De gemeente heeft in het Oosterpark onderzoek gedaan naar de veiligheid van de bodem bij drie speelplaatsen voor kinderen. De bovenste laag van de grond is onderzocht op de aanwezigheid van lood. De resultaten laten zien dat kinderen op alle drie de speelplekken veilig kunnen spelen.
Redactie | Foto Hans Heitgeert
Het onderzoek richtte zich op de natuurspeelplaats, speelplaats de Slinger en het bijbehorende perkje en het grasveld rondom het Pierenbadje. Op deze drie plekken in het park zijn meerdere grondmonsters afgenomen uit de bovenste laag van de grond. De bovenste laag wordt onderzocht omdat dit de laag is waarmee kinderen in contact kunnen komen met de grond.
Bij het Pierenbadje is een licht verhoogde waarde aangetroffen. Echter is deze waarde zo minimaal en ruimschoots onder de landelijke norm dat zowel GGD, Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied als de gemeente geen reden zien om maatregelen te treffen. Bovendien is de bodem rondom het pierenbadje bedekt met gras, kinderen komen dus niet direct in contact met los zand.
De inzichten over de schadelijkheid van lood voor jonge kinderen zijn de laatste jaren landelijk aangescherpt. De gemeente heeft een programma opgesteld om blootstelling aan lood in de bodem te verminderen. Inmiddels is de helft van de speelplaatsen in Amsterdam onderzocht. Het onderzoek van de speelplaatsen in het Oosterpark is daar onderdeel van. De onderzoeken worden uitgevoerd door een onafhankelijk bureau volgens de geldende protocollen en richtlijnen.
