Ontelbare keren ben ik erlangs gefietst, of beter gezegd, er boven langs gefietst, maar nooit heb ik de drie houten sloepen opgemerkt in het water bij de Kromme Waal. De Moos, de Maaike en ‘t Kromhout. Bezit van de Amsterdamse Roeisloepvereniging ‘t Juiste Tuig. Die mooie naam voor de vereniging heeft iemand vast bedacht in 1988, toen de vereniging werd opgericht. ‘Wij onderhouden antieke roeisloepen die vroeger dienst deden als transport over de gracht en roeien deze tegenwoordig als sport. Zo houden we het erfgoed in stand en faciliteren we de inwoners om gezond te blijven’, staat er op hun website te lezen.

Henny Reubsaet

Vanochtend krijg ik een unieke kans om niet alleen het sloeproeien mee te maken, maar ook om te ervaren wat er allemaal bij komt kijken om dit varend historisch erfgoed te onderhouden. Ik ben uitgenodigd om met de sloeproeiers mee te varen naar de plek waar ze deze winter de Moos gaan schuren en van een nieuw laagje verf en epoxy gaan voorzien. Dit jaar gaat dat namelijk plaatsvinden in Oost, in de Botenloods op de Levantkade. Een oude havenloods, die al zo’n dertig jaar ruimte biedt aan mensen die in eigen beheer een houten schip willen bouwen, onderhouden of restaureren. Een ideale plek voor de Amsterdamse leden van ‘t Juiste Tuig, hoor ik. De afgelopen jaren zijn ze helemaal naar Nes aan de Amstel en Ouderkerk aan de Amstel moeten reizen voor de onderhoudsbeurten.

De hijskraan om de Moos uit het water te tillen is besteld om tien uur, dus varen we even na negen uur weg van de Kromme Waal. Vijf dames hebben zich aangemeld om deze ochtend de sloep naar Oost te roeien. Omdat ik niet meeroei voel ik me een beetje overbodige ballast maar roeister Judith stelt me gerust als ze zegt dat ik voor een beter evenwicht in de boot zorg. Dit wordt dus gewoon genieten van een mooie tocht door mooi Amsterdam! Gelukkig regent het niet en is het op deze zaterdagochtend rustig op het water.

Bij het instappen heb ik al wat typische roeitermen geleerd: de dol moet in het dolgat en daar wordt de riem doorgestoken. Peddels wilde ik zeggen, maar nee, het zijn riemen. Best zware houten palen eigenlijk, en zo te zien ook handgemaakt. In een sloep wordt de riem nergens aan bevestigd dus moeten ze hem goed vasthouden. Anders dan ik dacht, heeft elke roeier in de Moos wel een voetenbankje, op maat gemaakt van aluminium hoor ik later van Monique, maar dat schijnt in elke sloep weer anders te zijn.

Na gemanoeuvreer om van de ligplaats weg te komen, en na virtuoos stuurwerk om onder de brug door het IJ op te kunnen draaien, vertonen de dames hun ritmische sloeproeikunsten. ‘Haal op. Gelijk.’ Stuurvrouw-van-de dag Hanneke hoeft het allemaal maar één keer te zeggen. Er zit in totaal heel wat ervaring in deze sloep en de samenwerking verloopt dan ook prima. Ze hebben me uitgelegd dat het vooral belangrijk is om met gelijke halen te roeien, belangrijker nog dan kracht of techniek, om de sloep soepel vooruit te laten komen. Met het tempo van een gemiddelde rondvaartboot vliegen we over het water. Voor de roeiers zelf is het een heel kalm ritje begrijp ik. In mijn ijver om meer roei-jargon te leren informeer ik nog naar de kussens die ze hebben meegebracht. Misschien hebben die ook een speciale naam? Kijk, dat valt dan weer mee voor een leek in het sloeproeien, die kussens heten gewoon sloeproeikussens.

Hanneke heeft me eerder al verteld dat de Moos alleen door vrouwen bemand wordt. Of moet ik nou ‘bevrouwd’ schrijven? In de andere sloepen roeien teams met een meer diverse samenstelling. Herenteams zijn er ook. In totaal heeft de club zo’n zestig tot zeventig leden, variërend in leeftijd en fanatisme. Op maandagavonden roeien oudere dames die zichzelf club d’amuse noemen, waarschijnlijk omdat ze het roeien graag combineren met een picknick. Maar de meeste clubleden trainen twee keer per week, anderhalf uur per avond, om goed voor de dag te kunnen komen op wedstrijden.

De Grachtenrace Amsterdam levert jaarlijks een fascinerend kijkspel op, al die verschillende sloepen met uiteenlopende bemanningen die op het toppen van hun kunnen door de grachten roeien. Inmiddels doen er zo’n 140 teams aan mee. ‘t Juiste Tuig werkt ook mee in de organisatie. Monique vertelt dat het uitrekenen van de uitslagen altijd een hele lastige klus is omdat geprobeerd wordt de verschillen in grootte van de sloepen en de teams te verdisconteren. De volgorde van aankomst van de sloepen zegt dus nog niks over de uitslag.

De Grachtenrace is niet de enige sloeproeiwedstrijd. Via hun site lees ik ook nog over de wedstrijden Muiden-Pampus-Muiden, de 10 mijl van IJmuiden, de Slag om Gent, de Kromhout-Whaler Competitie, ‘Haal-op-Gelijk’ in Harderwijk, de Kaagrace, en de HT.

De HT? Deze twee letters kwam ik een paar keer tegen, maar toen ik al prinsesheerlijk meevarend hoorde waar deze afkorting voor staat, viel mijn mond open. Harlingen-Terschelling… serieus? Op volle zee, met wind, golven en stromingen? Dat betekent dus uren achterelkaar hard roeien, anders bereik je het eiland niet. De koninginnenrit voor sloeproeiers, licht Anouk toe. Sloeproeien is echt een sport voor bikkels, dat is duidelijk.

Aan HT 2024 deden er zo’n 1400 roeiers mee. ‘t Juiste Tuig met hun drie Amsterdamse sloepen is dus eigenlijk maar een klein onderdeel van een veel grotere community in Nederland. Behalve de roeiers zijn ook talloze vrijwilligers betrokken bij deze sport, niet alleen nodig voor het meevaren in volgboten, organiseren en begeleiden van een wedstrijd, maar ook voor de hele logistiek erom heen. Elke keer als een sloep meedoet aan een wedstrijd elders, moet ze uit het water getild worden en op een vrachtwagen geladen. Aan de Levantkade zie ik vandaag hoe dat alles in zijn werk gaat.

Als we na een half uurtje roeien bij de Levantkade aankomen is het even zoeken waar we De Moos aan de kade kunnen afmeren. De hijskraan moet er wel bij kunnen natuurlijk. Weer bewonder ik hoe soepel en geroutineerd de roeisters de sloep draaien en laveren tussen alle klassieke boten die hier in de Buurthaven een thuishaven hebben gevonden. Een laatste aanwijzing van Hanneke, ‘Bak, mag ik nog een klappie’, en de sloep ligt aan de kade. Eenmaal vastgelegd moet er gewerkt worden, want alle riemen moeten van de boot af. Vanaf de wal gezien resteert er nu maar een klein notendopje dat op het water dobbert. Een dopje dat wel 600 kg weegt.

Op de kade is opeens heel druk met mannen in werkkleding. Ik hoor dat alle gebruikers van de loods vanochtend zijn opgetrommeld om te helpen bij het naar binnen brengen van de boten. Behalve onze sloep gaat ook schip Eva vanochtend het water uit en de loods in. Als de kraan punctueel arriveert, wordt het nog drukker door alle toevallige passanten die het bijzondere schouwspel ook wel willen zien. Dit gebeurt niet iedere dag!

Samen met een botenbouwer brengt Hanneke twee tilbanden aan om de sloep. Met een ketting aan die banden wordt Moos vervolgens door de kraan uit het water getild en binnen no-time hangt de sloep te bungelen boven de kade. Een indrukwekkend gezicht en om me heen wordt er dan ook druk gefotografeerd en gefilmd. De kraan laat zijn vangst voorzichtig op de gereedstaande kar zakken. De loodsmensen leggen blokken hout langs de sloep om de boel te stabiliseren en vervolgens wordt de kar met vereende krachten de loods in gereden. Nog een moeilijke bocht om en daar staat Moos dan op haar winterplek. Omringd door andere houten boten in diverse stadia van aanbouw.

De hal lijkt nu al propvol, maar iets later is er voor de Eva ook een plek gecreëerd. Deze boot lijkt veel groter dan de Moos, maar het gaat om de lengte, vertelt Louis, bestuurslid van de Botenloods. De Moos zit met haar 8.60 meter net op de grens van de maat die past in de Botenloods.

Komende weken gaan de roeiers van de Moos in hun vrije tijd met veel liefde en vakvrouwschap hun sloep weer roei- en wedstrijdklaar maken. De overwegend mannelijke botenbouwers van de Botenloods kunnen zich gaan verheugen op een gezellige tijd. Want alle clubleden van ‘t Juiste Tuig houden ook van hun sport vanwege de saamhorigheid en gezelligheid van hun teams.

Check www.hetjuistetuig.com plus hun Facebook (T Juiste Tuig) en Insta (juistetuig) en kom eens kennismaken!
Ook minder geharde bikkels zijn welkom bij de club. Er zijn altijd stuurmannen en stuurvrouwen nodig. www.botenloods.nl