Er wonen veel vrouwen uit diverse culturen in onze stad. Ook op de Oostelijke Eilanden. De meesten van hen leven in een eigen bubbel. Gewild of ongewild is hun isolement, het afgesloten zijn van andere buurtbewoners, een realiteit. Dat dit problemen voor henzelf en hun kinderen oplevert, weet buurtbewoonster Fatima Lalouch (54) als geen ander. Zij heeft zelf een lange weg afgelegd naar openheid en verbinding maken met anderen.

Elisabeth van Dorp | 1018 Magazine

Fatima vertelt over haar leven en activiteiten. Het gesprek vindt plaats in het café van Pension Homeland op het Marineterrein, pal tegenover de buurt waar Fatima niet geboren, maar wél getogen is en nu al zo’n dertig jaar woont.

Mijn dromen

Mijn naam is Fatima Lalouch en ik woon op Kattenburg. Als achtjarig meisje uit Al Hoceima, Marokko, kwam ik naar Nederland. Al jong droomde ik van een groot gezin. Dat is gelukt, ik heb zeven kinderen gekregen. Zes jongens en een meisje, de oudste is 33 en de jongste 12 jaar. Vier van mijn kinderen zijn volwassen en staan op eigen benen. De andere drie wonen nog thuis. Ik ben nu actief en gelukkig in mijn buurt. Dat was niet altijd zo. Ik heb het nodige achter de rug. Ik heb in een blijf- van-mijn-lijfhuis gezeten en ben van mijn Egyptische en Marokkaanse echtgenoten gescheiden vanwege huiselijk geweld. Een andere droom die ik had, was anderen helpen die het moeilijk hebben. En daar houd ik me nu mee bezig.”

Betrokkenheid bij de buurt

“Hoe ik betrokken raakte bij de buurt? Dat ging via de kinderen. Ik ging met hen naar de speeltuin. Daar was een gebouwtje met een spelotheek. Je kon er allerlei speelgoed
lenen. Dat deed ik en zo kwam ik in gesprek met medewerkers en vrijwilligers. Ze vroegen of ik ook een paar uurtjes per week wilde helpen. Dat ging ik doen. Ik vond het leuk en gezellig om andere moeders te ontmoeten. Ik dacht: dit doet me goed! Eventjes weg uit huis en de zorgen daar. Toen kwam de spelotheek in het buurthuis en daar werd ik ook wel eens gevraagd om achter de bar mee te helpen.”

Het buurthuis van vroeger

“Er waren altijd heel veel activiteiten in het buurthuis. Je zag er verschillende vrouwen.  sommigen kregen er taalles. Later deed ik mee met koekjes bakken. We waren met een groepje buurtbewoonsters. Een Marokkaanse vrouw leerde ons lekker bakken en nieuwe hapjes maken. We deden gezamenlijk de boodschappen. Ook organiseerden we de iftars, de maaltijden tijdens de Ramadan. Er kwamen wel honderdvijftig mensen uit de buurt naartoe.”

Fatima legt cadeautjes voor de kinderen klaar tijdens het Suiker- feest (links) en helpt bij het maken van de lunch bij het jaarlijkse Curinesa voetbaltoernooi op Hemelvaartdag (rechts). Foto’s Michel Odjo

Ruimte ”Jammer genoeg kunnen we sinds kort niet meer in het buurthuis terecht omdat de gemeente haar beleid heeft veranderd. Het heet daar nu ‘Huis van de Buurt’. Als je iets wil dan moet dat op tijd ingepland worden en betaal je huur. Het is commercieel geworden en dat is echt jammer omdat we daar niet zomaar geld voor hebben. We hebben nu dus geen ontmoetingsruimte meer en daardoor zijn onze activiteiten gestopt. Dat kwam trouwens ook omdat iedereen vanwege corona thuisbleef. Daardoor is er veel verwaterd.”

Ondersteuning

In plaats daarvan ben ik nu actief op Kattenburg en probeer ik bewoners die dat nodig hebben, te ondersteunen. In veel families heerst stille armoede. Ook zijn er opvoedingsproblemen, huiselijk geweld, gebrek aan kennis, eenzaamheid en … schaamte, veel schaamte daarover. Veel moeders staan er alleen voor. De mannen laten het soms afweten of weten ook niet hoe het moet. In deze buurt wonen veel gezinnen die ondersteuning nodig hebben. Bij van alles. Die steun probeer ik ze te geven. Ik
krijg daarbij heel veel hulp van het Buurtcomité Oostelijke Eilanden en van stichting Curinesa. We organiseren onder andere de jaarlijkse Burendag, de iftars en het Suikerfeest.”

Taalles

”Vrouwen weten mij inmiddels wel te vinden. Ik heb samen met een Nederlandse vrouw Nederlandse les gegeven aan hen die dat nodig hadden. Marokkaanse, Syrische en Turkse vrouwen kwamen bij ons naar de les. Nu komen vrouwen vaak bij mij aanlopen voor hulp of advies. In de toekomst ga ik me weer sterk maken voor het organiseren van Nederlandse taallessen voor Arabisch en Turks sprekende vrouwen. Ook ga ik mensen uitnodigen die voorlichting kunnen geven aan vrouwen, bijvoorbeeld over hoe je een stadspas kunt aanvragen of een bibliotheekpas voor de kinderen, of die kunnen helpen bij het invullen van belastingpapieren en informatie kunnen geven over gezonde voeding en sport.”

Lief & Leedstraat

”Voorheen leefden we in onze buurt best langs elkaar heen. We hebben nu een Lief & Leedstraat, daar doe ik aan mee, samen met een Nederlandse buurvrouw. We hebben een budget gekregen van de gemeente voor drie Lief en Leedstraten: de Kattenburgerhof, de Leeuwenwerf en de Olifantswerf. Als er een kindje is geboren of iemand is overleden, dan gaan we erheen met een bloemetje. Of bij een bruiloft met een cadeautje. Zo hopen we wat meer onderlinge verbinding te krijgen in onze buurt.

De gemeente heeft ons jarenlang verwaarloosd.

Het maatschappelijk werk is moeilijk te bereiken voor vrouwen die ‘t nodig hebben, want de taalbarrière maakt het moeilijk en er is te weinig begrip voor de problemen die spelen.”

Stel, ik ben burgemeester…

Dan zou ik meer doen aan armoedebestrijding in buurten zoals de onze. Als overblijfmoeder, dat ben ik ook, zie ik de armoede. Sommige kinderen komen zonder brood naar school. Gelukkig heeft de school voor hen altijd brood en stukjes fruit, zodat geen kind met honger in de klas zit. Ik zou als ik burgemeester was de kinderen en de vrouwen ook helpen bij opvoedingsproblemen. En ik zou ook meer luisteren naar hun vragen. Sommigen schamen zich en durven niet over de drempel heen. Ik zou ze doorsturen naar professionele organisaties waar ze deskundig advies kunnen krijgen. We hebben hier ooit een cursus opvoeding & persoonlijke ontplooiing gehad. Minstens twintig vrouwen kwamen erop af. We gingen samen ontbijten en kregen kaartjes met onderwerpen erop waarover we gingen praten. Dat was heel goed.

Misschien zou het voor mannen ook wel goed zijn om een cursus te doen: beter leren communiceren, leren communiceren met hun vrouw, hun kinderen. En meer kennis vergaren in en van de maatschappij. In onze cultuur zeg je: je moet altijd je best doen en op Allah vertrouwen. Maar het begint altijd bij jezelf natuurlijk, je moet in actie komen!”

Wat ik nog echt vermeld wil hebben

”Een paar jaar geleden is er een dodelijke schietpartij geweest in het buurthuis. Dat was echt heftig, iedereen werd opgeschrikt. Volgens mij wordt er misbruik gemaakt van onze jongeren door criminelen uit andere buurten. Ze proberen ze te betrekken bij slechte zaken, drugs en zo. Onze jongeren zijn kwetsbaar, zeker als hun vader uit beeld is. We moeten ze trainen om weerbaar te worden. Daar hebben we steun bij nodig, want de moeders kunnen het niet alleen.”