Home Overzicht Herdenking Februaristaking. Solidariteit en verzet

Herdenking Februaristaking. Solidariteit en verzet

0

Leg het werk neer, wees solidair met je Amsterdamse makkers, weg met Mussert, weg met de rassenhaat, geen gedwongen uitzetting naar het buitenland! Protest tegen de anti-Joodse maatregelen vormde natie breed de aanleiding voor de Februaristaking die ook dit jaar op 25 februari bij de Dokwerker op het Jonas Daniël Meijerplein werd herdacht.

Anita Frank | Foto Will de Jong

Op 25 februari 1941 legden duizenden werknemers uit protest en uit solidariteit met hun Joodse makkers het werk neer. Het GVB, de kassières van de Bijenkorf, medewerkers van de Amstel Brouwerij en van Albert Heijn in Zaandam.  En ook ruim 4000 Amsterdamse ambtenaren, kleine ambachtslieden, marktkooplui. De stakers verzamelden zich op de Noordermarkt in de Jordaan en liepen dwars door de stad in optocht naar het Jonas Daniël Meijerplein. Op de 26e werd ook gestaakt in Haarlem, Velsen, Weesp en Utrecht.

De aanleiding voor deze staking is bekend. Nederland fascisten, NSB’ers, lokten regelmatig vechtpartijen uit in de Joodse buurten van Amsterdam. Op het Waterlooplein werden kraampjes van Joodse handelaren in elkaar getrapt, anderen werden vernederd en geslagen. Antifascisten, waaronder ook Joodse knokploegen, gingen met de NSB’ers op de vuist en bij een van die schermutselingen werd de NSB’er Koot zodanig onder handen genomen dat hij aan zijn verwondingen overleed. De SS in Amsterdam reageerde zonder mededogen. Op 22 en 23 februari hielden ze razzia’s in de Amsterdamse Jodenbuurt waarbij willekeurig vierhonderd jonge joodse mannen werden opgepakt en gemarteld. Slechts één van hen zou de oorlog overleven. Amsterdam was woest: “Blijf met jullie rotpoten van onze rotjoden af” en bezon zich op tegenacties.

De Februaristaking werd het symbool van het openlijk verzet tegen de Jodenvervolging maar onder andere op de universiteit van Leiden was al op 26 november 1940 geprotesteerd tegen de anti-Joodse maatregelen. De Leidse professor Cleveringa sprak zich toen in een redevoering openlijk uit tegen het gedwongen ontslag van de niet-Arische, lees Joodse, medewerkers van zijn universiteit. De middag na zijn rede gingen vrijwel alle Leidse studenten in staking waarna de Universiteit door de bezetter gesloten werd. Dit zorgde er mede voor dat veel studenten zich bij het ondergronds verzet zouden aansluiten.

Na de razzia’s en de landelijke stakingen volgden de anti-Joodse maatregelen elkaar snel op. Het openbare leven werd verboden terrein voor Joden. Vanaf 1942 vonden de eerste deportaties plaats en werden ondanks hulp van velen meer dan 75 procent van de in Nederland verblijvende joden afgevoerd en vermoord.

Verzet, staken of illegaal werk was niet zonder gevaar. Daar was moed voor nodig. De deelnemers verdienen dan ook ons respect. De avond voor zijn toespraak schreef Cleveringa in zijn dagboek: (…) Het was een laatste avond van stil huiselijk geluk; maar er was een grote ernst in ons beiden. De zenuwachtige opwinding was uit mij; maar ernstige, welberaden zekerheid was ervoor in de plaats gekomen. Ik wist wat mij te doen stond; maar ik wist ook dat ik gevaar ging lopen.” Cleveringa werd opgepakt en vastgezet in het Oranjehotel, de gevangenis in Scheveningen. De staking van de arbeiders werd met grof geweld uiteengeslagen. Negen stakers werden gedood, vierentwintig gewond en talloze werden gevangengenomen en naar concentratiekampen gedeporteerd. Ook vele leden van verzetsgroepen in de jaren daarna werden opgepakt en terechtgesteld, waaronder de aanslagplegers op het bevolkingsregister bij Artis. Voor hen en voor onder andere het kunstenaarsverzet o.l.v. Gerrit van der Veen (monument Plantage Middenlaan), zijn op verschillende plaatsen in de stad herdenkingsmonumenten opgericht. Aan de Amstel/hoek Zwanenburgwal staat ook een monument ter herinnering aan de Joodse verzetsdeelnemers.

Solidariteit met je medeburgers en verzet tegen onrecht zijn thema’s die ook nu weer op de agenda staan. Ook nu zijn er weer groeperingen in de samenleving, en zelfs vertegenwoordigers in de Tweede Kamer, die zich schuldig maken aan racisme, discriminatie en Jodenhaat en speculeren over gedwongen uitzetting naar het buitenland. Daarom is het belangrijk om te herdenken. We zijn gewaarschuwd; we weten waar dat toe kan leiden, we moeten waken over onze democratische rechtstaat. Het Namenmonument aan de overkant van het J.D. Meijerplein vermeld de namen van de meer dan 102.000 joden, Sinti en Roma die tijdens de bezetting werden vermoord.

  • In de hal van het Stadsarchief Amsterdam is van 18 februari t/m 8 mei 2022 de tentoonstelling De razzia’s van 22 en 23 februari 1941 in Amsterdam te zien, waarin de lijst met namen en persoonlijke gegevens van de Joodse mannen die tijdens de razzia’s werden opgepakt centraal staat.
  • In het Verzetsmuseum is de tentoonstelling ”Wees moedig” te zien.