De mensen die nog niet weten dat aan de Oranje-Vrijstaatkade het ambitieuze kunstcentrum Framer Framed is gevestigd, worden er nu wel stevig met de neus op gedrukt. Langs de kade staat een imposante reeks van vijfentwintig borden, als tijdelijk monument voor genocide in Srebrenica vijfentwintig jaar geleden. Binnen bij Framer Framed sluit een groepstentoonstelling aan bij het onderwerp van deze omvangrijke installatie.
Framer Framed komt uit Noord en verliet de Tolhuistuin en vestigde zich vorig jaar zomer aan de Oranje-Vrijstaatkade. Anders dan CBK Amsterdam dat eind van het jaar zich vestigt in IJburg, wil Framer Framed zich verder gaan verdiepen in de buurt en zoeken naar verbindingen tussen de lokale context en de internationale tentoonstellingen, de aanpak van de organisatie is ‘glokaal’.
Met de binnen- en buitenexposite laat Framer Framed haar globale aanpak zien. Binnen brengt de tentoonstelling zes hedendaagse kunstenaars, een team van onderzoekers en een architect samen om na te denken over de vraag van de Kroatisch-Bosnische auteur Jozefina Dautbegovic: ‘uit welke fragmenten – beelden, verhalen, archieven, historische overblijfselen – stel je een leven samen in het kielzog van een genocide?’
Het is de moeite waard om na de vijfentwintig borden langs het water eens goed bekeken te hebben, ook binnen te kijken. De tentoonstelling ‘From what will we reassemble ourselves’ nodigt je uit om je te verplaatsen in de positie van omstander bij genocidaal geweld en om deze te onderzoeken. De omstander zelf blijft vaak onopgemerkt of wordt weggelaten uit de geschiedschrijving, maar diens getuigenissen leven voort in de beeldvorming.
De tentoonstelling verbindt diverse kunstwerken aan de genocide die vijfentwintig jaar geleden plaatsvond in en rond Srebrenica, in Bosnië en Herzegovina. Het getoonde werk representeert de bredere context en (voor)geschiedenissen van een plek waar genocidaal geweld plaatsvond. Zoals het monument, opgericht ter herinnering aan geweld lang nadat de storm weer was gaan liggen; het staatsarchief, waarin de rechtvaardiging huist van het destijds zichtbare; het persoonlijke archief en het lichaam, dragers van de geschiedenis die buiten de officiële geschiedschrijving vallen. Elk kunstwerk biedt een invalshoek van waaruit een herinnering aan geweld en verlies opnieuw kan worden bevraagd en verbeeld. Als erkenning van diegenen die dit allesomvattende geweld hebben overleefd.
De tentoonstelling bestaat onder andere uit nieuw werk van Anna Dasovic, Selma Selman en Arna Mackic. Daarnaast toont het werk Lana Cmajcanin, Ana Hoffner ex-Prvulovic, Hito Steyerl en Marko Peljhan. Het werk van Peljhan kan worden getoond dankzij een bruikleen van het Van Abbemuseum.
De toegang is gratis.