Melissa Plomp | Illustratie Ruud Meijer
Hoewel het maandagavond is, begeven zich honderdduizenden mensen op straat. Boven de stad cirkelen KLM-toestellen, soms even gevangen in de schijnwerpers van een marineschip op het IJ. Vanaf het Centraal Station lopen mensen rijen dik via een verlichte binnenstad richting Oost. De gevels van gebouwen, grachten, etalages, straten en lanen, het aquarium van Artis, alles baadt in een zee van lichtjes. Kindertrams rijden volgeladen via de Plantagebuurt, de Indische buurt, de Watergraafsmeer en Oud Oost een rondje. De jonge passagiers kijken met hun neusjes tegen de ramen gedrukt vol verwondering naar buiten. Rolschaatsende jongetjes schieten behendig tussen het publiek door, met op elke rolschaats een zaklantaarntje gebonden. Amsterdam is in de ban van electrische verlichting.
Door de hele stad vormen mensen brede hagen, soms wel tien rijen dik, vanaf de Mauritskade waar deze avond 88 auto’s zich verzamelen. De stoet zet zich in beweging. Ruim een half uur lang vergapen de mensen langs de route zich. Alle auto’s in de spectaculaire stoet zijn verlicht. Vooraan rijdt een ‘locomotief’, inclusief stoomfluit. Daarachter rijdt een auto met giraffen en mensen in tropenkleding. Sommige auto’s lijken op electrisch verlichte bloementuinen. Er is een auto met mensen in kostuum in een Pools prieel. Een bruidspaartje wordt in een auto getrouwd. Een schoenmaker repareert aan een verlichte werkbank een schoen. Aan een theetafel met lampje zit een oud stel knus aan de thee. Een Citroën voert een verlichte Eiffeltoren mee. Er is een auto met een vuurspuwende draak. Auto’s van de Amsterdamse brouwerijen vervoeren verlichte vaten met ‘het lekkerste bier’. Philips heeft een auto vol radiotoestellen met muziek. Op de auto van Michelin staan ‘rubbermannen’ die met hun potsen en fratsen het publiek onbedaarlijk laten lachen. En dan een auto met de persoon waar het allemaal om draait: Edison. Is het hem heus? Nee, helaas, het is een dubbelganger. De oude uitvinder zelf laat verstek gaan bij dit 50-jarig jubileum van de gloeilamp.
De stoet auto’s rijdt verder via de Linnaeusstraat, het Oosterpark, de Andreas Bonnstraat, de Weesperzijde, de Amstel over richting de Pijp en het Olympisch Stadion. Daarna richting Centrum. Overal kijken de rijen mensen ademloos toe.
Wie geen plekje langs de route van de automobielen heeft weten te bemachtigen, haast zich naar de Amstel. Vanaf roeivereniging De Hoop vertrekt er een botencorso met feestelijk verlichte roei-, zeil- en motorboten. Een rij motorboten vormt een vuurrode draak. Als het corso voorbij is, verschijnen twee brandweerboten met motorbrandspuiten. Zij sproeien lichtende waterfonteinen de lucht in tot verrukking van de mensen op de kades.
Ook langs de Middenweg schitteren de lichten. Huize Frankendael doemt op tussen de bomen van de stadskwekerij. Normaal in het donker haast niet te zien vanaf de weg, wordt het huis nu verlicht door schijnwerpers. Robijnrood zijn de stralen waarin Neptunus zijn drietand omhoog steekt vanaf de fontein. De gazons en het grindpad zijn groen uitgelicht, terwijl helderwitte bundels het oude huis beschijnen. Op het bordes verschijnt de ‘burchtheer’, stadstuinder Koning. ‘Dat het zó mooi zou worden, had ik niet verwacht’ verklaart hij aan de verzamelde journalisten. 18.000 ‘edison-kaarsen’ lichtten het park van de stadskwekerij uit als een ‘droomfantasie’. Een droom waaruit de mensen ruw gewekt worden, als de Gooische Stoomtram bel-rinkelend en stoom-spuwend voorbij raast.
Zes dagen duurt dit feeërieke festijn. Zes dagen steekt Amsterdam Parijs als lichtstad naar de kroon. Dan doven de lichten weer uit…
Van 21 tot en met 26 oktober 1929 vierde Amsterdam met de Edison-lichtweek het jubileum van de gloeilamp. Edison zelf stuurde de stad een boodschap via een ingezonden briefje in het Algemeen Handelsblad. De gloeilamp was belangrijk voor de stad. Al tijdens de Eerste Wereldoorlog waren in het centrum van Amsterdam de huizen en staatlantaarns aangesloten op het lichtnet. Hiervoor werden Franse en Belgische militairen, die krijgsgevangenen waren in Duitsland, tewerkgesteld als elektricien in Amsterdam. De autotocht en het botencorso werden later die week herhaald wegens groot succes.