Opeens was er een vegan döner zaak in Amsterdam-Oost. Het Turkse familiebedrijf aan Linnaeusstraat 221, gerund door vader en zoon, was nog maar net ontsproten toen de lockdown inzette. Het tweetal liet zich niet klein maken en werkte op bestelling gestadig door. Zie hier het smaakmakende verhaal van een uniek initiatief.

Carolien Gevers | Foto Frank Schoevaart

Waar Oostpoort al jaren diverse shoarmatenten kende, was deze heel anders, want met vegan döner kebab. Eigenaar Mehmet Erol (50), die voorheen bijna twintig jaar een eigen bakkerij runde aan de Pretoriusstraat,  was dan ook niet over één nacht ijs gegaan. ‘Ik wist waar ik aan begon. In 2008 was ik vanuit de bakkerij al met vlees begonnen in de gewone dönerzaak hiernaast, in combinatie met het restaurant waar nu Meram zit en ook nog in de Grillbar aan de Linnaeuskade. Ik deed dat aanvankelijk met mijn neef en later kwamen mijn zonen Abdulsamed (27) en Metin (24) erin. Mijn dochter zit nog op school.’

Dezelfde passie

Mehmet woont met zijn vrouw Suheyla (50), mede-eigenaar, al 37 jaar in Nederland. Tijdens het interview praat hij onbevangen en gemakkelijk. Opgegroeid in Oost Turkije woont zijn hele familie inmiddels hier of in België. Zijn vader was vrachtwagenchauffeur en werkte later in Nederland ook nog in een garage. ‘Dat was niks voor mij, ik heb niks met auto’s. Nee, mijn ondernemersgenen heb ik van mijn oom die in Turkije begon in de glashandel, maar later ook een café beheerde. Ik wil ook altijd groter en groter. Mijn neef is net zo en heeft nu een dönerzaak in Weesp. Ik moest helaas door corona de Grillbar afstoten. Dat vind ik nog altijd spijtig.  De oudste is inmiddels pakketbezorger, want had minder met ondernemen, hoewel hij altijd goed meehielp. Ik vond dat prima. Je moet niet doen wat je niet wilt, want daar komt nooit iets goeds van. Metin is een ander verhaal. Die is nu al een paar jaar fulltime in de zaak en net zo enthousiast als ik.’ Metin: ‘We lijken ook op elkaar en hebben vaak dezelfde ideeën. Ik deel mijn vaders passie voor vegan en ben net zo ambitieus!’

 Een goede kok heeft de smaak in zijn handen

Voor gek verklaard

Mehmet: ‘Toen ik dit idee kreeg, verklaarde mijn hele netwerk me voor gek. Mijn vrouw en kinderen kennen me als eigenzinnig en wisten dus dat me tegenhouden niet zou werken. Ik ben eerst heel Turkije afgereisd en bij alle dönerzaken langsgegaan met de vraag: ‘Hoe maak je plant based döner en wil ik het nog wel als ik hoor wat erbij komt kijken. Ja dus…. En nu is iedereen uit mijn netwerk bijna jaloers. Het grappige is dat in Europa de Turkse keuken altijd wordt geassocieerd met lamsvlees of kip, terwijl die keuken van nature juist veel vegan kent. Denk aan dolma’s, groentesalades en kikkererwten. Niet dat het in begin allemaal makkelijk was, hoor. We draaien namelijk (ook de vegan variant) op een echte kebab grill, anders dan bij shoarma dat meestal bereid wordt van gesneden reepjes gebakken vlees in gesmolten boter. Het is een vak apart. Het woord döner betekent trouwens ‘draaien’.  Het eerste jaar mislukte er veel. Tegenwoordig verdienen we meer aan onze döner, vegan pizza en soortgelijke producten dan aan onze vleesvarianten.’ Metin zegt trots te zijn op zijn vader, die zijn tijd zo vooruit was. En ook omdat die elke dag een warme maaltijd kookt voor zijn klanten. Hij is zijn grote voorbeeld.

Gillen

Mehmet vindt het niet meer dan normaal dat je als ondernemer altijd vooruit denkt en jezelf fris houdt. ‘Zo ben ik ook gaan leren koken. Ik kon dat totaal niet, want thuis was mijn vrouw altijd de kok. We serveren hier nu dagelijks warme maaltijden, vegan, vegetarisch of met vlees. Ik ga elke dag met zin naar mijn werk omdat ik, daar aangekomen, telkens weer iets nieuws verzin en kook. Gisteren kip met kerrie, vandaag iets met sinaasappel (vegan of met vlees), de dag ervoor moussaka. Zo blijft het leuk. Metin ben ik het ook aan het leren. Ik kook sowieso minder vet en met minder tomatenpuree en meer kruiden dan in Turkije. Ik vind het heel gezellig dat hier dagelijks een twintigtal mensen in die achterkamer een hapje komen eten. Ik zal niet gauw die jonge vrouw vergeten die nog nooit pizza had gegeten, omdat ze veganist was. Ze bestelde er wel vier achterelkaar, maar begon zo te gillen dat we allemaal schrokken en al bijna de politie wilden bellen. Maar wat denk je? Ze was alleen maar super verrukt. In Turkije heerst de opvatting dat een goede bakker of kok smaak in zijn handen heeft. Als bakker werd dat mij ooit gezegd. De smaak zit in je handen, terwijl ik niks anders deed dan andere Turkse bakkers. Ik geloof daar erg in.’

‘En nu is bijna iedereen uit mijn netwerk jaloers’

Iedereen van de straat

Metin: ‘Bijna iedereen van de straat komt hier wel binnen. De politie, ambulancewerkers en handhavers zijn hier kind aan huis, want ze zitten allemaal vlakbij en willen ook wat in hun pauze. Ik zeg altijd: Bij ons vind je de straat.’ Mehmet, lachend: ‘Ja, alhoewel de vegan mensen wel vaak wat netter publiek zijn.’ Metin: ‘Nou ja, maar omdat we de vegan gerechten toch ook echt qua prijs bereikbaar hebben gemaakt voor de gewone man, is onze klantenkring wel heel divers.’ Overigens is het team rond vader en zoon ook divers. De tien parttime of fulltime medewerkers zijn Marokkanen, Turken, een Bulgaarse, een Irakees, een Nederlander en een Syriër. De laatste wordt begeleid vanuit het oude Amigo hotel dat tegenwoordig opvang verleent aan mensen zonder status. Mehmet: ‘Ik houd wel van multiculti, dat is leerzaam.’

Toekomstdromen

Vader en zoon kijken elkaar lachend aan. Mehmet: ‘Ik heb twee dromen. Ik zat vroeger in Stichting Mihman, een stichting van Turkse ondernemers die met meer dan alleen hun producten wilden integreren. Ik ging een paar keer per jaar met hen Turkse volksliederen zingen in bijvoorbeeld restaurant Turquoise, maar ook bij podium Mozaïek. Ik ben er van overtuigd dat je zo ook weer meer Nederlandse klanten bereikt. Dat is in coronatijd allemaal gestopt, maar ik zou het weer nieuw leven willen inblazen. En verder wil ik graag ook in andere stadsdelen ons bedrijf neerzetten, denk aan een vestiging in West en misschien in Almere waar we wonen. Hoe leuk zou het zijn als we dan ook weer gaan zingen.’ Metin: ‘En ik droom van een jarenlange toekomst van ons familiebedrijf. Ik wil alleen nog maar dit en als ik straks vast een eigen gezin krijg, dan zijn er weer nieuwe potentiële familieondernemers. Of er komt wel weer eens een neef / nicht of achterneef in ons bedrijf!’