Oud Nieuws | 15 juni 1990 – Daar stonden ze dan gisteravond bij het tunneltje onder de Ringdijk; de ambtenaren van de stadsdeelraad Watergraafsmeer. Zo druk aan het discussiëren dat ze de fietsers de weg versperden. Het vraagstuk was of de bosjes naast het tunneltje nu écht zo eng zijn als ze er uitzien. Opeens was de mannelijke kant het niet meer eens met de vrouwelijke.
De mannen: drie ambtenaren van ‘groenvoorziening’, ‘belichting’ en ‘wegen en bestrating’, een ex-raadslid van Groen Links, een politieagent van de wijk en een lid van het wijkopbouworgaan. De vrouwen: een CDA-wethouder, een WD-raadslid en een mevrouw van de stadsdeelraad die de route ‘enge plekken’ in haar wijk had uitgestippeld. Die enge plekken in de Watergraafsmeer werden gisteravond door de dames en heren op de fiets geïnspecteerd tijdens een ‘schouwtocht’.
Aanleiding was de afstudeerscriptie ‘Sociale veiligheid in de woonomgeving, case study Watergraafsmeer’ van M. Stolk, die stage heeft gelopen bij de deelraad. Haar onderzoek bracht vorig jaar aan het licht dat veel vrouwen in de Meer zich onveilig voelen door de enge plekken. Een inspectie-tocht dus, om daar misschien iets aan te veranderen. Door hier en daar wat weg te kappen, wat verlichting aan te brengen of een weg anders te laten lopen.
Maar onder het fietstunneltje van de Ringdijk kwam het dus tot een geschil. De wethouder van het CDA tegen de ambtenaar van ‘groen’, gesteund door de leidster van de enge-plekken- fietstocht: “Rob, die bosjes hier aan de zijkant zijn vreselijk! Ik heb altijd het gevoel dat er wat uit springt.”
Rob: “Ja, je hebt het gevoel dat er iemand uit de bosjes springt.
Je hebt het gevoel. Maar is dat nou wel zo?”
Het WD-raadslid: “Maar het gaat om het gevoel van onveiligheid!” Groen Links, zich wendend tot de politieagent: ‘Springen er eigenlijk wel eens mensen uit de bosjes hier?”
De politieagent, nuchter, tot nu toe heeft de jongen beleefd gezwegen: “Ik heb nog nooit meegemaakt dat er hier iemand uit de bosjes sprong. Dat kan niet eens. De meeste bosjes zijn zo dicht dat je er niet eens in komt. Bovendien, denk je dat berovers,junken, een halfuur in de bosjes gaan zitten als ze een spuit nodig hebben? Kom nou, daar hebben ze helemaal geen tijd voor. En een echte berover weet je altijd te vinden. Je kunt nog zo veel verlichting aanbrengen en nog zo veel bosjes kappen.”
De mannen knikten wat zelfgenoegzaam. Het geeft wel te denken hoe het nu moet gaan met de uitwerking van de ‘case-study Watergraafsmeer’ die toch vooral van de ambtenaren ‘groen’, ‘verlichting’ en ‘wegen’ moet komen.
Maar ja, het was een leuke avond voor de bestuurders van de stadsdeelraad. Weer eens wat anders. Lekker eng. In tunneltjes
en bij struikgewas hebben de bestuurders lekker gegriezeld.
“Och, wat is het hier eng! Naar wat voor enge plek gaan we nu?” Lachen was het bij de GGB’s langs de Nobelweg, de Grijpgrage Bosjes, zoals de ambtenaar van ‘groen’ die noemde. Daar liggen altijd mannen te rotzooien.
De ambtenaren konden trots hun kennis van zaken en plannen spuien. De ambtenaar ‘verlichting’ meldde dat hij de tl-verlichting in het enge viaduct Kruislaan had vervangen door natriumverlichting omdat je ‘door het grote contrast beter personen onderscheidt. De agent vertelde dat hij na één patrouille op het stukje fietspad Radioweg de potloodventer had verdreven. En hij kon de ambtenaar ‘groen’ ook mooi even uitleggen wat solitairen zijn. Bosjes waar je langs kunt kijken.
Duidelijk werd dat als er iets moet gebeuren tegen de enge plekken in de Watergraafsmeer, en dat zijn er veel want er is veel
groen, de oplossing voornamelijk van de ambtenaar ‘groen’ moet komen. Niet dat hij daartoe onwillig was. “Tien jaar geleden moest al het groen weggemoffeld worden, nu is het trend alles te behouden. Ik heb wel geleerd dat dat veranderd moet worden.” Maar eerst zou er een ‘groen-revisie’ moeten komen, bedacht hij. En of daar geld en mankracht voor is. “Tja.”
Bron Het Parool
Foto Stadsarchief Amsterdam