Home Overzicht Florien verzuipt in haar eigen troep

Florien verzuipt in haar eigen troep

4

Hoarding is de Engelse term voor verzamelstoornis. Het is een psychiatrische aandoening waarbij de patiënt het niet voor elkaar krijgt iets weg te gooien. Maar liefst één op de veertien Nederlanders heeft er in meer of mindere mate last van. Florien is een ernstig geval. Ze kan zich niet meer verplaatsen in haar eigen huis. ‘Ik douche al twee jaar niet meer. Ook de wc is onbereikbaar’. De GGD en de buren willen haar weg hebben.

Hester Aalberts

Florien (60) zit te wachten op het buitenterras van een naburig café. Het is fris en de terrasverwarming gloeit. Een verzorgde, slanke dame met lang blond haar en helblauwe ogen kijkt me onderzoekend aan. Ze ziet er totaal anders uit dan ik me had voorgesteld bij een extreme hoarder. Van een bezorgde vriend had ik gehoord dat ze inmiddels drie keer is ontruimd. Een groot deel van haar spullen was daarbij in een container verdwenen. Kansloos overigens, want naar zijn zeggen is haar verzamelwoede zo hevig dat het huis binnen de kortste keren weer tot aan het plafond toe vol staat.

Steekje los
‘Sorry’, zegt Florien geaffecteerd, ‘ik wilde je eerst even buiten ontmoeten. Het kan namelijk zijn dat je straks een beetje schrikt. Vandaag komt het Leger des Heils me helpen een looppad te maken in mijn huis. Dat moet van de GGD. Als ik niet voor het einde van de week een vluchtroute heb gemaakt pakken ze alles weer van me af. Ze vinden me een gevaar voor mezelf en voor mijn buren.’

Ik vraag haar hoe ze dat zelf ziet. ‘Nou, eerlijk is eerlijk, er zit aan mij natuurlijk wel een steekje los!’ Haar klaterende lach schalt over het terras. Tijd om eens poolshoogte te nemen.

Een muur van troep
Het huis van Florien staat in een nette straat. Als we, na één trap, door de gezamenlijke deur gaan is het meteen raak: op alle treden staan spullen. Stapels met boeken, tijdschriften, propvolle mandjes en plastic tassen. Heel veel tassen. Op fluistertoon: ‘Dit staat hier tijdelijk. Doe alsjeblieft zachtjes.’ Ze wijst omlaag. ‘De onderbuurman is kwaad, omdat hij zijn zolderberging niet kan bereiken.’ Florien steekt de sleutel in haar voordeur. Het kost haar duidelijk veel moeite die open te duwen.

Een muur van troep. Geen pad te bekennen. Florien probeert kansloos wat onduidelijke stapels te verschuiven en kruipt uiteindelijk over de spullen heen. Maar waar naartoe? We weten de woonkamer te bereiken. De hoeveelheid spullen is zo overweldigend dat ik geen beeld krijg van de indeling van haar huis. ‘Het is heel groot. Er is ook een bovenverdieping.’ Ik sta letterlijk op één voet en pak een staande lamp vast om mijn evenwicht te bewaren.

Hippe heilsoldaten
Blijkbaar is de voordeur open blijven staan, want een vragend ‘Hallo?’ klinkt ergens vanuit die kant. Na enige tijd komen twee hip geklede twintigers tevoorschijn. Opnieuw moet ik mijn beeld bijstellen, ditmaal van heilsoldaten. ‘Hi, ben jij Florien? Koffie zit er zeker niet in? Zullen we dan maar meteen beginnen? We hebben alleen vandaag.’ Leunend tegen iets trekt de jongen mondkapjes en plastic handschoenen uit een tas. Ik besluit te helpen.

Onmogelijke opgave
De opdracht van de GGD is een pad te maken waardoor de voordeur bereikbaar is vanuit de woonkamer en de keuken. Ik kijk om me heen. Een onmogelijke opgave, want waar laten we al die spullen? Sinds de handschoenen en de mondkapjes tevoorschijn zijn gekomen is Florien bloednerveus. We moeten haar beloven niets weg te gooien zonder toestemming. In eerste instantie gaan we akkoord, maar al snel blijkt dat ze elk onduidelijk voorwerp, elk verschimmeld en door de muizen aangevreten kledingstuk en elke half opgebrande kaars wil houden.

Muizen
Rechts achterin de woonkamer is een doorgang. Ik ontdek een vertrek dat waarschijnlijk ooit dienst deed als slaapkamer, want de contouren van een bed zijn nog net zichtbaar. Aan de muizenkeutels te zien is het matras inmiddels geannexeerd. ‘Laten we daar alles in gooien’, opper ik. ‘Dan zetten we er daarna iets voor.’ Hier kan Florien mee leven. Met zijn drieën – Florien pluist intussen minutieus de inhoud van een willekeurige tas door – slingeren we tas na tas de ‘slaapkamer’ in. Af en toe hoor ik iets breken. Het zij zo.

.

We zijn inmiddels vele uren en vele bijzondere ontdekkingen en ervaringen verder. We hebben alle drie een knallende hoofdpijn. Na veel weerstand en protest mag er uiteindelijk toch een raam open. We bekijken het resultaat van heel hard werken. Ondanks dat de rommel enkel is verplaatst ziet de woonkamer er best toonbaar uit.

Van een gangpad naar de keuken is alleen nog geen sprake. Exact op het afgesproken tijdstip bellen de mannen van de GGD aan. Florien verstijft. De heilsoldaten laten drie imposante mannen in zwarte uniformen binnen. Zij kennen Florien duidelijk al langer en stinken niet zonder meer in dit opgeruimde plaatje. Na heel veel overredingskracht van zowel de heilsoldaten als van Florien zelf, waarbij stellig wordt beloofd dat alles vanaf nu anders zal gaan, vertrekken de mannen. De ontruiming is – vooralsnog – afgewend. Wel moet ze aan hen beloven dat het gangpad naar de keuken er binnen een week is.

Speelgoed delen
Veel later, als iedereen weg is, praat ik met haar na. Ik vraag hoe dit allemaal zo gekomen is. Ze vertelt me dat ze uit een groot gezin komt met veel kinderen. Alles moest ze met haar broers en zussen delen: speelgoed en kleding. Ze vermoedt dat het zaadje toen is geplant. Ik vraag haar eens rond te kijken in de woonkamer. Bevalt dit niet veel beter? Maar ze is inmiddels opgestaan en begint verwoed zakken uit de slaapkamer terug te slepen naar de woonkamer. Binnen korte tijd ligt de vloer weer vol. Te midden van de zakken neemt ze op de grond plaats en haalt voorzichtig, één voor één, alles dat in de tassen zit eruit. Elk object wordt verrukt in de hoogte gestoken, alsof ze het voor het eerst ziet. Overal hoort een verhaal bij en overal wordt grote waarde aan gehangen. ‘Dit is echt leer, Hester! Kost een kapitaal!’

Een week later hoor ik van de goede vriend dat de woonkamer weer volledig is dichtgeslibd. Van dat gangpad naar de keuken is het nooit gekomen.

  • Op verzoek van de geïnterviewde is gekozen voor een andere naam.

 

4 REACTIES