Boven de Linnaeusstraat, ter hoogte van het Tropen Hotel, is sinds kort een bijzonder schouwspel te zien. Een buizerdechtpaar heeft in een van de hoge iepen aan de rand van het Oosterpark een woning gebouwd, kinderen gekregen. De drie jongen zijn inmiddels het nest ontgroeid en het vliegen meester.
Egbert Schuttert | Foto Fotolia
Vanuit hun hoge boom maken ze af en toe kleine rondjes, rond de bomen en de twee torens van het Tropenmuseum. Ze oefenen in vliegen, zweven, bidden en de voor de jacht noodzakelijke versnellingen. Ze klieren ook in de lucht met z’n drieën. Omdat hun uithoudingsvermogen nog beperkt is keren zes nel terug naar hun iep. Hun ouders voorzien hen ook nog weken lang van voedsel. Buizerds zijn in de lucht niet lastig te herkennen en het geluid van de jongen, een hoog ‘miauw’ volgens vogelkenners, is boven het verkeerslawaai van de Linnaeusstraat goed te horen.
Lang ging het slecht met de buizerd in ons land. In het dorp waarin ik jaren geleden opgroeide was het een sport nesten te verstoren, de eieren eruit te halen en met gif bewerkt aas neer te leggen. Bestrijdingsmiddelen deden de buizerds ook de das om. Maar nu telt ons land naar verluidt weer meer dan 10.000 broedparen en is het een ‘algemene’ roofvogel. Er is zelfs te weinig territorium. Misschien dat het buizerdpaar daarom, ten einde raad, Amsterdam-Oost uitkoos? Of de vogels ook in de stad foerageren is niet bekend – muizen en ratten voldoende zou ik zeggen – maar wellicht gaan ze daarvoor naar het nabijgelegen Waterland. Een buizerdechtpaar gebruikt een nest meermaals, dus wie weet hebben we blijvende nieuwe bewoners in ons stadsdeel. Ook hun jongen zullen eenmaal volgroeid een territorium dicht bij huis zoeken. Hopelijk slagen zij daarin in Oost!
Lees ook Burgemeester buizerd