Home Overzicht IJshockeylegende Ron Berteling nieuwe coach Nationale Team U20

IJshockeylegende Ron Berteling nieuwe coach Nationale Team U20

0

Sinds jaar en dag is Mister IJshockey Ron Berteling (bijna 63) de bekendste Nederlandse ijshockeyer. Elk jaar wordt aan het begin van het Nederlands seizoen gespeeld om de Ron Bertelingschaal. Februari dit jaar is hij als eerste Nederlander geëerd met de Torriani Award, een onderscheiding voor spelers uit landen die niet bekend staan om ijshockey. Nu is hij de nieuwe coach van het nationale U20-team. ‘Ik weet nog niet hoever we komen, maar heb er veel zin in!’

IJshockey | Lewis Daniëls

Eigenlijk zou Ron, net als zijn vader, gaan basketballen. De dag dat een vriendje uit de straat hem meenam naar de ijsbaan veranderde alles. Een halve eeuw was de Jaap Edenhal zijn tweede, misschien wel eerste thuis. ‘Ik was meteen gegrepen door de sport en dat gevoel is altijd zo sterk gebleven.’ Midden jaren 70 speelt Berteling in de hoogste divisie van Nederland. In 1979 promoveert hij met het Nederlandse ijshockeyteam tijdens het wereldkampioenschap ijshockey voor B-landen.

Twee jaar later neemt hij deel aan het wereldkampioenschap voor A-landen in Zweden. In 1980 doen Berteling en zijn teamgenoten mee aan de Olympische Winterspelen. De tot vandaag enige Nederlandse ploeg die zich hiervoor kwalificeerde, haalt de negende plaats. Als hij 41 is, speelt hij nog een seizoen mee in het nationale team. Na 213 interlands (en minder dan honderd strafminuten!) zijn het enthousiasme en de inzet van de Nederlandse recordinternational nog altijd onvermoeibaar. Zestien jaar lang traint hij de jeugd bij de Amsterdam Tigers. Voor veel spelers in Amsterdams eerste team is hij nog steeds hun belangrijkste leermeester.

IJsvrij
Afgelopen vier jaar trainde Ron de Alcmaria Flames. Het besluit daarmee te stoppen knaagde aan hem. ‘We werkten heel fijn samen, maar ik merkte dat – na twintig jaar – trainingen geven een sleur werd en ik er niet meer helemaal inzat. Als ik iets doe, wil ik daar het beste uit halen. Voor de club en voor mezelf.’ Hij heeft nog steeds goed contact met de Alkmaarse ijshockeyclub. ‘Ik zal zeker nog bij ze langsgaan en ze kunnen mij altijd bellen.’

Ron heeft een paar maanden ijsvrij en geniet van zijn kleinkinderen. Met de oudste staat hij al op het ijs. Er gaat bijna geen uur voorbij dat hij niet aan ijshockey denkt. ‘IJshockey is de rode draad in mijn leven, een bestaan zonder kan ik mij niet voorstellen. Vrijwel al mijn vrienden zijn of waren spelers, zoals Jos Bles die ik nog steeds een paar keer per week zie. Ik ben blij dat ik een rijk, sociaal en sportief leven heb met een echtgenote die ook heel sportief is en mijn passie begrijpt.’

Wedstrijden speelt Ron niet meer, wel is hij altijd in beweging. Met John Versteeg, Tjakko de Vos en jongens uit het eerste team doet hij bootcamptrainingen in het Amsterdamse Bos.’ Hij lacht. ‘Ik ben niet eens de oudste, dat is Tjakko. Die speelt nog steeds wedstrijden.’ Door de coronacrisis begonnen ze deze zomer later aan de bootcamptrainingen. De vakantie naar Ibiza werd verplaatst. ‘Ik hoop in het najaar te gaan, kom daar al veertig jaar. Sommige plekken op Ibiza zijn erg trendy geworden. Ik hou juist van die rustige baaitjes. Gelukkig zijn die bewaard gebleven.’

Door de lockdown ging de uitreiking van de Torriani Award in Zwitserland niet door. ‘De bedoeling is nu dat ik die volgend jaar in Wit-Rusland ontvang. Dat geeft weinig houvast, los van corona is de situatie daar erg onzeker. Gelukkig worden mijn vrouw en ik goed op de hoogte gehouden.’ De crisis baart hem zorgen. ‘Mijn kinderen en kleinkinderen en wie weet hoeveel generaties daarna krijgen nog lang te maken met wat nu gebeurt. Dat hangt allemaal af van corona en de gevolgen op lange termijn.’

Coach
Begin augustus vraagt Theo van Gerwen, technisch en algemeen directeur van de Nederlandse IJshockeybond én oud-speler, Ron het nationale U20-team te coachen. Vorig seizoen deed Van Gerwen dat zelf. Dat bleek lastig te combineren met zijn werk voor de bond. Berteling maakte een voorlopige selectie van veertig spelers waarin Tigers Billy Grapperhaus, Nijs Hille, Zebediah Oware, Noah Smits en Jim Vorster staan opgesteld. De selectie is verdeeld in twee groepen, anders staan teveel spelers tegelijk op het ijs.

Onlangs gaf Ron de eerste training. ‘Ik vind het leuk te werken met spelers die een gelijkwaardig niveau hebben en ga door op de manier zoals Theo het team trainde. Brons, zilver, ik weet nog niet hoever we komen en door corona is het koffiedik kijken welke wedstrijden wel of niet doorgaan.’ Ron wil de spelers bewust maken van hun tegenstander. ‘Ik streef ernaar dat ze het spel kunnen lezen en – wat ik noem – zakelijk ijshockey spelen. Ze moeten altijd weten waar zij, hun teamgenoten, tegenstanders en de puck op het ijs zijn en dan de juiste beslissingen nemen.’

Vaak trainen
Behalve nieuwe coach van het nationale U20-team is Ron ook coördinator bij AmstelveenSport. ‘We werken samen met vier middelbare scholen om veelbelovenden – ik vind dat een beter woord dan sporttalenten – zo goed mogelijk te begeleiden met school en sport. Zelf trainde Ron vroeger zo vaak mogelijk en deed hij aan krachtsport. Daarnaast speelde hij regelmatig drie wedstrijden per week.

‘Destijds was je gewoon een sportjongen en ging je ervoor om je plek te houden. Nu ben je gelijk een atleet.’ Ron had goede afspraken met zijn werkgever om vrij te krijgen voor ijshockey. ‘Tijdens interviews noemde ik altijd zijn naam om hem te promoten. Destijds was ijshockey zo groot in Nederland dat de stadions bomvol zaten. Het bedrijfsleven interesseerde zich daarom voor de sport. In 1979 werden we kampioen en waren we sportploeg van het jaar. Op Schiphol wachtten 4000 man ons op. Dat gaf het Nederlandse ijshockey een enorme boost.’

Tot begin jaren ’90 werd op hoog niveau geijshockeyd in Nederland. Daarna daalde de kwaliteit en het aantal spelers. Waarschijnlijk door gebrek aan aanwas. Nu groeit de sport weer, al blijft ijshockey relatief duur en is het daardoor niet voor iedereen weggelegd. Afgelopen seizoen veranderde veel. Diverse clubs verlieten de BeNe-League, die voor hun spelers te zwaar bleek. ‘Meestal stond er ook niets tegenover. Je hoeft niet te kunnen leven van ijshockey, maar er iets aan overhouden waarvan je op vakantie kunt, werkt motiverend.’

Doorstroming
Voor de Amsterdam Tigers bleek het niveau in de eerste divisie te laag. ‘Clubs moeten weten waar ze heen willen en dat kunnen faciliteren. Teammanager Alard Kwist van de Tigers doet daar enorm zijn best voor en heeft positieve ontwikkelingen in gang gezet. Ik waardeer hem zeer.’

Naast facilitaire problemen is bij veel ijshockeyclubs de doorstroming van jeugdspelers een probleem. Vaak is het leeftijdsverschil tussen de U16- en U19 –spelers te groot. Veel spelers in de laatste groep zijn onvoldoende opgeleid of gekwalificeerd om verder te gaan in hogere teams. Aparte teams die ze hier op voorbereiden zijn wenselijk, maar daar is vaak geen ruimte voor. Sommige ijshockeyclubs hebben zoveel leden dat ze ijs tekort komen. Spelers in de hogere teams krijgen zo te weinig ijstijd en moeten daarom vaker thuis trainen.

‘Als je op hoog niveau speelt, train je zeker drie keer per week en beoefen je meerdere sporten. Turners, zwemmers en tennissers trainen vaak iedere dag urenlang. Een ijshockeytraining is krap een uur. Wie niet minstens drie keer per week wil trainen of daarmee geen bepaald niveau haalt, kan beter recreatief spelen. Daar is overigens niets mis mee. Plezier hebben in sporten is heel belangrijk!’