In de periode tussen oktober en eind mei vinden in het Muziekgebouw aan het IJ zo’n vijf bijzondere kamermuziekconcerten plaats onder de titel de IJ-Salon. Michael Gieler, solo-altviolist bij het Koninklijk Concertgebouworkest, begon deze serie vlak na de opening van het grote muziekgebouw. Hij zag de vele mogelijkheden van de grote zaal en was ‘om’. Tijd voor een gesprek met de man die zich vooral als ‘kwartiermaker’ aanduidt.

Tekst en foto’s Anne-Mariken Raukema

‘Ja, een speeltuin voor mijn collega-musici bij het deftige Koninklijk Concertgebouworkest’, zo omschrijft Michael Gieler (1966) de IJ-Salon het liefst. Hij vertelt dat dit orkest een van de mooiste ter wereld is, dat doorgaans grootse en meeslepende concerten verzorgt in de allermooiste en beste concertzalen. Maar die omvang en status hebben evenwel ook een keerzijde. Door de aandacht van de luisteraar op het orkest als geheel en vaak ook op de dirigent, ontstaat er onder musici behoefte om muziek te spelen waar ze meer op de voorgrond staan, die persoonlijker is en specifieker bij hun talenten past. Zijn collega’s vormen zo de eerste vijver waar hij uit put. Bijna dertig jaar speelt Gieler in het Concertgebouworkest (CO). Dan ken je niet alleen je collega’s. Je bouwt ook een band op met solisten die ons bezoeken. Zij nodigen vaak ook talentvolle jonge musici uit om samen te spelen. Gieler: ‘Dan heb je een behoorlijke vijver om te vissen. En je biedt musici die je waardeert een podium.’

‘Kwartiermaker’ Michael Gieler.
Kwartiermaker

Gieler ziet zichzelf vooral als kwartiermaker van een programma dat wortelt in tradities en toch uitdagend is. Zodra de data voor het nieuwe seizoen bekend zijn – de periode december-januari – benadert hij interessante musici om invulling te geven voor het komende seizoen, met de eenvoudige en open vraag ‘wat zou je willen doen?’. Hij vergelijkt zijn werkwijze met die van een kok, die op de markt ingrediënten bij elkaar verzamelt. Soms vraagt bij collega’s van het CO, soms ook musici van wie hij weet dat ze in het land zijn om een concert te geven. Met de IJ-Salon worden de grenzen van de klassieke muziek opgezocht. Er worden naast klassieke muziek alle verschillende muziekgenres opgevoerd, tot popmuziek aan toe. Ze maken uitstapjes naar poëzie, dans en zelfs beeldende kunst.

Muziektheater

Er zijn twee voorwaarden: nodig musici van het CO uit en bedenk een theatraal component. Gieler: ‘Dat theatrale voegt namelijk veel toe aan de muzikale beleving. Door ook te kijken begrijp je de muziek vaak beter.’ Zijn belangrijkste sparringpartner hierin is Carel Alphenaar, een zeer ervaren dramaturg en regisseur met geweldige connecties in de theaterwereld. Zo kan het dat Nederlandse topacteurs zoals Katia Herbers of Kenneth Herdigein hun opwachting maken in de serie. Als voorbeeld noemt hij de IJ-Salon van 14 januari aanstaande: Schumanns rap. Robert Schumann schreef muziek voor Manfred, een theaterstuk van de Engelse dichter Lord Byron. In die tijd was het heel gebruikelijk dat de menselijke spreekstem werd gebruikt als muziekinstrument. Deze traditie beleeft regelmatig een opleving. Vandaag doen rappers feitelijk niets anders, vandaar de titel: Schumanns rap. Het is romantiek op z’n top. En voegt Gieler toe: ‘Er is niks mis met een goede rap.’

Schumanns rap

Voor dit concert vroeg hij de jonge Oekraïense pianist Artem Belogurov, die hij eerder op een muziekfestival in Bulgarije had ontmoet. En de Amerikaan Jed Wentz, een beroemde traversospeler (een traverso is een oude dwarsfluit, amr) die tegenwoordig voornamelijk optreedt als declamator. Wentz komt voor het eerst naar de IJ-Salon en we kunnen beleven dat hij niet alleen zijn leven lang onderzoek heeft gedaan naar het genre melodrama, maar ook een fantastisch stemkunstenaar is.

Verrassing in de huiskamer

De kern van Gielers gedrevenheid zit ‘m in zijn eigen verlangen om verrast te worden door kunst. Daarom durft hij te zeggen: ‘Onze stukken zetten mensen soms ook op het verkeerde been.’ En daar is ‘ie blijer mee dan mensen die na afloop zeggen dat het hen niets gedaan heeft of gewoon een aardig stukje muziek te hebben gehoord. Het mag schuren. ‘Het gaat er niet om dat je het wel of niet begrijpt, maar dat de muziek iets bij je teweeg brengt.’ In die zin is de IJ-Salon een tegenhanger van het CO, wat een polijst kroonjuweel is. Het repertoire daar is bekend: Bach, Beethoven, Brahms. Maar in het Muziekgebouw aan het IJ is elke twee maanden iets bijzonders te ontdekken. En dat vindt niet alleen de gestaag groter wordende groep vaste bezoekers interessant – mensen die avontuur en spanning zoeken in cultuur – maar ook steeds meer mensen die ‘nieuw’ zijn.

Koekjes of andere lekkernijtjes

Tegelijk – en dat contrasteert ook wel met spelen in het CO – is het huiskamergevoel belangrijk, vindt Gieler. Voor de eerste editie in 2005 nodigde hij zijn moeder uit, die overkwam uit zijn geboorteland Oostenrijk. Hij besprak met haar zijn ideeën voor de nog nieuwe serie en over de wens vooral niet elitair te willen zijn. ‘Dan bak ik toch koekjes?’, was haar reactie. En er werden ruim zeshonderd koekjes gebakken en uitgedeeld aan de concertgangers. Daarmee werd een traditie ingezet; voor elke IJ-Salon worden koekjes of andere lekkernijtjes voorbereid en uitgedeeld. Het gaat Gieler om gastvrijheid, verwondering, warmte en een bijzondere ervaring.

Check www.muziekgebouw.nl

Lezers van Oost-online kunnen gebruikmaken van een eenmalige en bijzondere korting op Schumanns rap  op zaterdag 14 januari 2023 om 14.15 uur in de grote zaal van het Muziekgebouw aan het IJ. Zij kunnen met een korting van 25 procent naar dit concert en betalen dan 25 euro. Gebruik bij de onlinebestelling de kortingscode ‘oost-online’.