Home IJopener Mister oost-online

Mister oost-online

0

Hij is gepensioneerd, maar werkt minstens veertig uur per week op de nieuwsroom van oost-online op de bovenetage van zijn huis in de Watergraafsmeer. De website trekt steeds meer bezoekers. Voorjaar 2020 knalde hij zelfs uit de lucht. Wat wil je met een half miljoen bezoekers! Een gesprek met Stan Polman.

Tineke Kalk | Beeld Marcel de Cnock

We zitten weer eens in een lockdown. En hoe graag ik ook een bezoekje aan zijn nieuwsroom zou willen brengen, besluit ik toch maar om Stan Polman telefonisch te interviewen. ‘Goedemorgen Tineke’, hoor ik zijn opgewekte stem aan de andere kant van de lijn. Zo ken ik hem: vrolijk en energiek. De aanleiding voor dit interview is dat IJopener met oost-online gaat samenwerken. Vanaf dit nummer zijn de IJopener-artikelen op de website te lezen.

Vijfentwintig jaar geleden lanceerde Stan De Digitale Meerbode. Naast buurtnieuws deed hij verslag van de deelraad van de Watergraafsmeer waar hij voor Méérbelangen in de raad zat. Stan: ‘Het was een beetje knullig en kneuterig. Niemand keek ernaar, want niemand had nog internet. Door mijn werk bij de Rabobank, bij de afdeling communicatie en public relations, had ik regelmatig contact met webontwikkelaars. Om wat meer van die techniek te snappen, besloot ik om er zelf mee aan de gang te gaan. Van De Digitale Meerbode werd het meer-online en weer later, nadat stadsdeel Oost was ontstaan, heette het oost-online.’

Platform

Samen met Martin van Orsouw, voormalig hoofdredacteur van Dwars door de buurt, en nieuwkomer Anne-Mariken Raukema vormt Stan de kernredactie. Naast een groep van twintig mensen die regelmatig een bijdrage levert is er een groep van vijftien mensen die incidenteel ingezet kan worden. Per dag worden er gemiddeld vier tot vijf actuele nieuwsberichten gepost. Elke week is er een boekbespreking van een van de drie boekhandels uit Oost. Er zijn columns en podcasts van Geluiden uit Oost,  uitzendingen van IJburg tv en de artikelen uit Dwars door de buurt, de papieren krant van de Oosterparkbuurt, Dapperbuurt, Transvaalbuurt en Watergraafsmeer. Stan: ‘Daarom ben ik blij dat artikelen uit de IJopener binnenkort ook op oost-online te lezen zijn. Het is interessant om over de grenzen van je buurt te zien wat er elders in Oost gebeurt.’

Hoe ziet Stan oost-online? Als een doorgeefluik of maken ze zelf ook keuzes? Stan: ‘We zien oost-online als een platform. We volgen het nieuws. We zouden af en toe best kritische kanttekeningen willen plaatsen. Ik kom uit de stadsdeelpolitiek. Maar in Oost is er nog weinig sprake van politiek. De stadsdeelcommissie is geen politiek orgaan: het is meer een doorgeefluik van bewoners naar de gemeenteraad. Daarom zouden wij de gemeenteraad veel kritischer willen volgen: wat wordt daar over Oost besloten? Daarvoor heb je mensen nodig. Wij zijn een vrijwilligersorganisatie en zijn afhankelijk of er mensen zijn die hierover willen en kunnen schrijven.’

Stichting Oost-online

Welke artikelen scoren hoog en welke laag? Stan: ‘ We hebben een heel uitgebreid interview met een hoogleraar uit Oost gehad over virussen. Dat is heel veel bekeken en met heel veel bedoel ik bijna een half miljoen. Toen de Hema uit de Linnaeusstraat vertrok, dachten we: dat melden we even, en waren verbijsterd hoe veel reacties daarop kwamen. Maar aantallen is niet iets waardoor we ons laten leiden. Er zijn onderwerpen die alleen voor een kleine groep interessant zijn. Het belangrijkste is dat je de juiste mensen bereikt.’

Waarom zijn jullie een stichting geworden? Stan: ‘oost-online was veel te veel mijn ding. Ik betaalde alles en wie betaalt, bepaalt. Dat vond ik niet gezond en ik ben gestopt met financiering uit eigen zak. Dankzij een kleine subsidie hebben we een doorstart gemaakt en een stichting opgericht. Omdat we geen advertenties wilden, hebben we de bezoekers van de site gevraagd om een bijdrage te leveren. Dat heeft gewerkt. En dat was ook wel nodig, want de kosten zijn hoog geworden. We hebben een duurder account. De keerzijde van de vele hits op de publicatie over de virussen was dat de website uit de lucht vloog. Onze eenvoudige account kon het niet aan. We stonden met onze handen in het haar. Gelukkig was er iemand die dat weekeind kans zag om de site te verhuizen, ondanks dat de provider waar we bij aangesloten waren gesloten was. Binnen 24 uur waren we weer online. En was oost-online weer bereikbaar. En dat was maar goed ook, want onder andere dankzij dat artikel hebben veel meer mensen kennis gemaakt met onze website en die willen we wel vasthouden.’