Toen het Watergraafsmeer, kortweg ‘de Meer’ genoemd, in 1629 werd drooggemalen, verdween voor veel zwanen een ideale verblijfplaats. Drie jaar later kreeg de vogel als herinnering een plaats in het wapen van de Watergraafsmeer. De zwaan staat symbool voor zuiverheid, sierlijke schoonheid en tevredenheid en is in de Meer blijven wonen.
Dick Feenstra | Dwars
In de Ringvaart, langs het Ajaxpad broedt al meer dan zes jaar een zwanenpaar. Afgelopen voorjaar besloten ze op een eilandje in Diemen, honderd meter verderop, een nest te bouwen. Nadat de eieren waren uitgebroed, kroop het gezin een paar dagen later uit het water en wandelde over de weg naar de Ringvaart voor meer voedsel. De waterplanten in de vaart zijn voor de jongen bereikbaar. Ook op dit moment zwemt er een paar. Dat zijn wintergasten. Als die vertrokken zijn komt het oude stel terug. Zwanen kunnen heel oud worden. In het wild worden ze zo’n twintig jaar, schat men.
Voor het leven
Als ze aan het eind van de winter terug zijn gekomen, wordt de plek voor het nest gezocht. Is die gevonden, dan slepen ze samen veel plantaardig materiaal aan en bouwen een dikke rand met een holte. In de paartijd zwemt het mannetje als een slagschip voor zijn vrouwtje uit. Zijn vleugels houdt hij in een boog tegen zijn lijf en hij toont zijn veren. Zijn hals heeft een S vorm en de kop met brede oranje snavel houdt hij naar beneden. Dat maakt hem sierlijk. Op zijn snavel groeit een zwarte knobbel. Hij is op vierjarige leeftijd geslachtsrijp. Naast die knobbel hebben de mannen een zwaardere bouw en een stevigere nek. Zwanen kunnen net als mensen partners voor het leven blijven.
Het paren in de Ringvaart is een imposant schouwspel
Het paren in de Ringvaart is een imposant schouwspel. De vleugels wijduit, een spanwijdte van twee meter veertig. Ondanks die grote vleugels hebben ze moeite met opstijgen. Met zo’n twaalf kilo is het één van de zwaarste vliegende dieren. Ze landen liever niet op het land, alleen om er te grazen en doen dat vaak in grote groepen. Stijgen ze vanaf het water op dan gebruiken ze hun poten door erover te lopen om snelheid te maken.
Schild van zwemvliezen
Na de paring blijft moeder op het nest om verder te bouwen en voert vader het materiaal aan. Terwijl ze meer dan een maand zit te broeden, haalt hij zo nodig nestmateriaal en voedsel. Op de oever, voor het nest houdt hij met één oog open, slapend de wacht. Zijn rugveren gebruikt hij als kussen voor de nek, zijn snavel rust tussen de staartveren. Nooit is hij ver of lang weg. Een paar meter voor het nest houdt hij dobberend de wacht. De uitwaaierende eindveren van de opgetrokken vleugels laten zien dat niemand welkom is. Als je te dichtbij komt, wordt er gesist en kom je nog dichterbij, dan worden twee weidse vleugels uitgeslagen en de flinke poten met zwemvliezen naar voren gericht als schild. De aanval wordt onverschrokken heftig sissend ingezet. Indien nodig, komt het vrouwtje helpen.
Net als vorig jaar kropen er zes jongen uit de eieren. Ze groeiden voorspoedig op en met hun ouders bivakkeerden ze maanden elke nacht op de kade en scheten de stoep onder. Na de zomer leerden ze vliegen. Dit jaar ging het goed. Vorig jaar vlogen twee jongen zich te pletter tegen de fietsbrug. Midden herfst zijn de ouden opeens vertrokken. De jongen blijven nog een tijd. Het laatste jong dat in de Ringvaart blijft wordt verjaagd door twee gearriveerde wintergasten. Zwanen komen en gaan, maar horen bij de Meer