Bij binnenkomst staan de papieren tassen op een witte tafel te wachten. Vanwege corona is de openbare bibliotheek aan de Linnaeusstraat gesloten voor publiek. De aanwezige medewerkers Hetty, Caroline en Nora verwerken de bestellingen van de leden en vullen de tassen. ‘Het is behelpen, maar op deze manier kunnen mensen in deze vreemde tijden toch hun geliefde boeken ophalen.’
Thomas Claassen
Hetty, Caroline en Nora werken in de locaties aan de Javastraat, Linnaeusstraat en in Diemen. Hetty werkt ruim 30 jaar in bibliotheken in Amsterdam. ‘Ik heb op veel verschillende locaties in Amsterdam gewerkt. Ook in Betondorp, dat was een van de oudste bibliotheken van Amsterdam uit 1928. De vestiging aan het Paradijsplein vond ik heel leuk, dat was in een oude keet.’ In de loop van de jaren gingen vestigingen dicht. ‘Soms verhuisden leden mee naar een andere vestiging.’ Voor Caroline zit het er bijna op. ‘Over twee weken ga ik met pensioen. Ik heb ruim veertig jaar ervaring als bibliotheekmedewerker, overal in Amsterdam, van Bos en Lommer tot Osdorp en nu dus hier.’ Nora komt oorspronkelijk uit Hongarije en is vijftien jaar werkzaam in de bibliotheek. Voor alle drie geniet het werken in een lokaal filiaal de voorkeur boven ‘de centrale’, de hoofdvestiging aan de Oosterdokskade. ‘In een kleine vestiging heb je meer persoonlijk contact met de klanten.’
Een liefde voor lezen en het sociale element zijn voor Hetty belangrijke drijfveren om het vak in te gaan. Voor Caroline is het een roeping. ‘Ik ging als kind al vroeg naar de bibliotheek. Op mijn zesde wist ik dat ik in een bibliotheek wilde werken. Van dat pad week ik eigenlijk niet af. Ik volgde de Bibliotheekacademie. Ik heb er geen seconde spijt van gehad.’
Nora volgt in Hongarije de bibliotheekopleiding, maar maakt die niet af. Ze komt naar Nederland en voltooit de opleiding medewerker informatiedienstverlening. Ze begon als invalkracht, leert veel op de centrale, maar is blij te werken op een kleinere vestiging.
Ruime collectie en veel activiteiten
De drie vrouwen leiden me langs de ruim opgezette en overzichtelijke collectie: de kinder- en jongvolwassenafdeling en de kasten met literatuur. Er zijn tafels met computers en om te lezen. Hoeveel boeken er in totaal op deze locatie zijn? ‘Een goede vraag, ik denk zo’n 20.000’, antwoordt Nora. De centrale stelt de collectie voor de filialen samen. Caroline: ‘Vroeger kon je als filiaal zelf bepalen welke boeken je in de collectie wilde hebben. Daar gingen soms teamvergaderingen aan vooraf om de keuzelijst te bepalen. Dat is nu niet meer zo.’ Het beleid is dat niet uitgeleende boeken op een gegeven moment worden afgeschreven. ‘We werken met een nullijst. Dat is een overzicht van boeken die in een bepaalde periode niet uitgeleend zijn. Maar sommige klassiekers horen in de bibliotheek. Boeken hoeven niet per se nieuw te zijn om indruk te maken.’ Prachtige planten sieren de bibliotheek. ‘Er kwam eens een vrouw binnen die haar planten niet meer kwijt kon. Ze doneerde ze aan de bieb. Andere buurtbewoners volgden.’
De Oba organiseert een veelvoud aan activiteiten, bijvoorbeeld voor kinderen. ‘Tot 19 jaar is het Oba-lidmaatschap gratis. Je kunt als baby al lid worden, dan krijg je meteen een leuk presentje.’ Nora haalt een paar boeken tevoorschijn. ‘In de bieb kunnen anderstaligen in leesclubs de Nederlandse taal leren. We hebben cursus- en inburgeringsboeken en ze kunnen het inburgeringsexamen oefenen. We proberen te beginnen met makkelijk leesbare boeken, zoals Hoe ik talent voor het leven kreeg van Al Galidi. Veel nieuwkomers in Amsterdam komen, voordat ze een baan vonden, naar de bibliotheek om Nederlands te leren. Hetty vult aan: ‘We organiseerden eens een high tea. Daar kwamen veel Turkse buurtgenoten op af. Een collega met een Turkse achtergrond nam het initiatief om een voorleesavond te organiseren in haar moedertaal. Je moet niet vergeten dat bij de oudere generatie met een migratieachtergrond analfabetisme nog vaak voorkomt. Het was een hele mooie activiteit, er kwamen veel verhalen van vroeger los.
Helaas ligt het door corona stil.’ Nora vertelt over een man die ze nooit zal vergeten. ‘Hij was geboren in de Verenigde Staten in een multiculturele omgeving en had toen ik hem leerde kennen op de bibliotheek een heel boeiend leven gehad. Trouw kwam hij iedere week naar de leesclub en was al snel zo goed in Nederlands dat hij anderen kon helpen. Op een dag kwam hij bij me: Nora ik ben heel ziek, maar ik wil niet dat je het tegen de anderen zegt. Hij bleef komen en werd magerder en magerder. Op een gegeven moment ging het echt niet meer en moest hij afscheid nemen. Ik word weer emotioneel als ik dit vertel. Hij vertelde me dat hij een mooi leven had gehad en dat de multiculturele leesclub hem deed denken aan zijn vroege jeugd in de Verenigde Staten.’
Zwaaiende voorbijgangers
Een bibliotheek vervult een belangrijke maatschappelijke functie in de wijk, zo blijkt ook uit de zwaaiende voorbijgangers. Een man, een bekende, stopt voor het raam en kijkt verlangend naar binnen. Event later wijst Caroline naar buiten: ‘Kijk, daar gaat Joop, onze krantenlezer. Ja, dat valt door corona helemaal weg. Er zijn mensen die komen elke dag in de bieb en knopen dan een praatje aan. Dat is voor veel mensen toch belangrijk. Sommigen staan om half tien voor de deur, lezen een krant, drinken een bak koffie en gaan dan weer weg. In de ochtend hangt hier soms een serene rust. Al die lezende mensen. Heerlijk. Er is ook een dakloze man, die komt elke dag, zoekt een boek uit en leest dan de hele dag. Een andere man, met een mindere gezondheid, loopt elke dag een rondje door de wijk. Hij komt dan ook even de krant lezen.’ Soms komt er een abrupt einde aan het bezoek. ‘Dan hoor je later dat de persoon is overleden. Van sommige mensen weten we nu dus niet hoe het met ze gaat.’
Eigen favorieten
Hetty las op de middelbare school veel. ‘Ik heb het gevoel dat ik vroeger complexere literatuur aankon. Misschien heeft dat met helderheid van geest te maken. De laatste tijd lees ik veel over het thema depressie. Zo las ik onlangs Manon Uphoff, Gerbrand Bakker en Merlijn Kamerling over de zelfgekozen dood van zijn vader Antonie. Andere voorkeuren zijn Alex Boogers en Murat Isik. Oh, en deze vind ik ook heel goed, Chris De Stoop. Ken je hem? Het is een schrijver uit België en schrijft verhalen van binnenuit. Een voorbeeld daarvan is zijn verhaal over de Brusselse wijk Molenbeek.’
Caroline las een tijd alles over de Russische tsarenfamilie. ‘Ik lees echt van alles. Ik heb periodes waarin ik veel lees over een bepaald thema, onlangs was dat de Tweede Wereldoorlog. Maar met die gruwelen ben ik nu wel weer klaar, ik laat ze even rusten.’
Nora pakt Trein naar Holland van Mara Sivirski. ‘Dit boek gaat over Hongaren die na de Eerste Wereldoorlog naar Nederland gingen om aan te sterken. Sommigen bleven, anderen gingen terug. Mijn oma heeft als kind ook in zo’n trein gezeten. Zij keerde terug naar Hongarije.’ Een boek dat op alle drie indruk maakte is Pax van Sara Pennypacker over de vriendschap tussen een mens en een vos.
Hetty, Caroline en Nora zijn bij het afscheid eensgezind. ‘Dit is een droombaan. Het sociale contact met de mensen en de liefde voor boeken. Nee, we willen niets anders.’