Home Eten&Drinken Koken met Marijke | Kerstkoekjes bakken in de advent

Koken met Marijke | Kerstkoekjes bakken in de advent

0

Op zondag 3 december begon de advent. In Nederland staat dan nog alles in het teken van sinterklaas, maar in Duitsland wordt elke adventszondag gevierd. (Het sinterklaasfeest heeft daar ook wel een plaatsje met allerlei lekkernijen, maar het Kerstkind brengt de geschenken.) Ik woonde een aantal jaren in Duitsland en leerde daar de traditie van de kerstkoekjes Plätzchen kennen. Naast de taaitaai-achtige Lebkuchen kent men een keur van deze kerstkoekjes versierd met noten, glazuur en chocola. Wel honderd verschillende soorten worden thuis gebakken, feestelijk verpakt en weggeschonken aan familie en kennissen. Ik geef hier drie recepten. Zoek voor meer inspiratie op internet op Weihnachtsplätzchen.

Marijke Bakker | illustratie Afra Barentz

Kerst-uitsteekkoekjes

Een harde wenerdeeg dat je uitrolt en waar je met vormpjes koekjes uitsteekt. Leuk om met kinderen te doen.

  • 100 gram basterdsuiker
  • 200 gram roomboter (een 1,2,3 deegje, makkelijk om te onthouden)
  • 300 gram bloem
  • 1 eetlepel vanillesuiker (zie bij Vanille hoe je dit zelf maakt met een vanillestokje)
  • snufje zout
  • vormpjes
  • eventueel een lepel melk of een eidooier om het deeg sneller te doen samenhangen
  • eventueel voor glazuur: 50 gram poedersuiker met een theelepel water, en eventueel citroensap of bietensap voor een kleurtje

Meng bloem, suiker en zout en snijd er met twee messen de harde boter door. Voeg eventueel melk of eidooier toe en kneed het deeg tot een samenhangende bal. Laat een uurtje rusten in de koelkast. Bestrooi het aanrecht met bloem, rol het deeg uit tot ongeveer een halve centimeter en steek met een vormpje sterren, rondjes, kerstbomen of andere vormpjes uit. Leg die op een bakplaat en bak 12-15 minuten in de oven op 180 graden licht bruin. Je kunt de koekjes versieren met glazuur.

Verzamel het overgebleven deeg en rol opnieuw uit. Zorg dat het niet te warm wordt, leg het dan nog even in de koelkast. Een leuk koekje krijg je ook als je een knikker draait van het deeg, er met je duim een kuiltje in maakt, en dat opvult met een lepeltje bessen- of frambozengelei. De gelei vult tijdens het bakken het koekje mooi op.

Vanillehoorntjes (Vanillekipferl)
  • 200 gram bloem
  • 100 gram amandelmeel
  • 80 gram poedersuiker
  • 1 eetlepel vanillesuiker
  • 200 gram koude roomboter
  • snufje zout
  • poedersuiker met vanillesuiker om de hoorntjes mee te bestrooien na het bakken

Werk de koude boter in stukjes door alle overige vaste ingrediënten. Het deeg een half uur in de koelkast laten rusten. Dan vingerdikke rolletjes maken, stukjes van 5 cm daaruit snijden en die aan de uiteinden iets uittrekken en ombuigen zoals een croissantje. Op bakpapier naast elkaar leggen en 12‑15 minuten bakken op 180 graden.

Strooi poedersuiker in een diep bord en meng met een een paar lepels vanillesuiker.

Laat de hoorntjes eerst wat steviger worden, leg ze dan nog warm in de poedersuiker en zeef er wat van het mengsel overheen. Een traktatie!

Serpentines en dambordjes

Dit zijn koekjes die je samenstelt uit een deel ongekleurd deeg en een deel chocoladedeeg.

  • 300 gram bloem
  • 100 gram poedersuiker
  • 1 eetlepel vanillesuiker
  • 225 gram koude roomboter
  • 1 ei (dooier en wit gescheiden)
  • 30 gram cacao
  • 1 theelepel koekkruiden
  • snufje zout

Kneed een deeg van de bloem, poedersuiker, vanillesuiker, boter, zout en eidooier. Doe de helft in plasticfolie in de koelkast, en kneed door de andere helft het cacaopoeder en de koekkruiden. Doe ook in folie en laat alles een uurtje rusten. Deel het witte en het bruine deeg opnieuw in tweeën.

Voor de Serpentines:

Rol het witte deeg uit tot een rechthoek van 13 x 21 cm. Bestrijk met eiwit. Rol ook het chocoladedeeg uit tot een iets kleinere rechthoek en leg op het witte deeg. Bestrijk met eiwit. Rol beide lapjes op tot een mooi worstje. Laat weer even in de koelkast opstijven.

Voor de Dambordjes:

Deel het overgebleven witte deeg opnieuw in tweeën en maak twee lange dunne rolletjes. Doe hetzelfde met het chocoladedeeg. Bestrijk de zijkanten met eiwit, leg een witte naast een bruine rol deeg, bestrijk met eiwit en leg de andere witte en de bruine er om en om op. Druk de hele rol goed aan, maar laat de vierkante vorm bestaan. Laat opstijven in de koelkast.

Voor beide: Snijd nu uit beide rollen deeg koekjes van 1 cm, leg uit op een met bakpapier beklede bakplaat en bak 12-15 min op 180 graden.

Doe de koekjes in mooie cellofaanzakjes, een kerstlint erom en verwen je familie en vrienden!

Veel bakplezier en een fijne Kerst!

Vanille

Johannes van Dam besteedt in zijn dikke boek wel vier bladzijden aan vanille. De echte vanille is de stamper van de vanille-orchidee die gefermenteerd wordt. Ze is duur en moeilijk te krijgen. De synthetische vorm, het vanilline, is de bedrieglijke vervanger. De consumptie van met vanilline gearomatiseerde producten is vele malen groter dan de productie van echte vanille. Wil je weten hoe vanilline ruikt, loop dan eens door de Damstraat of langs een oliebollenkraam, koop daarna een echt vanillestokje en ruik het verschil. Het is of je een heel goedkoop en een heel duur parfum met elkaar vergelijkt. Maak van een stokje je eigen vanillesuiker. Maal in de keukenmachine of met de staafmixer het vanillestokje met 100 gram suiker en doe het in een goed afsluitbaar doosje. Als je er wat van gebruikt, strooi dan een eetlepel ervan door een theezeefje en doe de grove stukjes van het stokje weer terug in de suiker. Je kunt de suiker ook steeds aanvullen, want het vermalen stokje blijft maandenlang geur afgeven.