

Waar ben je in je vak het meest trots op?

‘Dat ik het toch durf om naar buiten te treden. Door te zetten en mezelf en mijn werk verder te ontwikkelen. Dat gaat samen.’

Wat is je grootste wens?

‘Het liefst zou ik van de antidepressiva af komen. Zeven jaar geleden wilde ik helder afstuderen, met reële gedachten en oprechte emoties. Zonder pillen. Ik had kort daarvoor borstkanker gehad en was drie jaar medicijnloos. Maar als ik ze nu niet neem, ben ik moeilijk voor mijn omgeving. Dus slik ik elke dag.’

Tenslotte: wat wens je Oost toe? En Amsterdam?

‘ Jonge mensen zijn de wortels van de stad. Dus moet Amsterdam ze de mogelijkheid geven hier te komen en te laten wonen. Zij hebben immers een ander toekomstgevoel dan oudere mensen. Dromen en willen is goed voor elke stad. Laat ze burgerlijk ongehoorzaam zijn. Kijk naar Extinction Rebellion, dat is geweldloos, ze krijgen veel mensen op de been en dat is wat Amsterdam nodig heeft. Laat ze hun mond opendoen. Geef ze kansen.’

Check www.elizelutz.nl