Home Overzicht John Versteeg: ‘Ons team houdt mij jong’

John Versteeg: ‘Ons team houdt mij jong’

0

Waarschijnlijk heeft Nederland meer ijshockeyclubs waarbij ‘Sniper’ John Versteeg (48) wél dan niet heeft gespeeld. Hij ijshockeyt meer dan veertig jaar en is op afstand de oudste speler in de hoogste divisies. Nog altijd schaatst hij jongere tegenstanders met gemak voorbij en is hij met zijn snipershots de goalie te snel af.

IJshockey | Lewis Daniels

Met uitzondering van het seizoen 2013-2014 speelt John sinds 2010 onafgebroken bij de Amsterdam Tigers. Zijn lange ijsloopbaan begon in zijn geboortestad Utrecht, waar hij nog steeds woont. ‘Af en toe is het best een gedoe zo vaak heen en weer te rijden tussen Amsterdam en Utrecht. De files worden steeds langer. Gelukkig woon ik dicht bij de A2, zodat ik in mijn woonplaats weinig last heb van het stadsverkeer.’

Vijfhonderd goals
Eigenlijk was John vorig jaar gestopt met spelen op hoog niveau. Na ruim zevenhonderd wedstrijden, meer dan vijfhonderd goals en zeshonderd assists vond hij het mooi geweest. Halverwege dit seizoen besloot hij na lang nadenken en overleg met zijn vrouw toch mee te spelen in de eerste divisie. ‘Voor mij is het belangrijkst dat mijn gezin erachter staat. Als ik vaak speel belast hun dat ook. In de BeNe League speelden we twee wedstrijden per weekend. Zolang het seizoen loopt heb je nergens anders tijd voor. Je zit in een tunnel waarin je je nek niet kunt draaien. Je kijkt alleen maar vooruit. Inmiddels zijn onze kinderen groter en zelfstandiger. Dat geeft ruimte. Mijn zoon ijshockeyt ook. Ik train en coach zijn team.’

Vorig seizoen eindigde anders dan gehoopt. Dat gaf een wrange nasmaak. ‘We hadden het zwaar in de BeNe League. Kans op deelname aan de play-offs was vrijwel uitgesloten. We waren niet goed genoeg. Nieuw aangetrokken spelers uit het buitenland brachten ons niet naar het gewenste niveau of kwamen te laat bij het team en veel spelers waren geblesseerd. Toen wonnen we op spectaculaire wijze thuis van Herentals, de favoriet voor het kampioenschap. De avond daarop versloegen we ook Mechelen. Ik begon weer te geloven in deelname aan de play-offs.’

Helaas werd de volgende wedstrijd van Heerenveen verloren en sloegen de Panters na een eerder verloren partij in Amsterdam terug in eigen huis. ‘Die wedstrijd gaven we weg en dat was cruciaal voor het vervolg. ‘We waren nu afhankelijk van de wedstrijd tussen de Panters en de Microz Eaters. Dat wij tegelijkertijd nog thuis tegen Antwerp Phantons speelden was van ondergeschikt belang. We gingen alleen door naar de play-offs als de Eaters zouden winnen.’

De Tigers verslaan de Phantons met 7-2 en de ontwikkelingen in Geleen zijn gunstig. Het staat 3-0 voor de Microz Eaters. ‘Ik was dolgelukkig.’ De Limburgse ploeg en de Panters spelen de laatste periode. Het noodlot slaat toe. ‘In de kleedkamer volgden we de wedstrijd op groot scherm. Toen het 3-1 werd voelde ik al onraad. Even later was het 3-2. Ik trok mij terug in een hoek met een biertje en wist dat het was gebeurd. Helaas kreeg ik gelijk. Het werd 3-3. Heel jammer. Ik was er stil van. Het was uitgesloten dat we de play-offs zouden winnen, maar ik graag had met het team van de deelname daaraan willen genieten. De maandag daarop had ik een afspraak met de mondhygiënist. Ik kreeg een verdoving die de hele dag leek te werken. Op mijn werk staarde ik wazig voor mij uit. Gelukkig kreeg ik veel steunbetuigingen. Mijn chatbox op Facebook stond vol met berichten. Dat deed mij veel.’

Het laatste jaar in de BeNe League had ook leuke momenten. ‘De overwinning op Herentals was fantastisch, net als de uitwedstrijd in Antwerpen. Die wonnen we letterlijk in de laatste seconde.’ Lachend, ‘Eh ja, die beslissende goal was van mij.’

Jong van geest
Dat John twee keer zo oud is als veel teamgenoten en tegenstanders staat hij niet vaak bij stil. ‘Ik hoor dat vooral van anderen. Ik wil gewoon spelen en winnen en doe mijn best daar een steentje aan bij te dragen.’ Hij beseft wel dat het bijzonder is op zijn leeftijd nog op zo’n hoog niveau te spelen. ‘Laatst werd ik in de kleedkamer benoemd tot man of the match. Als je dat bent is het de bedoeling dat je een korte speech houdt. Ik zei toen dat ik mij dankzij het team nog lang geen achtenveertig voel. De andere spelers houden mij jong van geest, net als mijn baan die ik altijd goed met ijshockey heb kunnen combineren. Ik doe de bestellingen en facturering voor de universiteit van Utrecht en werk in een gezellig team met mensen van verschillende leeftijden. Soms lijkt het daar net de jaren ’80. We hebben altijd muziek uit die tijd op de radio.’

John is door zijn leeftijd wel rustiger en tactischer gaan spelen. Hij zit nog zelden op de strafbank. ‘Vroeger was ik best een haantje. Dat moest ook wel. In de jaren negentig werd veel fysieker gespeeld. Ik geef de voorkeur aan de rustigere speelstijl van nu, hoewel het wilde spel van vroeger zeker ook iets had.’

Als het seizoen straks is afgelopen krijgt John weer tijd zich bezig te houden met zijn andere grote interesse. ‘Ik verzamel alles wat met de Tweede Wereldoorlog te maken heeft. Dat is een van de meest aangrijpende periodes uit onze geschiedenis.’ Hij blijft ook naar de Jaap Edenhal en Den Bosch komen om ijshockeytrainingen aan de jeugd te geven. In de zomermaanden houdt hij samen met zijn zoon zijn conditie op peil met Cross Fit en doet hij met teamgenoten regelmatig een bootcamp. Hun oud-coach en oud-speler Ron Berteling begeleidt ze daarbij. Ze hebben daarbuiten ook veel contact ‘Ik ben Ron nog iedere dag dankbaar voor hoe hij mij onder zijn hoede heeft genomen. Zonder hem had ik nooit zolang door kunnen gaan.’

John weet niet nog niet of hij volgend jaar weer meespeelt in de eerste divisie. ‘Op dit moment denk ik van niet. Het is toch erg veel.’ Als hij niet meer terugkeert blijven de herinneringen. Alle onderscheidingen voor kampioenschappen en bekerfinales heeft hij bewaard. Belangrijkst is dat John dit seizoen wél afsluit zoals hij vorig jaar hoopte. De Tigers staan op de eerste plaats in hun poule en doen mee aan de play-offs, al is dat anders. ‘We hebben niet meer hetzelfde team en spelen op een lager niveau. In de BeNe League waren we nooit zo hoog geëindigd, dan hadden we nu op de achtste, negende of tiende plek gestaan. Vooral de Belgische clubs doen het daar goed. Mogelijk kunnen de Tigers weer groeien naar een hoger niveau. Momenteel zijn we beter af in de eerste divisie. Door de goede resultaten trekken we weer veel publiek. Dat is wel anders geweest.’

Verwacht en gevreesd wordt dat de Amsterdam Tigers in de finale tegenover de sterke Eindhoven Kemphanen staan. John houdt zich daar nog niet mee bezig. ‘Ik kijk per wedstrijd vooruit. De Kemphanen komen we vanzelf wel tegen en dan hoop ik als kampioen te eindigen.’